Spelling hoofdstuk 1 t/m 4

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

SPELLING

Hoofdstuk 1 t/m 4

HOOFDSTUK 2

Met of zonder -n

De twee jongens pakten beide/beiden een koekje van de schaal.

De twee waterschappen gingen zich beide/beiden meer toeleggen op faunabeheer.

Ik hoorde beide/beiden zangers het lied zingen.

De coureur en zijn motor belandden beide/beiden in de grindbak.

De hoogbegaafde/hoogbegaafden moest een speciale test afnemen.

De feestende/feestenden gingen door tot in de vroege uurtjes.

Enkele/enkelen van de kippen hebben een ei gelegd.

De meeste/meesten maakten de toets goed.

Sommige vrienden waren het cadeau vergeten, maar de meeste/meesten hadden al bijgelegd.

Tientalle/tientallen jongeren gingen staken voor het milieu.

Ik heb een prachtige armband gekregen voor mijn verjaardag; een hele dure goude/gouden.

HOOFDSTUK 3

cijfers of letters

Uitschrijven in letters:

• nul tot twintig (en de halve)
• honderdtallen, duizendtallen, enz
• schrijf breuken los --> drie achtste

--> tienduizend, tachtigduizend, vijf miljoen, tien miljard

Cijfers:

• Exacte getallen --> datum, gewicht, maten, tijdstippen, etc.
• Wanneer meerdere getallen naar hetzelfde ding verwijzen, maar er een rare mix ontstaat.

--> Voor grote ronde getallen in een lopende tekst combineer je cijfers en letters: 22 duizend inwoners, 215 miljoen euro, 44 duizend kilometer.

Welke getallen moeten in letters?

De opa van 98 ging in 1951 met zijn 3 zoons 10 keer achter elkaar in de 8-baan.

1. 98, 1951, 3, 10, 8
2. 1951, 3, 10, 8
3. 98, 3, 10, 8
4. 3, 10, 8

Welke getallen worden voluit geschreven?
a) 371 - b) 80.000 - c) 2,5 - d) 64 - e) 19

1. a, b, c, d, e
2. b, d, e
3. a, c, e
4. b, c, e

HOOFDSTUK 4

afkortingen

afkortingen

• Een afkorting schrijf je afgekort op, maar spreek je uit als het oorspronkelijke woord. Een afkorting schrijf je met één of meer punten. Je gebruikt alleen hoofdletters als dit ook in het woord voorkomt.

     – z.s.m. (zo snel mogelijk), m.b.t. (met betrekking tot)

• Een letterwoord bestaat uit de eerste letters van een naam of woordgroep. Je spreekt het uit als een woord. Je schrijft een letterwoord zonder punten en je gebruikt een hoofdletter als die ook in het afgekorte woord voorkomt:

    – havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs), vip (very important person)

• Een initiaalwoord wordt gevormd volgens dezelfde regels als een letterwoord, maar in tegenstelling tot een letterwoord spreek je het uit als losse letters:

     –  NS (Nederlandse Spoorwegen), EHBO (Eerste Hulp Bij Ongelukken)

• Een verkorting is opgebouwd uit een of meer (delen van) lettergrepen. Je spreekt een verkorting uit als een woord:

     – horeca (hotel, restaurant, café)

• Een symbool is een notatie van een wetenschappelijk begrip, een eenheid of een valuta. De schrijfwijze is nationaal of internationaal afgesproken. Een symbool schrijf je zonder punt:

    – V (volt), ml (milliliter), GB (gigabyte).

Bij sommige eenheden wordt in technische en wetenschappelijke teksten een symbool gebruikt, zoals gram (g) en seconde (s), en in gewone teksten een afkorting: 50 gr. (vijftig gram), 10 sec. (tien seconden).

Wat is KLM?

1. afkorting
2. letterwoord
3. initiaalwoord
4. verkorting

Wat is z.g.a.n.?

1. afkorting
2. letterwoord
3. initiaalwoord
4. verkorting

a.s. (aanstaande) is een...

1. Letterwoord
2. Afkorting
3. Initiaalwoord
4. Verkorting

Wat is prof?

1. afkorting
2. letterwoord
3. initiaalwoord
4. verkorting

Wat is btw?

1. een afkorting
2. een verkorting
3. een letterwoord
4. een initiaalwoord

Wat is het belangrijkste kenmerk van een letterwoord?

1. Het bestaat uit meerdere letters
2. Er staan altijd puntjes tussen de letters
3. Je spreekt de letters afzonderlijk uit
4. Je spreekt de letters uit als een woord

Een voorbeeld van een initiaalwoord is:

1. uv
2. z.s.m.
3. ml
4. a.s.

Is de afkorting havo zo goed geschreven?

1. Ja
2. Nee

Wat is de juiste afkorting van diskjockey

1. d.j.
2. D.J.
3. dj
4. DJ

Wat is juiste afkorting:
van links naar rechts

1. v.l.n.r.
2. V.l.n.r.
3. vlnr
4. V.L.N.R.

WERKWOORDSPELLING

OEFENEN

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-werkwoordspelling-2/