T4B5 - Onderzoek naar evolutie

4.5   Onderzoek naar evolutie
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.5   Onderzoek naar evolutie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
* je kent enkele onderzoeksmethoden naar verwantschap

* je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsels van de mens en van verschillende diersoorten

* je kunt een stamboom aflezen en construeren

Slide 2 - Slide

Onderzoek naar evolutie
Verwantschap kan op verschillende manieren aangetoond worden:

  • Door onderzoek naar overeenkomsten in anatomie (bouw, bijv. homologe organen)
  • Door onderzoek naar rudimentaire organen 
  • Door onderzoek naar overeenkomsten in biochemie (eiwitten, RNA, DNA of celmembranen/celwanden)

Slide 3 - Slide

Homologe organen
Hebben een overeenkomstige grondvorm door verwantschap; de functie kan verschillen

Slide 4 - Slide

Homologe organen

Slide 5 - Slide

Dit zijn analoge organen. Organen die niet zijn ontstaan uit dezelfde grondvorm, maar door aanpassingen aan het milieu wel een vergelijkbare functie hebben.

Slide 6 - Slide


Homologe ontwikkeling in de evolutie

Welke van de deze structuren zijn homoloog?
 

 



A
de vleugels van nachtegalen en sprinkhanen
B
de voorpoten van vleermuizen en walvissen
C
het hart van kevers en hagedissen
D
het skelet van krabben en schildpadden

Slide 7 - Quiz

homoloog of analoog?
A
homoloog
B
analoog

Slide 8 - Quiz

Door aanpassing aan het milieu kunnen lichaamsdelen hun functie verliezen. Je noemt ze dan rudimentaire ledematen, organen, orgaanstelsels of rudimenten. 
wat zijn Rudimentaire organen?

Slide 9 - Slide

DNA-analyse
Dan kijk je naar de volgorde van het DNA (DNA-sequenties). Hoe meer dit overeenkomt hoe groter de verwantschap.







Hoeveel verschillen in de basenvolgorde zijn er? Welk organisme is het meest verwant aan de mens?

Slide 10 - Slide

Stamboom aflezen
langer geleden

Slide 11 - Slide

Zijn gibbons en orang-oetans meer of minder verwant aan elkaar dan gibbons en chimpansees? Leg uit

Slide 12 - Slide

Met wie heeft soort B meer verwantschap, met C of E?
A
C
B
E

Slide 13 - Quiz

Fossielen
Fossielen zijn versteende overblijfselen van organismen.
  • Hoe dieper het fossiel ligt, hoe ouder het is.
  • Sommige fossielen liggen maar in één gesteentelaag

Slide 14 - Slide

Aan de slag!
Wat:
Lees basisstof 5
Maak van basisstof 5: opdracht 68 t/m 75
Hulp nodig:
zoek het op in je BINAS of in je boek 
Uitkomst:
we bespreken de vragen met elkaar
Tijd:
Examenopgaven 1 t/m 8 (blz. 284 t/m 287)
Aan de slag!
timer
15:00

Slide 15 - Slide