230616 Vloeistoffen

16-6-23 vloeistoffen 
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BSPMBOStudiejaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

16-6-23 vloeistoffen 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je weet wat een emulsie, oplossing, suspensie en solubilisatie is. 
Je weet wat de pH en osmose is en waarom deze belangrijk zijn

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe bepaal je het druppelgewicht?

Slide 3 - Open question

De pipet in verticale stand houden (=rechtop, niet schuin!). Horlogeglas tarreren. Het aantal druppels tellen dat nodig is om 2 gram van de vloeistof af te wegen. Je berekent het gewicht vervolgens per druppel door het gewicht af te lezen van de balans en dat te delen door het aantal getelde druppels → gewicht van 1 gtt in mg= 2000mg÷aantal druppels. Dezelfde pipet gebruiken voor het toedienen van de druppels die gebruikt is voor het bepalen van het druppelgewicht. Bij ons in de praktijk wordt voor waterige oplossingen het druppelgewicht van water gebruikt (1000mg/20gtt →50mg/gtt). 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

linker blauwe vloeistof 
Middelste rode vloeistof 
rechter witte vloeistof 
Emulsie 
oplossing 
suspensie 
solubilisatie 

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Nakijken 
vragen 27 tm 33

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

27: Welke ‘eisen’ worden er aan suspensies gesteld?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

28: Wanneer het geneesmiddel een hoge relatieve dichtheid bevat zal er meer verdikkingsmiddel (viscositeitsverhogende stof) nodig zijn. Verklaar waarom dat zo is.

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

29: Waarom moeten suspensies voor gebruik eerst goed worden geschud? 
Om een gelijke verdeling van het gnm in het oplosmiddel te verkrijgen, homogeen. Het gnm zakt na verloop van tijd namelijk uit. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

30: Bepaalde vitaminedranken zijn dus solubilisaties, welke vitaminedranken zijn dat ? Waarom is vitamine C geen solubilisatie?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

kaliumchloride
peppermuntolie
methylparahydroxybenzoaat
propyleenglycol
gezuiverd water
oplosmiddel
smaakstof
werkzame stof 
antioxidant
conserveermiddel

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

32. Wat is bij deze drank de functie van
1. fenobarbital
2. acetam
3. sacharine

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

33: Er zijn verschillende hulpmiddelen voor een juiste toediening van dranken. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

33: Er zijn verschillende hulpmiddelen voor een juiste toediening van dranken. 
Drank tot de binnenste rand komt overeen met 2,5 ml, volle maatlepel komt overeen met 5 ml. 
Links is een maatbeker van 25ml en rechts van 10ml
Spuiten van links naar rechts van 1 ml, 2,5 ml, 3 ml, 5ml en 10ml

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat is pH?

Slide 24 - Mind map

This item has no instructions

Waarom is pH belangrijk?

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Wat is osmose?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Waarom is osmose belangrijk?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk 
Maak de opdracht "Wijs op reis"

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Heb je de lesdoelen behaald?
Je weet welke vloeibare toedieningsvormen er zijn
Je weet de voor- en nadelen van vloeibare gnm
Je weet minstens 3 oplosmiddelen
Je weet dat methylparabeen op een speciale manier wordt verwerkt.
-24

Slide 34 - Poll

This item has no instructions

Huiswerk 
Opdracht pH en osmose

Slide 35 - Slide

This item has no instructions