Watermanagement in Nederland: Slimme oplossingen tegen overstromingen

Watermanagement in Nederland: Slimme oplossingen tegen overstromingen

Leerdoel

Aan het einde van deze les weet je hoe Nederland zich heeft aangepast aan de gevaren van het water.

Introduceer het doel van de les en laat de studenten weten wat ze aan het einde zullen kunnen.

Wat weet je al over de gevaren van het water in Nederland?

Nederland en water

Nederland ligt voor een groot deel onder de zeespiegel en is daardoor extra gevoelig voor overstromingen.

Geef een inleiding over waarom Nederland waterbeheer zo belangrijk vindt.

Dijken

Dijken zijn de belangrijkste manier waarop Nederland zich beschermt tegen overstromingen.

Leg kort uit wat dijken zijn en hoe deze de belangrijkste vorm van bescherming zijn.

Deltawerken

De Deltawerken zijn een combinatie van dijken, dammen en sluizen die Nederland beschermen tegen de zee.

Laat de studenten kennismaken met de Deltawerken en wat deze uniek maakt.

Polders

Polders zijn gebieden die onder de zeespiegel liggen en door middel van pompen droog worden gehouden.

Vertel de studenten wat polders zijn en hoe ze worden gebruikt om land te winnen van de zee.

Ruimte voor de rivier

Ruimte voor de rivier is een programma dat ervoor zorgt dat rivieren meer ruimte krijgen om te overstromen, waardoor de kans op overstromingen kleiner wordt.

Introduceer het concept van Ruimte voor de rivier en leg uit hoe dit programma werkt.

Klimaatverandering

Door klimaatverandering stijgt de zeespiegel en wordt de kans op overstromingen groter. Nederland blijft daarom investeren in watermanagement.

Leg uit hoe klimaatverandering Nederland dwingt om zich aan te passen aan een veranderend klimaat en wat de toekomst voor watermanagement in Nederland kan betekenen.

Quiz

Test je kennis over watermanagement in Nederland met deze quiz!

Gebruik deze slide om de quiz te introduceren en door te verwijzen naar een interactieve quiz.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.