Duits week 16 (19-23 April 2021)

Donnerstag 22. April 2021
09:00 - 09:45 oder 13:00 - 13:45
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Donnerstag 22. April 2021
09:00 - 09:45 oder 13:00 - 13:45

Slide 1 - Slide

Afspraken tijdens de les
  • Geen telefoon, je krijgt geen waarschuwing maar meteen een telefoonmelding.
  • Je blijft tijdens de les op je stoel zitten.
  • Als je wat wilt zeggen of vragen steek je even je hand op.
  • Je blijft van de spullen van een ander af. 



Slide 2 - Slide

Was machen wir heute?
  • Lernziel
  • Rückblick
  • Einleitung im Grammatik
  • (fe)esttenten
  • Selbständig arbeiten / Hausaufgaben

Slide 3 - Slide

Lernziel
Heute:
  • Je kunt werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Kapitel 4:
  • Je kunt dieren beschrijven
  • Je kunt over je huisdier of lievelingsdier vertellen


Slide 4 - Slide

Rückblick
Hast du ein Haustier?

Was ist dein Lieblingstier?

Welche Tieren kennst du noch?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Grammatik
Nehmt bitte euer Buch.
Seite 114, Aufgabe 18

Wat zijn in de tekst de werkwoorden?

Slide 8 - Slide

Aufgabe 18
Lees mee in je boek:

Mein Kaninchen heißt Willi. Es hört auch wirklich auf seinen Namen. Ich spiele oft draußen mit ihm. Und im Winter machen wir uns es drinnen gemütlich. Willi liebt Leckerlis wie Bananenchips. Ich habe auch Fische, sie heißen Elias und Pip.

Slide 9 - Slide

(fe)eesttenten
Wat is het verschil tussen regelmatige en onregelmatige werkwoorden?

Hoe maak je de stam van een werkwoord?
machen / lieben / spielen

Je hebt ook persoonlijk voornaamwoorden nodig, wat zijn dat?




Slide 10 - Slide

Persoonlijk voornaamwoorden
Wat zijn persoonlijk voornaamwoorden? Welke ken je nog?
  • ik =                           ich
  • jij =                           du
  • hij, zij, het =          er, sie, es
  • wij =                          wir
  • jullie =                      ihr
  • zij, U =                      sie, Sie

Slide 11 - Slide

Werkwoorden vervoegen
Om nu een werkwoord op de juiste manier te gebruiken heb je het volgende nodig:

  • de stam van het werkwoord
  • het persoonlijk voornaamwoord
  • de passende uitgang

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Jetzt üben:
  1. Wir sing.... gerne Karaoke. (singen)
  2. Ich schreib.... einen Brief. (schreiben)
  3. Geh.... Susanne auch ins Kino? (gehen)
  4. Peter und Tom ........... jeden Samstag Sport. (machen)
  5. Die Katze ............. gerne mit dem Hund. (spielen)
  6. ........... ihr auch gern? (schwimmen) 
  7. Meine Freundin ................. Inge. (heißen)
 

Slide 15 - Slide

Selbständig arbeiten/ Hausaufgaben
Ihr macht jetzt Aufgabe 19, 20, und 22 (Ab Seite 115)
und Aufgabe 9, 10 und 11 (Ab Seite 106)

Das sind auch die Hausaufgaben fur die nächste Stunde.
Fertig? Dann  Slim Stampen A/B/C/D

Ich gucke bei euch wie es geht und helfe euch. 


timer
10:00

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Check out
Wat is het verrassendste of belangrijkste dat je deze les hebt geleerd?

Werkt de qr code niet?
Dan staat de link in Teams.


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide