Textiel verzorgen (week 2)

1 / 39
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
  • Welkom Klas! 
  • Ga allemaal op je plek zitten. 
timer
3:00

Slide 3 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Terugblik
Wat weet je nog over de vorige les?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Textiel

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Mens en omgeving
Textiel en verzorging

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

lesdoelen 
  • Je kunt een werkvolgorde en een planning maken
  • Je kunt Wasvoorschriften op kleding lezen en begrijpt wat de symbolen betekenen
  • Je kunt  wasgoed sorteren in witte, bonte (gekleurde) en donkere was
  • De juiste dosering gebruiken van een wasmiddel
  • Je kunt de wasmachine aanzetten op het juiste  programma met het juiste wasmiddel in de juiste dosis
  • Je kunt een blouse strijken op het juiste programma 









Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Textiel verzorgen
Textiel= geweven stof

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Textiel verzorgen
Functies van textiel:
  • beschermen tegen kou, warmte en vocht;
  • uiterlijk aantrekkelijker maken;
  • je onderscheiden (uniform/cultuur);
  • schoonmaken.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Wat doe je met de kledingstukken voordat je ze in de machine stopt?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Voordat de was in de machine gaat!
  • Controleer het wasgoed, haal de zakken leeg.
  • Maak ritssluitingen dicht.
  • Keer donkere, bonte spullen, en textiel met een print binnenstebuiten.
  • Behandel moeilijke vlekken met een speciaal vlekkenmiddel.
  • Lees het samenstellingsetiket: hierop staat aangegeven van welke materialen het kledingstuk is gemaakt. 
  • Lees het behandelingsetiket: hierop staan de symbolen die aangeven hoe je het kledingstuk moet behandelen.












Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Textiel verzorgen
etiketten

samenstellingsetiket=
Je kunt lezen uit welke vezels of gronstoffen het  textielproduct gemaakt is.

Behandelingsetiket=
Geeft aan hoe een textielproduct tijdens wassen, strijken, drogen  en reinigen moet worden behandeld.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Textiel verzorgen
Symbolen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Textiel verzorgen
De was;
Bewaar je op een droge plaats
Bewaar je zo kort mogelijk.

Bewaar je op een koele plaats.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Was drogen
  • aan de waslijn
  • condensdrogers: het water uit het wasgoed wordt opgevangen in een waterreservoir.
  • blowers of luchtafvoerdrogers: de waterdamp via een slang naar buiten laten gaan. 

voordeel: snel/ als je weinig ruimte hebt
nadeel: duur, wasgoed slijt meer, gebruikt veel energie

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

waarom strijken?
  • Om de kreukels er uit te krijgen zodat het glad is 
  • Om het textiel te ontsmetten ( bij ziekte en bij eerstehulpverlening) 


Wel of niet strijken?
  • Vouwgoed niet: Badhanddoeken, sokken en ondergoed 
  • Strijkgoed wel: Een blouse of shirt dat netjes glad moet zijn






Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Textiel verzorgen
Ergonomie
  • Zet de wasmand op een fijne werkhoogte. 
  • Zet de wasmand vlakbij de machine en ga op de knieën zitten. 
  • Stel de strijkplank op de juiste hoogte in. 
  • Berg niet te hoog op.  


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

QUIZ

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

als je op je ergonomie let bij het strijken, dan let je op...
A
de stand van het strijkijzer
B
de hoogte van de strijkplank
C
het behandelingsetiket van het wasgoed
D
dat je je niet verbrand aan het strijkijzer

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Sleep het wasmiddel naar de juiste foto.

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Voor welke was is dit wasmiddel?
A
Fijne was
B
Witte was
C
Donkere was
D
Bonte was

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Welk wasmiddel gebruik je om dit wasgoed te wassen?
A
bontwasmiddel
B
witwasmiddel
C
fijnwasmiddel
D
wolwasmiddel

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

In de winkel kun je veel soorten wasmiddelen kopen.
Match de wasmiddelen uit de linker kolom met de wasprogramma's uit de rechterkolom.

donkerbont
handwas
fijne was
witte was
fijnwasmiddel
wasmiddel met bleekmiddel
wasmiddel zonder bleekmiddel
wolwasmiddel

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de beste volgorde om te strijken
A
Van donker naar licht
B
Van heet naar lauw
C
Van lauw naar heet
D
Van licht naar donker

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Welke stoffen mag je heet strijken (3 stipjes)
A
katoen, linnen en viscose
B
acryl, nylon
C
wol
D
polyester, fleece

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Hoe moet je deze trui strijken?
A
Je mag de trui niet strijken
B
Lauw strijken
C
Warm strijken
D
Heet strijken

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Een strijkmachine is vooral geschikt voor:
A
kleding met plooien zoals broeken.
B
kleding die erg gekreukeld is
C
moeilijk te strijken kleding zoals blouses.
D
platgoed zoals theedoeken of lakens.

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Waar begin je mee als je gaat strijken?
A
het pakken van de strijkplank
B
of je het textiel wel gestreken mag worden
C
het pakken van het strijkijzer
D
het maakt niet uit waar je mee begint

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

als je op je ergonomie let bij het strijken, dan let je op...
A
de stand van het strijkijzer
B
de hoogte van de strijkplank
C
het behandelingsetiket van het wasgoed
D
dat je je niet verbrand aan het strijkijzer

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Strijk je Nylon en Synthetische stoffen op een hoge of lage temperatuur?
A
Hoog
B
Laag

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Waar moet je om denken als je de was gaat strijken?
A
Altijd over ritsen of knopen strijken.
B
Kleding met opdrukken binnenstebuiten strijken.
C
De was op de grond laten hangen.
D
De strijkplank op de verkeerde hoogte instellen.

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Op hoeveel graden mag je strijken?
A
Lauw strijken
B
Niet strijken
C
Warm strijken
D
Heet strijken

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

    Begrippen uit deze les

Slide 36 - Slide

This item has no instructions


Leerdoelen: Vertel wat je nu weet over textiel
Hebben jullie nog vragen?
Voor de volgende les:

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Heb jij de lesdoelen behaald?
  • Je kunt een werkvolgorde en een planning maken
  • Je kunt Wasvoorschriften op kleding lezen en begrijpt wat de symbolen betekenen
  • Je kunt wasgoed sorteren in witte, bonte (gekleurde) en donkere was
  • De juiste dosering gebruiken van een wasmiddel
  • Je kunt de wasmachine aanzetten op het juiste programma met het juiste wasmiddel in de juiste dosis
  • Je kunt een blouse strijken op het juiste programma

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions