1.3 Het zenuwstelsel

Beschrijf de werking van de hypofyse en de hypothalamus
1 / 23
next
Slide 1: Open question
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Beschrijf de werking van de hypofyse en de hypothalamus

Slide 1 - Open question

Welke rol heeft de hormoonklier: schildklier

Slide 2 - Open question

Welke rol heeft de hormoonklier: alvleesklier

Slide 3 - Open question

Welke rol heeft de hormoonklier: nieren

Slide 4 - Open question

Welke rol heeft de hormoonklier: bijnieren

Slide 5 - Open question

Thema 1 Regeling
1.3 Het zenuwstelsel

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de bouw en signaalverwerking van de verschillende typen zenuwcellen beschrijven.
  • Je kunt de bouw, functies en werking van het zenuwstelsel beschrijven.

Slide 7 - Slide

Het zenuwstelsel
(bouw)
Centrale zenuwstelsel
  • Grote hersenen
  • Kleine hersenen
  • Hersenstam
  • Ruggenmerg

Perifere zenuwstelsel
  • Zenuwen (motorische en sensorische) -> van en naar spieren en klieren



Slide 8 - Slide

Hersenen
Grote hersenen
  • Hersenschors
  • Bewustwording en bewuste reacties

Kleine hersenen
  • Coördinatie en evenwicht

Hersenstam
  • Verbindt grote/kleine hersenen met ruggenmerg
  • Onbewuste levensprocessen en reflexen

Slide 9 - Slide

fMRI: 
kijken naar het brein in actie (hersencentra, gevoelscentra en bewegingscentra)


Binas tabellen 88C1/2/3

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Het zenuwstelsel
(functie)

Animale zenuwstelsel: bewuste reacties en houding en beweging van het lichaam

Autonome/vegetatieve zenuwstelsel: onbewuste reacties en processen (hartslagfrequentie, ademhalingsfrequentie, werking spijsverteringsorganen en nieren, verwijden en vernauwen bloedvaten)



Slide 12 - Slide

Prikkel -> zintuigcel (receptor = ontvanger) -> impulsen (elektrische signalen) -> via neuronen in zenuwen (conductoren = geleiders) naar ruggenmerg/hersenen -> verwerking -> impulsen via conductoren naar doelwitorgaan zoals spier of klier (effectoren = uitvoerders)

Slide 13 - Slide

Zenuwcellen (neuronen)
Geven signaalmoleculen (neurotransmitters) af

  • Dendriet: impulsen ontvangen
  • Axon: impulsen doorgeven

Myelineschede bestaande uit de cellen van Schwann = isolatielaag

Slide 14 - Slide

Vorm-functie denken:
Welke vorm hebben zenuwcellen en hoe draagt deze vorm bij aan de functie?

Slide 15 - Open question

Zenuwcellen
Sensorische zenuwcellen (gevoel): zintuig -> CZS
  • Cellichaam ligt buiten ruggenmerg

Schakelzenuwcellen: binnen hersenen en/of ruggenmerg

Motorische zenuwcellen (beweging): hersenen/ruggenmerg -> spieren of klieren
  • Cellichaam ligt binnen ruggenmerg

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Impulsoverdracht in een synaps

Slide 18 - Slide

Het ruggenmerg (Binas tabel 88J)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Leerdoelen behaald??
  • Je kunt de bouw en signaalverwerking van de verschillende typen zenuwcellen beschrijven.
  • Je kunt de bouw, functies en werking van het zenuwstelsel beschrijven.

Slide 22 - Slide

Het huiswerk
Bestudeer blz. 22 t/m 29.
Maken + nakijken opdr. 22 t/m 29.

Slide 23 - Slide