Unité 5 - grammaire I (het werkwoord faire)

B1I le 22 avril 2022

1 / 11

Slide 1: Slide

FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Lesson duration is: 50 min

Items in this lesson

B1I le 22 avril 2022

Slide 1 - Slide

Lesdoel: aan het einde van de les...

- weet ik of het werkwoord faire tot de regelmatige of onregelmatige werkwoorden behoort
- herken ik het werkwoord faire in een Franse zin

- kan ik een Franse zin maken met het werkwoord faire

Slide 2 - Slide

Le programme:

1. Nakijken ex. 3,4,6

2. Aantekening het werkwoord faire

3. Au travail!

Slide 3 - Slide

Unité 5 - het werkwoord faire

Onregelmatige werkwoorden Regelmatige werkwoorden

geen regel (uit het hoofd) wel regel, namelijk:

1. werkwoord - er

2. plak de goede uitgang

erachter

Je + e

Tu + es

Il/elle/on + e

Nous + ons

Vous + ez

Ils/elles + ent

Slide 4 - Slide

Welke werkwoorden horen er onder het kopje 'onregelmatige ww' te staan?

Slide 5 - Open question

Unité 5 - het werkwoord faire

Onregelmatige werkwoorden Regelmatige werkwoorden

geen regel (uit het hoofd) wel regel, namelijk:

- être 1. werkwoord - er

- avoir 2. plak de goede uitgang

- aller erachter

- faire. Je + e

Tu + es

Il/elle/on + e

Nous + ons

Vous + ez

Ils/elles + ent

Slide 6 - Slide

Unité 5: het werkwoord faire

Faire = doen / maken

je fais = ik doe, maak

tu fais = jij doet, maakt

il/elle/on fait = hij/zij/men doet, maakt

nous faisons = wij doen, maken

vous faites = jullie doen, maken / u doet, maakt

ils/elles font = zij doen, maken

Let op: het werkwoord faire gebruik je vaak in combinatie met sporten

faire du foot = voetballen faire de la danse = dansen, etc.

Slide 7 - Slide

Les élèves (faire)

Slide 8 - Open question

Vous (faire)

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

Maak nu:

Les devoirs: le 9 mai

Faire:

ex. 8A,B,C,E

Apprendre:

apprendre 1 t/m 3 (zie Quizlet)

Slide 11 - Slide