Doelgroepen_ Les 3_ Verslaving

Doelgroepen _ les 3
1 / 24
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Doelgroepen _ les 3

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Programma
Leerdoelen
Herhalen doelgroepen les 2
Introductie in de verslavingswereld
Documentaire: "Ik stop"!
Herstel 
Taken voor jou als MMZ-er
Afsluiten

Slide 3 - Slide

Herhalen
* Wanneer ben je een oudere?

* Noem 3 specifieke lichamelijke klachten van ouderen. 

* Noem 3  ontwikkelingen in de ouderenzorg.

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
* Je legt uit wat verslaving is;
* Je kent het verschil tussen een verslavingsstoornis en een middelen gerelateerde stoornis;
* Je bent je op de hoogte van de meest voorkomende soorten opvang voor mensen met een verslaving; 
* Je kent de 4 vormen van herstel

Slide 5 - Slide

Stellingen
1. Ik vind dat alle drugs moeten worden vrijgegeven, net als alcohol en tabak.
2. Drugsgebruikers komen uit alle lagen van de bevolking
3. Je moet risico's durven nemen in je leven
4. Het gebruiken van drugs op een festival maakt het leuker
5. Elk mens kan aan iets verslaafd raken

Slide 6 - Slide

Wanneer spreek je van een verslaving?

Slide 7 - Slide

  • Je spreekt van een verslaving als iemand iets niet meer kan laten dat (op den duur) schadelijk voor iemand is; 
  • Afhankelijk zijn van bepaalde middelen;
  • Verslaving is een psychische aandoening;
  • Een cliënt kan niet makkelijk uit zichzelf stoppen met het gebruiken van het middel;

Slide 8 - Slide

Verslavingen
 hebben gemeen met elkaar dat het uiteindelijk leidt tot 
  • lichamelijke, 
  • psychische 
  • sociale schade

Slide 9 - Slide

Soorten verslavingen
Middelenverslaving = een verslaving die in stand wordt gehouden door het gebruik van een bepaald middel namelijk een psychoactief middel. Er is een directie invloed op de hersenen
Categorieën
1. Stimulerende middelen; amfetamine, cocaïne en Ritalin
2. Verdovende middelen; alcohol, heroïne, en diazepam
3. Bewustzijn veranderende (geestverruimende) middelen; LSD, paddenstoelen (tripmiddelen en hasj)

Slide 10 - Slide

Soorten verslavingen
Gokken
Gamen
Internetten
Eten
Medicijngebruik
Sporten
Seks


Slide 11 - Slide

Er zijn verschillende soorten opvang voor verschillende soorten doelgroepen.

Welke kennen jullie?


Slide 12 - Slide

Residentiële opvang.
Residentie betekend “woning”. De cliënt woont dus in de opvang zelf en moet mogelijk huur betalen.
Gesloten opvang.
De cliënt zit opgesloten in de instelling zelf en mag het gebouw niet verlaten


Dagbehandeling.
De cliënt gaat overdag naar de instelling maar brengt daar niet de gehele dag door.

Ambulante zorg.
De cliënt woont thuis en krijgt thuis zijn ondersteuning.


Slide 13 - Slide

Zelfhulpgroepen.
Cliënten met verslavingsproblematiek zoeken elkaar op.

Kliniek.
In een kliniek kan men proberen om af te kicken onder medische begeleiding.




E-zorg.
Hulp via het internet.





Slide 14 - Slide

Wat is het verschil tussen: 

Een verslavingsstoornis
en
een middelen gerelateerde stoornis?

Slide 15 - Slide


Bij een verslavingsstoornis gaat het om de problemen die er bestaan rondom het gebruik van een middel of een bepaalde handeling, zoals gokken. 


Slide 16 - Slide


Bij een middelen gerelateerde stoornis gaat het om de invloed van de werkzame stoffen van een middel, zoals 'high' worden na het blowen van een joint.

Slide 17 - Slide

Documentaire: "Ik stop"
Een documentaire waarin een aantal mensen veertig dagen proberen te stoppen met blowen

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Wat vond je van de video?

Slide 20 - Slide

Vormen van herstel
1. klinisch herstel: lichamelijke symptomen verminderen;


2. functioneel herstel:  psychisch, sociaal en lichamelijk herstel/rehabilitatie;

3. maatschappelijk herstel: verworven positie herstellen op gebied van arbeid/ re-integratie;

4. persoonlijk herstel:  eigen regie, zelfvertrouwen, kwaliteit van leven.



Slide 21 - Slide

Taken MMZ-er in de verslavingszorg
(Kan afhangen van het soort hulpverlening)

  • Plannen hulpverlening.
  • Verslaglegging (=rapporteren)
  • Observeren van de cliënten.
  • Voeren van gesprekken met cliënten, collega’s en eventueel multidisciplinair team.


Slide 22 - Slide

Evaluatie
Zijn de leerdoelen behaald?

Check check dubbel check!

Kenmerken verslaving?
Noem enkele soorten opvang?
Welke taken heeft de MMZ-er in de verslavingszorg?

Slide 23 - Slide

Hasta la Pasta

Slide 24 - Slide