3.6 Romeinen, joden en christenen

Leerdoel: Ik kan uitleggen waardoor het christendom steeds meer aanhangers kreeg.
1 / 43
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leerdoel: Ik kan uitleggen waardoor het christendom steeds meer aanhangers kreeg.

Slide 1 - Slide


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
In 117 na Christus was het Romeinse Rijk op zijn grootst. 
In 63 v. Chr. veroverden de Romeinen de streek Palestina. Hier woonden vooral joden. Zij geloven in één god. Dit heet: monotheïsme (monos=enkel, theos=god).
De joden geloofden dat een verlosser hen zou bevrijden van al het kwaad, dus misschien ook wel van de Romeinen.
Romeinen geloven in meerdere goden. Dit heet: polytheïsme (poly=meer, theos=god). Overwonnen volken mogen hun eigen goden houden, zolang ze de belangrijkste Romeinse goden ook vereren. De Romeinen nemen op hun beurt ook weer Goden van andere volken over.

Slide 2 - Slide

Maak opdr. 93
Samen beantwoorden

Slide 3 - Slide

Maak opdr. 94
De vis en een teken van de xhi (ch) en rho (r) door elkaar. Omdat ze vervolgd werden moest het geheim blijven dat ze christen waren.

Slide 4 - Slide

Maak opdracht 95
Christenen waren gehaat in Rome.

Slide 5 - Slide

Maak opdr. 96
- Hun schandalig gedrag.
- Dit ellendige bijgeloof.
- (Alles) wat gruwelijk en schandelijk is.

Slide 6 - Slide

Joden en christenen, geloven in 1 God=monotheïsme
  • In Palestina waren de Romeinen de baas.
  • De meeste mensen waren Joods. In hun heilige boek stond dat de messias nog moest komen. Die zou vrede, rechtvaardigheid brengen en de vijanden van de joden verdrijven.
  • Volgelingen van Jezus dachten dat hij de messias was. Gevolg=> joodse hogepriesters geloofden dat niet en waren bang voor onrust waardoor Romeinen boos zouden worden.

Slide 7 - Slide

  • Rond 30 na Chr. Jezus werd gearresteerd door de Romeinen en gekruisigd, omdat hij de orde verstoorde.
  • De volgelingen van Jezus (Apostelen) gingen zijn boodschap verspreiden in het Romeinse Rijk=> als je in onze éne God gelooft, krijg je na je dood een beter leven.  Voor iedereen=> man, vrouw, arm, rijk, slaaf. Iedereen is gelijk in de ogen van God.
  • Volgelingen Jezus noemen we christenen.

Slide 8 - Slide

Maak opdr. 97
De hogepriesters waren bang dat dan hun goede band met de Romeinen verdwijnen zou. Paulus vond dat God zelf de regering en dus ook die van de Romeinen had ingesteld.

Slide 9 - Slide

Bekijk bron 22 blz. 75 boek opdr. 98
Dat is een van de belangrijkste symbolen van de joden. (Als de Romeinen dat symbool ongestraft kunnen meenemen, dan is wel duidelijk dat de joden nu niets meer te vertellen hebben.)

Slide 10 - Slide

Maak opdr. 99
Samen bespreken

Slide 11 - Slide


Christenen in het Romeinse Rijk


  • Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. 
  • De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof (gelijkheid in de hemel, mysterieus en interessant) zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


Christenen gebruikten zelden het kruis als symbool. Ze gebruikte liever het Chi Rho-teken: de eerste twee letters van de naam Christus in het Grieks. De twee letters naast het teken zijn de alpha (α) en de omega (Ω): de eerste en laatste letter van het Griekse alfabet. Hiermee gaven ze aan dat Jezus het begin en het einde was.

Slide 12 - Slide


Christenen in het Romeinse Rijk


Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. 
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof 
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


De verspreiding van het Christendom in het Romeinse Rijk.
Verspreiding rond het jaar 75.
Verspreiding rond het jaar 200.
Verspreiding rond het jaar 300.
Verspreiding rond het jaar 400.

Slide 13 - Slide

Maak opdr. 100
Om jodendom en christendom volledig uit te roeien.

Slide 14 - Slide

Maak opdr. 101
Nee, want gouverneur Plinius schrijft in 11 n. Chr. nog over christenen.

Slide 15 - Slide


Christenvervolging


  • Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
  • Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, en dat is niet de Romeinse keizer!
  • De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Onder sommige Romeinse steden bevonden zich catacomben waarin christenen (maar ook Joden) hun doden begroeven.
Veel van deze catacomben zijn mooi versierd met christelijke muurschilderingen.
De catacomben werden soms ook gebruikt voor kerkdiensten, omdat het boven de grond te gevaarlijk was om openlijk voor je geloof uit te komen.

