27/2

herhaling être en avoir
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransLager onderwijs

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

herhaling être en avoir

Slide 1 - Slide

wij zijn

Slide 2 - Open question

jij hebt

Slide 3 - Open question

jullie zijn

Slide 4 - Open question

jij bent

Slide 5 - Open question

hij is

Slide 6 - Open question

zij heeft

Slide 7 - Open question

le, la, l' et les

Slide 8 - Slide

de broer

Slide 9 - Open question

het meisje

Slide 10 - Open question

de tafels

Slide 11 - Open question

de balpen

Slide 12 - Open question

de computer

Slide 13 - Open question

bijvoeglijke naamwoorden

Slide 14 - Slide

Le stylo est ......
(nieuw)

Slide 15 - Open question

Mes soeurs sont ..... (verliefd

Slide 16 - Open question

les cadeaux sont ..... (mooi)

Slide 17 - Open question

La table est .... (mooi)

Slide 18 - Open question

La chaise est ..... (nieuw)

Slide 19 - Open question

le temps 

Slide 20 - Slide

il fait beau
il fait chaud
il fait mauvais
il fait froid
il pleut
il neige 

Slide 21 - Drag question

nu
A
maintenant
B
tout de suite
C
aujourd'hui

Slide 22 - Quiz

in 20 seconden
A
sur 20 secondes
B
dans 20 secondes
C
en 20 secondes

Slide 23 - Quiz

het gaat warm zijn
A
il fait beau
B
il fait chaud
C
il va faire beau
D
il va faire chaud

Slide 24 - Quiz

het gaat regenen
A
il pleut
B
il fait pleuvoir
C
il va faire pleuvoir
D
il va pleuvoir

Slide 25 - Quiz