Staal taal

Taal 
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Taal 

Slide 1 - Slide

Wat heb je dit thema geleerd?
( noem minstens 2 verschillende dingen)

Slide 2 - Open question

Wat is dichterlijke vrijheid?

Slide 3 - Open question

Ik kleprap 
Dat je vader heeft geen stropdas. 
Rap is ik, Rap is jij
Ik loop erheen 
Morgen heb ik school
Hallo, ik ben Anne 
Dichterlijke vrijheid 
GEEN dichterlijke vrijheid 

Slide 4 - Drag question

Is straattaal een mengelmoes van verschillende talen die door jongeren onderling op straat wordt gesproken?
A
Ja, maar alleen in Nederland
B
Nee is niet waar
C
Ja klopt

Slide 5 - Quiz

Straattaal veranderd bijna dagelijks?
Ja
Nee

Slide 6 - Poll

Wat wordt er bedoelt met 'grof in de mond zijn'?
A
onbeschoft praten, met scheldwoorden en vloeken
B
Erg beleefd praten
C
Alleen schelden
D
netjes zijn

Slide 7 - Quiz

Achterstandswijk 
Jongeren cultuur 

Slide 8 - Drag question

Wat betekend de clip?
A
Afbeelding
B
Tekening
C
een filmpje bij een liedje
D
raam

Slide 9 - Quiz

Wat is de carrière?
A
een rode loper
B
De loopbaan, je steeds verder ontwikkelen.
C
D
Erg afwachtend zijn.

Slide 10 - Quiz