H2 NN 4-GT Schrijven Artikel - Toetsweek

H2 Schrijven van een artikel
1 / 47
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H2 Schrijven van een artikel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
- Je leert een artikel schrijven.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Schrijven artikel

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

opbouw van een artikel 
Pakkende titel 

Inleiding: hier introduceer je het onderwerp en schrijf je waarom je dit stuk schrijft (aanleiding)

Middenstuk: schrijf over elk deelonderwerp in één alinea. Gebruik signaalwoorden.

Slot: hier geef je een conclusie of korte samenvatting. 

Naam

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is géén functie van een inleiding?
A
aanleiding noemen
B
belangstelling wekken
C
samenvatting geven
D
onderwerp introduceren

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Denk aan de signaalwoorden!
Opsomming:

ten eerste, om te beginnen,
ten tweede, ook, vervolgens, ten slotte,.....

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Ondersteunende lessen
Vind je het schrijven van een artikel lastig?
Kijk dan ook hier naar de ondersteunende lessen voor de stapjes tijdens een tentamen of het examen. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Stap 1

Lees eerst de beschrijving en de opdracht goed door. Beantwoord voor jezelf:
- Wat voor tekst moet ik schrijven?

- Wat is het doel van mijn tekst?

- Wie is het publiek van mijn tekst?



  • artikel
  • zakelijke brief
  •  e-mail
Je hebt meestal ook een tekst nodig die je voor een eerdere opdracht voor leesvaardigheid al gelezen hebt.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Stap 2
    • Bekijk de lijst met punten die in je artikel moeten komen.


  • Markeer belangrijke punten. Bijvoorbeeld:

- Noem de aanleiding...
- Geef jouw eigen ervaring...

- twee voordelen van ...

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Stap 3
  • Orden de gevonden informatie
  • Verdeel de onderdelen over ten minste drie alinea's
  • Schrijf per alinea in steekwoorden op wat je gaat schrijven of maak een schrijfplan

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Stap 4
  • Je weet door de punten die je net hebt doorgenomen waar je op moet letten.
  • Streep de informatie die je nodig hebt uit de opdracht en tekst aan.
  • Zet voor de kantlijn het nummer van de opdracht waar de informatie bij past.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Stap 5
  • Schrijf je tekst in minimaal 100 woorden.
  • Een goedlopende tekst heeft volledige zinnen.
  • Maak de zinnen niet te lang.
  • Gebruik witregels tussen de alinea's
  • Zet een eigen titel boven het artikel
  • Zet je naam onder het artikel

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Stap 6
  • Controleer de inhoud: heb je alle informatie uit stap 3 goed in de tekst staan?
  • Controleer het taalgebruik: kijk alle woorden en zinnen goed na en verbeter eventuele fouten. Gebruik een woordenboek als je niet weet hoe je een woord moet spellen. Let ook op leestekens.
  • Controleer de conventies (regels): zorg dat de indeling klopt en de tekst er verzorgd uitziet

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Even oefenen
Artikel schrijven

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

In een artikel.....
A
Geef je de lezer informatie over een onderwerp.
B
Geef je je mening over een onderwerp.
C
Moet je u gebruiken.
D
Signaalwoorden zoals ten eerste, vervolgens en tot slot zijn belangrijk.

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Dit artikel is
A
informerend
B
amuserend
C
overtuigend
D
activerend

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Dit artikel is een
A
letterlijk interviewverslag
B
samenvattend interviewverslag

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Hoe begin je een artikel?
A
Geachte heer/mevrouw
B
titel
C
Hallo
D
Goedemiddag

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Is dit een artikel of een brief?
A
artikel
B
brief

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

In een artikel moet je altijd een .... vermelden
A
titel
B
titel, handtekening, naam
C
Titel, voornaam, achternaam
D
handtekening, titel

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Een artikel bestaat uit
A
inleiding, middenstuk
B
Slot, titel, middenstuk
C
handtekening, inleiding, middenstuk, slot
D
inleiding, middenstuk ,slot

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen kenmerk van een artikel?
A
De inleiding heeft een duidelijke functie
B
Indeling = Inleiding - Kern - Slot
C
De naam van de auteur wordt vermeld
D
Het is actueel

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Is dit een artikel of een brief?
A
artikel
B
brief

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de tekstsoort van dit artikel?
A
column
B
nieuwsbericht
C
instructie
D
handleiding

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Als je een artikel schrijft....
A
heeft iedere alinea een kernzin.
B
heeft iedere alinea een tussenkopje.
C
start het artikel altijd met een vraag.
D
is de titel gelijk aan het onderwerp.

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Onder een artikel zet je altijd:
A
slotformule
B
je eigen naam
C
groetjes,
D
bedankt

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Een artikel heeft altijd een titel.
A
waar
B
niet waar

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een schrijfplan?
A
Een soort kladversie van je tekst.
B
Overbodige luxe en tijdverspilling.
C
Schema met beknopte informatie over je onderwerp, deelonderwerpen en publiek.

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Een schrijfplan maak je, omdat...
A
het je helpt om informatie te ordenen
B
het je helpt bij het kiezen en volgen van een structuur
C
het ervoor zorgt dat je je hoofdgedachte al formuleert
D
het uiteindelijke schrijven zo minder mentale energie kost

Slide 43 - Quiz

Zie theorie blz. 144
Waarom is een schrijfplan zo belangrijk?
A
Het geeft overzicht
B
Je vergeet zo niets
C
Je kunt alvast spelfouten checken
D
Je denkt van te voren alvast goed na wat je gaat schrijven.

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

In een schrijfplan staat GEEN......
A
tekstdeel
B
kernzin
C
complete alinea
D
uitleg

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Maken in het lesboek
Blz. 48-49
Startopdracht
Opdracht 1 en 2

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Leren voor tentamen en examen
- Je kan een artikel schrijven met behulp van een schrijfplan en daarbij informatie uit verschillende bronnen samenvoegen.
- Je kan een kort artikel schrijven met een begin, middenstuk en slot.
- Je kan alinea's maken en inhoudelijke verbanden aangeven. 

Slide 47 - Slide

This item has no instructions