3.3 Klimaten

3.3 Klimaten
1 / 28
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

3.3 Klimaten

Slide 1 - Slide

Hoe zat het ook alweer?
Opfrissen hoofdstuk 2:
  • Wat is de Intertropische convergentiezone?

Slide 2 - Slide

Intertropische convergentiezone (ITCZ)
Het lagedrukgebied rond de evenaar.

Slide 3 - Slide

ITCZ ten zuiden van de evenaar (januari)
ITCZ ten noorden van de evenaar (juli)

Slide 4 - Slide

Hoe zat het ook alweer?
Opfrissen hoofdstuk 2:
  • Wat is de Intertropische convergentiezone?
  • Welk vijf klimaattypen worden van elkaar onderscheiden?

Slide 5 - Slide

Klimaatclassificatie volgens Köppen
A: Tropisch
B: Aride
C: Maritiem
D: Continentaal
E: Polair
(H2) Klimaatgebied is niet hetzelfde als landschapszone

Slide 6 - Slide

Hoe zat het ook alweer?
Opfrissen hoofdstuk 2:
  • Wat is de Intertropische convergentiezone?
  • Welk vijf klimaattypen worden van elkaar onderscheiden?
  • El Niño en La Niña; wat wordt daarmee bedoeld?

Slide 7 - Slide

El Niño en La Niña

Slide 8 - Slide

En dan nu toepassen op Zuid-Amerika

Slide 9 - Slide

Klimaatfactoren
Ligging van klimaat- vegetatie- en landschapszones wordt bepaald door klimaatfactoren:
  • breedteligging
  • hoogteligging
  • loef- / lijzijde
  • invloed van zee- en luchtstromen

Slide 10 - Slide

Klimaten verklaren
Klimaat en landschapszones:
Noordelijke helft Zuid-Amerika = tropisch (Af). Verder beinvloeden de hoogte de temperatuur (Cf en EH) en loef- en lijzijde de neerslag (Aw). Noordoosten droogtes (BS).

Zuidwaarts: steppe- en woestijnklimaten. Zuidelijkste puntje is gematigd zeeklimaat. 




Slide 11 - Slide

Klimaten verklaren
Klimaatfactoren:
Klimaat- vegetatie en landschapszones worden bepaald door: geografische breedteligging, hoogte, noord-zuidligging, Andesgebergte en de invloed van zee- en luchtstromen.

Overheerstende zuidoostpassaat blaast waterdamp over Amazonebekken naar de Andes. zuidelijker zorgte de aflandige winden voor droogte aan de oostzijde van de Andes. Regenschaduw is dus aan de keerzijde.  




Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Mangrove en pampa's
In kustgebieden met een (sub)tropisch klimaat groeien onafhankelijk van de hoeveelheid neerslag in dat gebied mangrovebossen.

Pampa's in Patagonië.

Slide 17 - Slide

Savanne
Llanes: grassavanne met bomen.

Cerrado: boomsavanne.

Slide 18 - Slide

Verklaar
Verklaar het verschil tussen A (BW) en F (Af).
(volgende slide voor je antwoord)

Slide 19 - Slide

Verklaar het verschil tussen A (BW) en F (Af).

Slide 20 - Open question

Antwoord
Overheersende windrichting (zuidoostpassaat) zorgt voor veel regen aan de oostkust van het continent. De westkant van de Andes is de lijzijde.

Slide 21 - Slide

Verklaar
Verklaar het verschil tussen 1 en 2.
(Je antwoord komt in de volgende slide)
1 (BW)
2 (Cf)

Slide 22 - Slide

Verklaar het verschil tussen 1 en 2.

Slide 23 - Open question

Antwoord
1 (BW)
2 (Cf)

Slide 24 - Slide

Loef- en lijzijde Andes
30º en 60º ZB: westenwinden -> De westkant van het Andesgebergte is hier de loefzijde (regen) en de oostkant de lijzijde (droog). 

Zuid-Chili: overgangszone (Cs, mediteraan) tussen droge noorden (BW) en zeeklimaat (Cf).

Zuid-Argentinië: pampa's (grasvlakten) in  Patagonië.

Slide 25 - Slide

Maar...
El Nino

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Slide