Ne 2425 -1-kader- 1.1 gesprek voeren + Spelling en Gramm (Persoonsvorm & onderwerp)

STARTKLAAR maken:
  • Telefoon in het Zakkie
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
4:00
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 140 min

Items in this lesson

STARTKLAAR maken:
  • Telefoon in het Zakkie
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
4:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

SomToday updaten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Afspraken in de klas

Rust & respect:
- Spullen mee.
- Naar elkaar luisteren.



Lukt dit niet? UIT + nakomen vrijdagmiddag.



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?

1. Uitleg KERN hoofdstuk + aantekeningen maken
2. Samen oefenen met lesstof.
3. Zelfstandig oefenen met lesstof.



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 1.1 Welke talen spreek je?





Lesdoel: 
Je leert hoe je op een goede manier een gesprek met elkaar voert.





Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoe voer je een goed gesprek?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Bekijk de video.
Hierna geef ik beurten!

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Gesprek voeren (instructie)
Als mensen mensen met elkaar praten, voeren ze een gesprek.
Door tijdens een gesprek goed op elkaar te letten, begrijp je elkaar beter.

> Als je spreekt:
  • kijk je de ander aan.
  • let je op of de ander snapt wat je zegt
  • gebruik je woorden en zinnen die de ander begrijpt.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Gesprek voeren (instructie)
> Als je luistert:
  • kijk je de ander aan.
  • laat je af en toe merken dat je het begrijpt door te knikken of iets te zeggen. (echt? Oh ja, snap ik, etc)
  • laat je merken als je iets niet snapt en je stelt dan een vraag.

> In een gesprek ben je om de beurt spreker en luisteraar.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

2b. Aan de slag!
Wat?
Maak vraag 7 t/m 11 (blz. 8)
Hoe?
Werk alleen.
Schrijf de antwoorden in je map. 
Zet bovenaan het blad: "Hoofdstuk 1. gesprek voeren
Tijd?
8 minuten. Daarna klassikaal nakijken. 
Klaar?
Maak vraag 13. 
timer
6:00

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

      Afsluiting
Klassikale bespreking

Slide 11 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Energizer

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Spelling en grammatica
Cursus 5. Persoonsvorm en onderwerp (Blz. 187)

Lesdoel: 
Je leert hoe je in een zin de persoonsvorm en het onderwerp kunt vinden.





Slide 13 - Slide

This item has no instructions

      Leerdoelen

Slide 14 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Wat bedoelen we met persoonsvorm en onderwerp?
Bespreek dit in 2 minuten met de klasgenoot naast jou.

>> Geef een voorbeeldzin!
timer
2:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat is een persoonsvorm en wat is een onderwerp?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Voorbeelden
Ik ga morgen naar school.

ga = persoonsvorm > zin vragend maken.
ik = onderwerp > wie/wat + persoonsvorm?

Slide 17 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Aantekeningen maken
Nodig:

- Blad 'Cornell methode'.
- Pennen.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Sleutelwoorden

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

= Sleutelwoord
>> Schrijf deze uitleg aan de rechterkant!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

= Sleutelwoorden
Deze uitleg schrijf je rechts!

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Samen oefenen

Slide 29 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Zelfstandig werken
Wat?
Maak vraag 4, 5, 6 en 7 van bladzij 187.
Hoe?
- Schrijf de antwoorden in je map.
- Zet bovenaan de bladzij: Hoofdstuk 5 Persoonsvorm en onderwerp.
- Je werkt alleen.
Tijd?
5 minuten. Daarna nakijken
Klaar?
Maak vraag 8 op bladzij 188.
timer
5:00

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Samen oefenen

> Docent geeft beurten.
> Schrijf mee in je map!

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken #2
Wat?
Maak vraag 9, 10 en 11 van bladzij 188.
Hoe?
- Schrijf de antwoorden in je map.
- Je mag fluisterend overleggen met buurman/buurvrouw.
Tijd?
5 minuten. Daarna nakijken
Klaar?
Maak vraag 12 en 13.
timer
5:00

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting week 1
>> Wie heeft het meeste onthouden? :-) 

- 4 vragen.
- Docent geeft beurten. Steek je hand op!

Slide 33 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.


Hoe vind ik de persoonsvorm?
A
Dat zijn alle werkwoorden in een zin.
B
Vraag stellen: wie/wat + persoonsvorm?
C
Maak van een zin een ja/nee-vraag.
D
Maak de zin langer

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions


Hoe vind ik het onderwerp?
A
Maak de zin korter.
B
Vraag stellen: wie/wat + persoonsvorm?
C
Maak de zin langer.
D
Maak van een zin een ja/nee-vraag.

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Exit ticket: wat weet je nog over "een gesprek voeren"?

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Fictieopdracht periode 4 (deze hangt ook in Teams)

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

FICTIE: LEKKER EVEN LEZEN
Pak nu je leesboek. Denk tijdens het 
lezen ook aan de fictieopdracht.

("Wat moet ik aan het eind van 
deze periode inleveren bij dit leesboek?")

Slide 38 - Slide

This item has no instructions