5 Tips voor het vinden van een stage

5 Tips voor het vinden van een stage

Leerdoel

Aan het einde van deze les weet je wat de beste tips zijn voor het vinden van een stage.

Vertel de leerlingen wat ze zullen leren in deze les.

Wat weet je al over het vinden van een stage?

Tip 1: Begin op tijd

Begin minstens 3 maanden van tevoren met zoeken naar een stageplaats.

Leg uit waarom het belangrijk is om vroeg te beginnen met het zoeken naar een stage.

Tip 2: Gebruik je netwerk

Maak gebruik van je netwerk en vraag mensen om je heen of zij misschien een stageplaats weten.

Geef voorbeelden van mensen in het netwerk van de leerlingen die mogelijk kunnen helpen bij het vinden van een stage.

Tip 3: Check vacaturesites

Er zijn veel websites waarop bedrijven stageplaatsen aanbieden, zoals Indeed, Monsterboard en Stageplaza.

Geef de leerlingen een lijst met websites waarop zij stageplaatsen kunnen vinden.

Tip 4: Maak gebruik van LinkedIn

LinkedIn is een handige tool om bedrijven te vinden en contact op te nemen met professionals in jouw vakgebied.

Leg uit hoe LinkedIn werkt en hoe de leerlingen het kunnen gebruiken om een stageplaats te vinden.

Tip 5: Maak een goede indruk

Zorg dat je CV en motivatiebrief er goed uitzien en bereid je goed voor op een sollicitatiegesprek.

Geef tips voor het opstellen van een goed CV en motivatiebrief en hoe de leerlingen zich kunnen voorbereiden op een sollicitatiegesprek.

Conclusie

Nu weet je wat de beste tips zijn voor het vinden van een stageplaats. Succes met het vinden van jouw perfecte stage!

Vat de belangrijkste tips nog eens samen en moedig de leerlingen aan om actief op zoek te gaan naar een stageplaats.

Quiz

Beantwoord de volgende vraag: Wat is de eerste tip voor het vinden van een stageplaats?

Stel een vraag over de lesstof om te controleren of de leerlingen de informatie hebben begrepen.

Bronnen

Bronnen: Indeed, Monsterboard, Stageplaza, LinkedIn.

Vermeld de bronnen die zijn gebruikt bij het samenstellen van de les.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.