§2.4 Provincies en gemeenten deel 1

Hoofdstuk 2: 
Naar een industriële samenleving
§2.4 Provincies en gemeenten deel 1

1 / 19
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Hoofdstuk 2: 
Naar een industriële samenleving
§2.4 Provincies en gemeenten deel 1

Slide 1 - Slide

Lesplanning 
Opening

Uitleg van §2.4 'Provincies en gemeenten' deel 1 

Maak van §2.4 'Provincies en gemeenten' vraag 2 t/m 6  + bespreken

Praktische opdracht: Jouw partij....... 





Slide 2 - Slide

Leerdoelen van deze les
  1. Hoeveel gemeenten heeft Nederland?
  2. Door wie wordt de gemeente bestuurd?
  3. Leg uit wat de Provinciale Staten doen
  4. Noem 3 voorbeelden hoe burgers invloed kunnen hebben op de politiek

Slide 3 - Slide

Weet jij hoe een gemeente wordt bestuurd?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Weet jij wie burgemeester van gemeente Hellendoorn is?
Ja
Nee

Slide 5 - Poll

Burgermeester
Dhr. Jorrit Eijbersen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Gemeenten en provincies
12 provincies:
  • Bestuur: Provinciale Staten
  • Voorzitter: Commissaris van de Koning
  • Wordt door de regering aangewezen

344 gemeenten:
  • Bestuur: Gemeentebestuur
  • Voorzitter: De burgemeester
  • Wordt ook door de regering aangewezen



Slide 8 - Slide

Gemeentebestuur
Lijkt op de landelijke regering:
  • Elke 4 jaar gemeenteraad verkiezingen.
  • De grootste fracties onderhandelen en leveren de wethouders die gaan besturen.

De burgemeester en de wethouders vormen het dagelijks bestuur, de gemeenteraad controleert het dagelijks bestuur.

Burgemeester
Otwin van Dijk
Gemeentehuis
Het gemeentehuis van Oude IJsslstreek is in gendringen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Provinciale Staten
Wat doen de Provinciale Staten:
  • Nemen besluiten over de provincie
  • Vergaderen in het provinciehuis in de provinciehoofdstad.

  • Grootste fracties bepalen wie het dagelijks bestuur vormen.
  • Kiezen de leden van de Eerste Kamer


Slide 11 - Slide

Heb jij nu ook invloed op het gemeentebestuur of Provinciale Staten?
A
Ja
B
Nee
C
Soms

Slide 12 - Quiz

Invloed van de burger
Hoe kun je als burger invloed uitoefenen?

  • contact opnemen met leden van gemeenteraad of Provinciale Staten
  • gemeente kan referendum of volksstemming organiseren
  • gemeente kan inspraakbijeen-komsten organiseren
  • met een burgerinitiatief een onderwerp aan de orde stellen
  • als burger inspreken in een vergadering van de gemeente
  • openbare vergaderingen bijwonen

Slide 13 - Slide

Wie kiest de gemeenteraad?
A
De burgemeester
B
De wethouders
C
De inwoners van de gemeente
D
De koning

Slide 14 - Quiz

Wie vormen samen het dagelijks bestuur van een gemeente?
A
Burgemeester en wethouders (B&W)
B
Burgemeester en ministers (B&M)
C
Burgemeester
D
Wethouders

Slide 15 - Quiz

Wie is het hoofd van de Provincie?
A
de burgemeester
B
de commissaris van de koning
C
de koning
D
de premier

Slide 16 - Quiz

Om de hoeveel jaar zijn er gemeenteverkiezingen?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 17 - Quiz

Aan het werk
2.4  > Provincies en gemeenten > blz. 67 - 69

Opdracht 2 t/m 6 zelfstandig maken >  klassikaal bespreken


Tip: Lees goed de leerstof die bij de vraag hoort

Slide 18 - Slide

 Jouw eigen politieke partij  -  Verkiezingsposter
· Politieke partijen denken na over veel dingen. Maar vaak is er één onderwerp het belangrijkst, zoals werk, onderwijs, geld, zorg of wonen. Bedenk welk onderwerp voor jou het belangrijkst is.
· Bedenk een naam voor jouw nieuwe partij, die past bij het onderwerp!
· Bekijk verschillende verkiezingsposters op internet.
· Bedenk een slogan: een korte zin die je standpunt over het onderwerp weergeeft. Gebruik als inspiratie de slogans op de posters uit de vorige stap.
· Op de meeste verkiezingsposters zie je een persoon. Dat kan beter. Bedenk een beeld dat past bij je onderwerp en je slogan.
· Maak de poster (bijvoorbeeld in Word of PowerPoint) met het beeld dat je hebt bedacht, de slogan en de naam van de partij. 
· Presenteer de poster aan je klas. Doe daarbij of je een verte-genwoordiger van de partij bent. Laat de poster zien en begin met de woorden: 'Jullie moeten allemaal op de <naam van je partij> stemmen, want ….'.







Slide 19 - Slide