Ontdek de magie van Harry Potter

Ontdek de magie van Harry Potter

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je de belangrijkste personages en gebeurtenissen uit de Harry Potter-serie benoemen.

Leg aan het begin van de les uit wat de leerlingen zullen leren.

Wat weet jij al over Harry Potter?

Wat is Harry Potter?

Harry Potter is een serie boeken geschreven door J.K. Rowling en later verfilmd. Het verhaal gaat over een jongen genaamd Harry Potter die ontdekt dat hij een tovenaar is en op een magische school genaamd Zweinstein terechtkomt.

Geef een korte introductie over wat Harry Potter is.

Personages

Enkele belangrijke personages zijn Harry Potter, Ron Wemel, Hermelien Griffel, Albus Perkamentus, Severus Sneep en Voldemort.

Laat de leerlingen de namen van de personages opschrijven en vraag wie deze personages zijn.

Zweinstein

Zweinstein is de magische school waar Harry Potter naartoe gaat. Er zijn vier afdelingen: Griffoendor, Huffelpuf, Ravenklauw en Zwadderich.

Laat de leerlingen de afdelingen opschrijven en vraag wie er bij welke afdeling hoort.

Spreuken en toverdranken

In de Harry Potter-serie worden veel spreuken en toverdranken gebruikt. Enkele voorbeelden zijn 'Expelliarmus', 'Expecto Patronum' en 'Veritaserum'.

Laat de leerlingen de spreuken en toverdranken opschrijven en vraag wie weet wat deze betekenen.

Dooddoeners

De Dooddoeners zijn volgelingen van Voldemort. Ze dragen een donker merkteken en zijn vaak betrokken bij duistere activiteiten.

Vraag de leerlingen wie de Dooddoeners zijn en waarom ze belangrijk zijn in het verhaal.

Relieken van de Dood

De Relieken van de Dood zijn drie magische objecten: de Onzichtbaarheidsmantel, de Steen van Wederkeer en de Zegevlier. Wie deze bezit wordt de Meester van de Dood genoemd.

Vraag de leerlingen wie de Meester van de Dood is en waarom deze Relieken belangrijk zijn.

Conclusie

Nu weet je wie de belangrijkste personages zijn, waar Zweinstein voor staat, welke spreuken en toverdranken er zijn, wie de Dooddoeners zijn en wat de Relieken van de Dood zijn.

Rond de les af door de belangrijkste punten op te sommen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.