Slide 16 - Slide

Vervolgingen van de christenen
  • christenen probeerden veel Romeinen te bekeren tot het christendom.
  • De volken in het Romeinse rijk hadden allemaal hun eigen geloof. Ideeën van christenen in het begin niet zo duidelijk.
  • Vrouwen en slaven hadden geen rechten bij de Romeinen en die werden als eersten christelijk. 
  • Vanaf de 3e eeuw na Chr. werden meer rijke mensen Christen, zo kon de kerk armen en zieken helpen met geld, voedsel.

Slide 17 - Slide

Maak opdr. 102
Voor het christendom is iedereen gelijk, dus ook vrouwen en slaven kunnen meedoen.

Christenen hielpen armen en zieken met eten of geld.

Slide 18 - Slide

Rest antw. op opdr. 102
Het christendom beloofde een beter leven na de dood.

Christenen waren niet bang voor vervolging of voor de dood: hun god was waarschijnlijk dus heel machtig.

Christenen hielpen elkaar.

Slide 19 - Slide


Christenvervolging


Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Om voor elkaar (maar niet voor de Romeinen!) herkenbaar te zijn, gebruikten christenen symbolen. Zo tekenden ze bijvoorbeeld een ichthus (vis) in het zand om hun geloof aan andere christenen kenbaar te maken. Als er dan een Romein in de buurt was, konden ze het symbool weer eenvoudig wissen.
Hoewel de naam ichthus, vis betekent, is het ook een afkorting van de eerste letters van: Jezus Christus, Gods zoon, (en / de) Redder, in het Grieks.

Slide 20 - Slide

Maak opdr. 103 bron w24
Er hangt iemand aan een kruis. Jezus werd gekruisigd door de Romeinen. Dat het spottend is zie je aan de gekruisigde. Die heeft een ezelskop.

Slide 21 - Slide


Christenvervolging


Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Voor de leeuwen gooien, was een gebruikelijk doodstraf voor christenen tijdens hun vervolgingen in het Romeinse Rijk.
Het moet een gruwelijk spektakel zijn geweest, maar wat vooral indruk op de toeschouwers maakte was dat de christenen soms niet gingen vechten met de leeuwen, maar bidden tot hun god. 
De toeschouwers waren verbijsterd, maar ook nieuwsgierig: als je toch zoveel vertrouwen in je god hebt, dan moet het wel een hele goede god zijn. 

Slide 22 - Slide

Hoe komt het dat vooral arme mensen christen werden?
A
De christenen zorgden ervoor dat arme mensen omgekocht werden. Als zij christen zouden worden, kregen ze een groot geldbedrag.
B
Rijke mensen hadden een betere opleiding gehad. Daarom geloofden ze de dingen die de christenen vertelden, niet zo makkelijk.
C
Christenen hielpen elkaar. Als er één ziek werd of in de problemen kwam, hielpen de anderen hem.
D
Christenen geloven dat je in de hemel komt als je goed geleefd hebt. Arme mensen hadden een zwaar leven. Zij vonden het fijn dat er na de dood een prettiger leven zou komen.

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Video

Joden en christenen hebben een geloof dat monotheïstisch is.
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

Een verschil tussen het geloof van de joden en christenen is dat?
A
de joden geloven in 1 god Jaweh en de christenen alleen in God
B
De joden geloven dat de messias er al is en de christenen geloven dat die nog moet komen
C
de joden geloven dat de messias nog moet komen en de christenen geloven dat Jezus Christus de messias is.

Slide 26 - Quiz

de volgelingen van Christus (apostelen) gingen de boodschap (evangelie) verder verspreiden en dat was?
A
als je in onze éne God gelooft, krijg je nu en na je dood een beter leven
B
als je in onze éne God gelooft, krijg je na je dood een beter leven
C
als je in onze éne God gelooft, dan krijg je nu een beter leven
D
als je in onze éne God gelooft, dan krijg je na je dood een leven in de hel

Slide 27 - Quiz

De boodschap van Christus was voor
A
alleen de rijke mensen
B
alleen de arme mensen
C
alleen voor de vrouwen en slaven die geen rechten hadden
D
voor iedereen: man, vrouw, arm, rijk, slaaf.

Slide 28 - Quiz

Waarom was het het voor veel volken in het begin niet duidelijk waar het christendom voor stond?
A
De volken in het Romeinse rijk hadden allemaal hun eigen geloof
B
De volken in het Romeinse rijk begrepen de taal van de christenen niet
C
De volken in het Romeinse rijk vonden dat ze wel genoeg goden hadden
D
De volken in het Romeinse rijk wilden geen 1 God

Slide 29 - Quiz

Vrouwen en slaven bekeerden zich als eersten tot het christendom, omdat?
A
zij geen rechten hadden en als de christenen de baas waren kregen ze die wel
B
zij geen rechten hadden en die van God wel kregen
C
zij geen rechten hadden en Christus die hen wel kon bezorgen
D
zij geen rechten hadden en bij het christendom is iedereen gelijk.

