11.1 Voortplantingsstelsel man

Klas Binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats
  • je telefoon in de tas
  • Je bent startklaar voor de      les                        
  • Aandacht voor de docent
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Klas Binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats
  • je telefoon in de tas
  • Je bent startklaar voor de      les                        
  • Aandacht voor de docent

Slide 1 - Slide

gedragsregels / afspraken
Naar elkaar luisteren
Een ander niet uitlachen
Respect tonen
Net taalgebruik
Een ander laten uitpraten
Niet pesten

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

wat ga je leren?
  • wanneer een jongen vruchtbaar is
  • wat de verschillende voortplantingsorganen van de man zijn
  • waar de voortplantingsorganen zich bevinden
  • wat de functies van de voortplantingsorganen zijn
4.3 Man

Slide 4 - Slide

ontstaan secundaire geslachtskenmerken vrouw:
  • groei borsten
  • groei schaamhaar
  • ongesteld
hypofyse (hormoonklier)
geeft startsein 
maakt hypofyse-hormonen
zaadballen
geslachtsorgaan man reageert op hypofysehormonen en 
maakt testosteron
eierstokken
geslachtsorgaan vrouw reageert op hypofysehormonen en maakt oestrogeen
ontstaan secundaire geslachtskenmerken man:
  • penisgroei
  • baardgroei
  • lage stem etc...
Even terugblikken..................

Slide 5 - Slide

Hormonen

- Stimuleert spiergroei
- ... lichaamsbeharing
- ...aanmaak van talg
-...de ontwikkeling van de penis
-...etc.....


Slide 6 - Slide

Het voortplantingsstelsel van de man

Slide 7 - Slide

Waneer is een jongen vruchtbaar?
  • in de puberteit maken de jongens voor het eerst zaadcellen
  • de zaadcellen zijn de voortplantingscellen van een man
  • in de puberteit begint de zaadballen met het maken van zaadcellen
  • een jongen is vruchtbaar na zijn eerste zaadlozing

Slide 8 - Slide

Balzak
Balzak: een huidplooi waar de zaadballen en bij ballen in liggen.
Balzak

Slide 9 - Slide

Zaadbal
Zaadballen: produceren mannelijke hormonen en zaadcellen. 




Slide 10 - Slide

Bijbal
Bijballen: voor tijdelijke opslag van zaadcellen
In de bijballen rijpen ze verder. 


Slide 11 - Slide

Zaadleider
  • Zaadleiders: vervoeren de zaadcellen die uit de bijballen komen

  • zaadleiders komen samen met de afvoerbuis van de zaadblaasjes.

Slide 12 - Slide

Zaadblaasjes
Voegen vocht toe aan de 
zaadcellen, waardoor ze gaan gaan bewegen (worden actief) 


Slide 13 - Slide

Prostaat
  •  Bij het klaarkomen worden de zaadcellen naar de prostaat gepompt. 
  • Voegt vocht toe aan de zaadcellen. In het vocht zitten voedingsstoffen voor de zaadcellen

Slide 14 - Slide

De eerste zaadlozing

Slide 15 - Slide

zaadlozing

  • Bij een zaadlozing komt sperma uit de penis. 
  • Dit gebeurt tijdens een ‘orgasme’, ook wel ‘klaarkomen’ genoemd. 
  • Een man kan een orgasme krijgen bij geslachtsgemeenschap, zelfbevrediging of bij een ‘natte droom’. 
  • Per zaadlozing komt er een theelepel sperma uit de penis.
  • Een zaadlozing bevat 100 tot 400 miljoen zaadcellen.


Slide 16 - Slide

Sperma
  • zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de bijballen
  • zaadcellen worden vervoerd door de zaadleiders
  • zaadblaasjes en de prostaat voegen vocht toe
  • vocht uit zaadblaasjes en prostaat bevat voedingsstoffen voor de  zaadcellen
  • sperma = mengsel van zaadvocht en zaadcellen

Slide 17 - Slide

De bouw van een zaadcel: 
zich voortbewegen door de zweepstaart

Slide 18 - Slide

Zaadcel 
Een spermacel heeft een kop en een zweepstaart.
Met de zweepstaart kan hij zich voortbewegen. 
Mannen kunnen tot op hoge leeftijd sperma produceren. 
Zaadleiders vervoeren de zaadcellen. 

Slide 19 - Slide

sperma
zaadcel

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

penis
De penis bestaat uit de eikel, de voorhuid, zwellichamen en de urinebuis. 
Door de urinebuis komt ook sperma naar buiten. 
De eikel is het voorste deel van de penis. 

Er bevinden zich in de penis de drie zwellichamen, die opzwellen in geval van een erectie. 
eikel
urinebuis
-vooruid
-zwellichaam

Slide 22 - Slide

Voorhuid
 Voorhuid = dient als bescherming van de zeer gevoelige eikel.

 De voorhuid kan naar achteren worden geschoven, dan komt de eikel bloot te liggen.

Bij een besneden penis is de voorhuid verwijderd

Slide 23 - Slide

Erectie
Kijk naar het plaatje. De rode delen heten 'zwellichamen'.
Zwellichamen vullen zich met bloed. Zo krijgt een man een stijve penis. 
Een ander woord voor stijve penis is 'erectie'. 

Slide 24 - Slide

Wat heb je geleerd?
  • Je weet wat geslachtskenmerken zijn.
  • Primaire en secundaire geslachtskenmerken.
  • lichamelijke en geestelijke verandering.
  • Mannelijke geslachtscellen

Slide 25 - Slide

De man
zaadblaasje
voegt vocht toe aan zaadcellen waardoor deze beweeglijk worden
Prostaat
voegt vocht toe aan zaadcellen waardoor deze beweeglijk worden
zaadleider
vervoert zaadcellen 
bijbal
opslag van zaadcellen
zaadbal
Ook wel lteelbal of testes
Hier worden zaadcellen geproduceerd
eikel
Meest gevoelige deel van de penis
zwellichaam
Hier wordt bloed in gepompt waardoor de penis in erectie komt
urinebuis
Vervoeren van sperma (zaadcellen + zaadvocht)
De urinebuis vervoert ook urine

Slide 26 - Slide

In welk orgaan worden de zaadcellen geproduceert?
A
bijballen
B
teelballen
C
prostaat
D
zaadblaasjes

Slide 27 - Quiz

Waarom hangt de balzak van de man van het lichaam af?
A
om de weg naar buiten langer te maken
B
voldoende bewegingsruimte teelballen
C
Om de temperatuur te regelen
D
Om de penis in evenwicht te houden

Slide 28 - Quiz

Waar worden zaadcellen gemaakt?
A
Teelballen
B
Bijballen

Slide 29 - Quiz

Zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de
A
Teelballen
B
Bijballen

Slide 30 - Quiz

De zaadblaasjes en prostaat maken
A
Vocht
B
Urine
C
Zaadcellen
D
Eicellen

Slide 31 - Quiz

Tekst
Tekst
Tekst
Te
teelbal, testis
zaadleiders
de prostaat
teelballen
zaadblaasjes
worden zaadcellen gemaakt
Opslag plaats voor zaadcellen
zorgen voor het vervoer van zaadcellen
voegt vocht toe aan de zaadcellen
voegt vocht en voedingsstoffen aan de zaadcellen toe

Slide 32 - Drag question

Waaruit bestaat sperma?
A
uit zaadcellen
B
uit zaadvocht
C
uit zaadcellen en zaadvocht
D
uit zaadcellen en urine

Slide 33 - Quiz

Heb je nog vragen?
schrijf ze op en stel ze aan je docent.

Slide 34 - Mind map