Les 4: subcutaan injecteren

Subcutaan injecteren
1 / 22
next
Slide 1: Slide
MthMBOStudiejaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Subcutaan injecteren

Slide 1 - Slide

Lesplanning
  • 10 minuten start
  • 40 minuten theorie
  • 30 minuten oefenen
  • 10 minuten afsluiting


Slide 2 - Slide

Wat weet je al?

Slide 3 - Mind map

Lesdoelen
Na deze les kunnen studenten:
1. De anatomie en fysiologie van de huid en het onderhuids vetweefsel in relatie tot de injectietechniek uitleggen.
2. De indicaties en contra-indicaties van een subcutane injectie benoemen.
3. De benodigde materialen en de stappen voor een subcutane injectie benoemen.
4. De subcutane injectie correct en steriel uitvoeren volgens protocol.
5. Complicaties herkennen en de juiste nazorg toepassen.

Slide 4 - Slide

Korte uitleg SC injectie
Een subcutane (SC) injectie wordt in het onderhuids vetweefsel (subcutis) toegediend. Dit zorgt voor een langzame en geleidelijke opname van medicatie in de bloedbaan. SC-injecties worden vaak gebruikt voor:
• Insuline bij diabetes.
• Antistollingsmiddelen (bijvoorbeeld fraxiparine, heparine).
• Vaccinaties zoals tetanus en sommige COVID-19-vaccins.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Contra indicaties
  •  Infectie of wond op de injectieplaats.
  • Slechte doorbloeding van de huid.
  • Overgevoeligheid voor het geneesmiddel.

Slide 9 - Slide

Complicaties
  • Blauwe plekken (door beschadiging van kleine bloedvaatjes).
  • Infectie door onvoldoende hygiëne.
  • Pijn of zwelling bij onjuiste injectieplaats.
  • Hypoglykemie (bij insuline-injecties).

Slide 10 - Slide

Meest voorkomende fouten
  • Verkeerde injectiehoek (te diep in de spier).
  • Onvoldoende desinfectie van de huid.
  • Te snel inspuiten van medicatie.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Praktijk oefenen

Slide 17 - Slide

Algemene voorbereiding 
  1. Controleer medicatie op naam, dosering, houdbaarheid en helderheid.
  2. Bereid de spuit voor en verwijder luchtbellen.
  3. Selecteer de juiste injectieplaats en bereid de patiënt voor.

Slide 18 - Slide

Voorbereiding SC injectie
  1. Leg de procedure uit aan de patiënt en verkrijg toestemming.
  2. Was en desinfecteer de handen en trek handschoenen aan.
  3. Controleer de medicatie en trek deze op in de spuit.
  4. Kies de juiste injectieplaats en controleer op contra-indicaties (bijv. wondjes of huidbeschadiging).

Slide 19 - Slide

Uitvoeren injectie
  1. Desinfecteer de huid met alcohol en laat drogen.
  2. Knijp de huidplooi zachtjes op.
  3. Plaats de naald in een hoek van 45 graden (bij weinig vet 90 graden).
  4. Spuit de medicatie langzaam in.
  5. Trek de naald snel terug en druk een gaasje op de injectieplaats.
  6. Plaats een pleister indien nodig.

Slide 20 - Slide

Nazorg
  • Observeer de patiënt op reacties.
  • Geef voorlichting over mogelijke bijwerkingen.
  • Registreer de toegediende medicatie in het patiëntendossier.

Slide 21 - Slide

Lesdoelen controleren 
De studenten kunnen:
1. De anatomie en fysiologie van de huid en het onderhuids vetweefsel in relatie tot de injectietechniek uitleggen.
2. De indicaties en contra-indicaties van een subcutane injectie benoemen.
3. De benodigde materialen en de stappen voor een subcutane injectie benoemen.
4. De subcutane injectie correct en steriel uitvoeren volgens protocol.
5. Complicaties herkennen en de juiste nazorg toepassen.

Slide 22 - Slide