3.2 Reactievergelijkingen

H3.2 Reactievergelijkingen 
Benodigheden:
Schrift en pen!
1 / 29
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H3.2 Reactievergelijkingen 
Benodigheden:
Schrift en pen!

Slide 1 - Slide

Na deze les...

... kun je een reactievergelijking kloppend maken

Slide 2 - Slide

Reactieschema
Een chemische reactie kun je verkort weergeven in een reactieschema, waarin je de namen en de toestandsaanduidingen van de beginstoffen voor de pijl en van de reactieproducten achter de pijl plaatst.
Toestandsaanduidingen: gas (g), vast (s), vloeibaar (l) en opgelost (aq)

Slide 3 - Slide

Oefening
Het gas stikstofmonoxide wordt omgezet in stikstof en zuurstof. 

Schrijf het reactieschema met toestandsaanduiding op. 

Slide 4 - Slide

Reactieschema
Ontleding van water

Begin: Water
Eind: Waterstof en zuurstof

Water (l) -> Waterstof (g) + zuurstof (g)

Slide 5 - Slide

Volgende stap 
Reactievergelijking

Slide 6 - Slide

Reactieschema

Een reactieschema is in woorden. 


Reactievergelijking

Een reactievergelijking is in formules
water(l)                waterstof(g) + zuurstof(g)
2H2O(l)2H2(g)+O2(g)

Slide 7 - Slide

Reactievergelijking
Reactieschema = woorden
Reactievergelijking = molecuulformules

In een reactievergelijking is er voor en na de pijl een gelijk aantal atomen van elke soort aanwezig.

Je noemt dat een kloppende reactievergelijking.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Weet je nog? (1/2)
Index: Kleine getalletje in de molecuulformule -> 2 in SO
Coëfficiënt: getal voor de molecuulformule, 5 in 5 NaCl 

Atomen zijn alleen, behalve sommige atomen, die zijn altijd met z'n tweeën: 
Cl
audia Fietst In Haar Onderbroek Naar Breda

Slide 10 - Slide

Hoeveel atomen per soort in de volgende notaties?
SO2

  • ? x S
  • ? x O
3 SO2

  • ? x S
  • ? x O

Slide 11 - Slide

Hoeveel atomen per soort in de volgende notaties?
SO2
1 molecuul
2 atoomsoorten
  • 1 x S
  • 2 x O
3 SO2
3 molecuul
2 atoomsoorten
  • 3 x S
  • 6 x O

Slide 12 - Slide

Stappenplan
Deel 1

  • Schrijf het reactieschema op in woorden
  • Vervang de woorden door symbolen
Deel 2
  • Schrijf van elk soort atoom het aantal op, voor de pijl
  • Schrijf van elk soort atoom het aantal op, na de pijl
  • Pas het aantal atomen aan door de coëfficiënt te veranderen
  • Controleer of voor en na de pijl evenveel van elk atoomsoort aanwezig is.



Slide 13 - Slide

3.2 Reactievergelijking

Slide 14 - Slide

Reactievergelijking (Deel 1)
Ontleding van water
Reactieschema:


Reactievergelijking:

Water (l) -> waterstof (g) + zuurstof (g)
H2O -> H2 + O2

Slide 15 - Slide

Reactievergelijking (Deel 2)
H2O -> H2 + O2
H: 2
O:1
H: 2
O:2

Slide 16 - Slide

Reactievergelijking (Deel 2)
2 H2O ->  H2 + O2
H: 2 4
O: 1 2
H: 4
O: 2

Slide 17 - Slide

Reactievergelijking (Deel 2)
2 H2O -> 2 H2 + O2
H: 2 4
O: 1 2
H: 2 4
O: 2

Slide 18 - Slide

Reactieschema
Verbranding van methaan

Begin: Methaan en Zuurstof
Eind: Koolstofdioxide en Water
Methaan(g) + Zuurstof(g) --> Koolstofdioxide(g) en Water(l)

Slide 19 - Slide

Reactievergelijking (Deel 1)
Verbranding van Methaan
Reactieschema:


Reactievergelijking:

Methaan(g) + Zuurstof(g)  -->  Koolstofdioxide(g) en Water(l)
CH4 (g) + O2 (g)  -->  CO2 (g) + H2O (l)

Slide 20 - Slide

Reactievergelijking (Deel 2)
... CH4 + ... O -->  ... CO2 + ... H2O
C: 
H: 
O:
C: 
H: 
O:

Slide 21 - Slide

Reactievergelijking (Deel 2)
CH4 +   O -->  CO2 +  H2O
C: 1
H: 4
O: 2
C: 1
H: 4
O: 4

Slide 22 - Slide

Reactievergelijking (Deel 2)
CH4 +   O -->  CO2 + 2 H2O
C: 1
H: 4
O: 2
C: 1
H: 2 4
O: 3 4
als laatste de moleculen die uit één atoomsoort bestaan

Slide 23 - Slide

Reactievergelijking (Deel 2)
CH42 O -->  CO2 + 2 H2O
C: 1
H: 4
O: 2 4
C: 1
H: 2 4
O: 3 4

Slide 24 - Slide

Regels kloppend maken
  • Voor en na de pijl moeten van elke atoomsoort evenveel atomen zijn 
  • Aan de moleculen zelf mag je niets veranderen (de index verandert niet
  • Let op !! Als je op een half getal uitkomt voor de moleculen, doe je alle getallen (coëfficiënten) keer 2 
  • Let op !! Uiteindelijk moeten de coëfficiënten de kleinst mogelijke hele getallen zijn. 

Slide 25 - Slide

Oefenen
Reactievergelijkingen kloppend maken leer je alleen maar door het veel te doen.

Oefen dit dan ook!


Volgende les (3.3) heb je deze kennis hard nodig.

Slide 26 - Slide

Samen oefenen

Slide 27 - Slide

Neem over en maak kloppend:
 …K (s) + …Br2 (l) --> …KBr (s)
 …KClO3 (s) --> …KCl (s) + …O2 (g)
 …N2 (g) + …H2 (g) --> …NH3 (g)
 …Na (s) + …O2 (g) --> …Na2O (s)
 …P (s) + …Cl2 (g) --> …PCl3 (s) 

Slide 28 - Slide

Afsluiting: Neem over en maak kloppend
…SO2 (g) + …O2 (g) -->  …SO3 (g)
 …ZnO (s) --> …Zn (s) + …O2 (g)
…C3H8 (g) + …O2 (g) --> …CO2 (g) + …H2O (g)
 …P2O3 (s) --> …P (s) + …O2 (g)
 …Al (s) + …Cl2 (g) --> …AlCl3 (s) 

Slide 29 - Slide