Slide 30 - Quiz

  • Er kwamen steeds meer christenen bij en dat werd steeds gevaarlijker. Omdat ze de Romeinse goden en keizer niet wilden vereren stond op christen zijn de doodstraf.
  • 3e eeuw na chr.: grote politieke, militaire en economische problemen in het Romeinse rijk=> christenen kregen de schuld en er kwamen de ergste en wreedste christenvervolgingen.  

Slide 31 - Slide

  • Christenen geloofden dat ze na de dood een beter leven zouden krijgen en bleven vasthouden aan hun geloof, zelfs als ze op het punt stonden ter dood gebracht te worden. 
  • Meer Romeinen werden christen omdat ze het wel heel bijzonder vonden dat de christenen niet bang waren voor de dood en omdat de christenen elkaar hielpen met voedsel en andere zaken.

Slide 32 - Slide





  • ...vermoedelijk was de werkelijkheid iets anders: er braken steeds meer rellen uit tussen christenen en Romeinen. 

  • Constantijn bedacht de oplossing: godsdienstvrijheid voor de christenen. 
  • Hij werd zelf pas christen vlak vóór zijn dood.

Een standbeeld van Constantijn de Grote, of eigenlijk Flavius Valerius Aurelius Constantinus. De naam 'de Grote' heeft niets te maken met zijn lengte of het feit dat hij een goede keizer was. Het is een titel die de christelijke kerk aan hem heeft gegeven voor zijn bijdrage aan het christendom.

Slide 33 - Slide

Het christendom wordt staatsgodsdienst
  • 313 na Chr. keizer Constantijn komt met het tolerantie-edict: alle godsdiensten moeten voortaan zonder ruzie samenleven. Christendom niet meer verboden. Christenen kregen hun bezittingen terug.
  • Keizer Constantijn had gedroomd volgens christelijke schrijvers, dat christus hem in een veldslag zou helpen. Met het kruis op de schilden won hij. Of dat echt waar is valt te betwijfelen, hij bleef zelf de Romeinse goden vereren.

Slide 34 - Slide

Maak opdr. 104
antw. B
Omdat ze nu niet meer gestraft werden alleen omdat ze christen werden.

Slide 35 - Slide

Maak opdr. 105
Dat is onduidelijk. In ieder geval aanbad hij de god van de Zon.

Slide 36 - Slide


Staatsgodsdienst

  • In 380 gebeurt er iets bijzonders: keizer Theodosius verplicht iedereen om christen te worden. 
  • Het christendom wordt staatsgodsdienst en alle andere godsdiensten worden verboden. 
  • Iedereen die niet christen is wordt vervolgd en hij verbiedt de Olympische Spelen, omdat ze niet christelijk zijn.
Romeinse munt met het hoofd van Theodosius I de Grote

Slide 37 - Slide

Een nieuwe maatschappij
  • 391 na chr.: het christendom werd staatsgodsdienst en het werd verboden om de Romeinse goden te vereren.
  • De leiders van de christenen, de bisschoppen, kregen steeds meer macht,  ook in het bestuur. 
  • Toen de Romeinen verdwenen uit Nederland bleven de bisschoppen hun bisdommen en de steden besturen. Zoals in Maastricht die nu met de bisschop weer uitgroeide tot grote stad.

Slide 38 - Slide

Maak opdr. 106
Maastricht was al een Romeinse stad voor het christendom er kwam.

Slide 39 - Slide

Maak opdr. 107
In Maastricht zat de bisschop. Na 391 bestuurden bisschoppen niet alleen de kerk, maar voor een deel ook de stad zelf. Zo bleef Maastricht belangrijk, ook in het rijksbestuur.

Slide 40 - Slide

A: Leg uit waarom vooral slaven en vrouwen zich als eerste tot het christendom bekeerden.
B: Noem 2 voorbeelden waarom meer Romeinen christelijk werden.
C: Leg uit waarom de christelijke bisschoppen ook na de val van het West-Romeinse Rijk nog macht bleven houden en noem daarbij een Nederlands voorbeeld.

Slide 41 - Open question

Samenvatten Maak opdr. 108
Joden geloven in een God. Daarmee is het een monotheïstische godsdienst. God heeft de wereld geschapen. Uiteindelijk zal een verlosser, een messias, de mensheid komen redden.

Slide 42 - Slide

Maak opdr. 109
Joden geloven in een God. Daarmee is het een monotheïstische godsdienst. God heeft de wereld geschapen. De messias, die mensheid zou redden, is al gekomen, dat is Jezus.

Slide 43 - Slide