Grondrechten: klassiek en sociaal en staatinrichting tot 1867

Grondrechten: klassiek en sociaal en de geschiedenis van de parlementaire democratie 1848

Examentraining 2 - Mavo 4 CE geschiedenis en staatsinrichting
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grondrechten: klassiek en sociaal en de geschiedenis van de parlementaire democratie 1848

Examentraining 2 - Mavo 4 CE geschiedenis en staatsinrichting

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma 
1.   Voorkennis vorige training                                                                               (10 min)
2.  Grondrechten: klassiek en sociaal                                                                (20 min) 
3.  Oefenen met examenopdrachten                                                                 (15 min)
4.  Bespreken                                                                                                                (5 min)                                                      

Slide 2 - Slide

Introduceer het doel van de les om de leerlingen een idee te geven van wat ze kunnen verwachten.
Wat is het recht van enquête?
A
Het recht van de Eerste Kamer om een onderzoek in te stellen naar een bepaald onderwerp.
B
Het recht van de regering om een onderzoek in te stellen naar een bepaald onderwerp.
C
Het recht van de Tweede Kamer om een onderzoek in te stellen naar een bepaald onderwerp.
D
Het recht van burgers om een onderzoek in te stellen naar een bepaald onderwerp.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het recht van amendement?
A
Het recht van de Eerste Kamer om wetsvoorstellen te wijzigen.
B
Het recht van de regering om wetsvoorstellen te wijzigen.
C
Het recht van de Tweede Kamer om nieuwe wetten voor te stellen.
D
Het recht van de Tweede Kamer om wetsvoorstellen te wijzigen.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen training 2 
  • Aan het einde van de les kan je enkele grondrechten herkennen en noemen en weet je het verschil tussen klassieke en sociale grondrechten. 
  • Je kan ook aangeven dat sommige grondrechten met elkaar conflicteren.  (tegenstrijdig) 
  • Je kent de geschiedenis van de totstandkoming van de parlementaire democratie vanaf 1848-1867

Slide 5 - Slide

Introduceer het doel van de les om de leerlingen een idee te geven van wat ze kunnen verwachten.
Wat weet je al over de grondrechten die in de grondwet zijn opgenomen?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Grondrechten
Grondrechten zijn rechten die in de grondwet zijn opgenomen en die bescherming bieden tegen of door de overheid. 

Er zijn twee soorten: 
  1. Klassieke grondrechten 
  2. Sociale grondrechten 

Slide 7 - Slide

Leg kort uit wat grondrechten zijn en waarom ze belangrijk zijn.
Klassieke en sociale grondrechten
  1. Klassieke grondrechten zijn grondrechten die bescherming bieden tegen de overheid, zoals vrijheid van godsdienst, meningsuiting en onderwijs
  2. sociale grondrechten zijn grondrechten die bescherming bieden door de overheid, zoals het recht op bestaanszekerheid, onderwijs en gezondheidszorg.
 

Slide 8 - Slide

Geef voorbeelden van klassieke grondrechten en leg uit wat ze betekenen.
Noem een voorbeeld van een klassiek grondrecht.
A
Recht op bestaanszekerheid.
B
Vrijheid van godsdienst.
C
Recht op onderwijs.
D
Recht op gezondheidszorg.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welke grondrechten bieden bescherming door de overheid?
A
Economische grondrechten.
B
Sociale grondrechten.
C
Klassieke grondrechten.
D
Burgerlijke grondrechten.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn klassieke grondrechten?
A
Grondrechten die bescherming bieden tegen bedrijven.
B
Grondrechten die bescherming bieden tegen andere burgers.
C
Grondrechten die bescherming bieden door de overheid.
D
Grondrechten die bescherming bieden tegen de overheid.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Conflicterende grondrechten
Sommige grondrechten kunnen met elkaar conflicteren. Bijvoorbeeld, het recht op vrijheid van meningsuiting kan conflicteren met het recht op privacy.

Slide 12 - Slide

Leg uit dat sommige grondrechten tegenstrijdig kunnen zijn en dat dit kan leiden tot debat en discussie.
Artikel 1 van de Grondwet
Artikel 1 van de Grondwet bepaalt dat alle mensen in Nederland gelijk behandeld moeten worden en dat discriminatie verboden is.

Slide 13 - Slide

Leg uit wat artikel 1 betekent en waarom het belangrijk is.
Reactie van Willem II in 1848 
  • Willem II was bang voor revoluties in Europa en zag in dat hij macht moest afstaan. 
  • Hij stond daarom toe dat de grondwet werd herzien. Willem II was nog wel tegen algemeen kiesrecht.

Slide 14 - Slide

Op deze dia wordt uitgelegd waarom Willem II akkoord ging met de grondwetsherziening van 1848.
De staatsinrichting in de 19e eeuw
  • In 1848 werd de Nederlandse grondwet herzien. 
  • Dit leidde tot een parlementaire democratie en een constitutionele monarchie
  • De klassieke grondrechten werden uitgebreid met o.a. vrijheid van vereniging en vergadering en vrijheid van onderwijs
  • De Tweede Kamer kreeg nieuwe rechten, zoals het recht van amendement en het recht van enquête.

Slide 15 - Slide

Op deze dia wordt kort uitgelegd wat er veranderde in de Nederlandse staatsinrichting na de grondwetsherziening van 1848.
Beperking macht koning en uitbreiding macht parlement
  • De macht van de koning werd beperkt. 
  • De macht van het parlement werd uitgebreid. 
  • Het kabinet werd verantwoordelijk voor het beleid en niet meer de koning. 
  • De koning was voortaan onschendbaar.

Slide 16 - Slide

Op deze dia wordt uitgelegd hoe de macht van de koning werd beperkt en de macht van het parlement werd uitgebreid na de grondwetsherziening van 1848.
Rechtstreekse verkiezingen
  • Na de grondwetsherziening van 1848 werden er rechtstreekse verkiezingen gehouden op lokaal, provinciaal en landelijk niveau. 
  • Het censuskiesrecht hield in dat alleen mensen die een bepaald bedrag aan belastingen betaalden mochten stemmen. 
  • De Eerste Kamer werd indirect gekozen door de Provinciale Staten.

Slide 17 - Slide

Op deze dia wordt uitgelegd hoe het kiesrecht veranderde na de grondwetsherziening van 1848.
Wie mochten er stemmen met het censuskiesrecht?
A
Alleen mannen mochten stemmen
B
Iedereen mocht stemmen
C
Mensen die een bepaald bedrag aan belastingen betaalden
D
Alleen vrouwen mochten stemmen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Referendum
Een referendum is een volksstemming over een bepaalde kwestie. In Nederland worden referenda niet vaak gehouden.

Slide 19 - Slide

Leg uit wat een referendum is en waarom het relevant kan zijn in het kader van grondrechten.
Samenvatting
Grondrechten zijn belangrijk voor onze democratie. Klassieke grondrechten bieden bescherming tegen de overheid, terwijl sociale grondrechten bescherming bieden door de overheid. Sommige grondrechten kunnen met elkaar conflicteren.

Slide 20 - Slide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en herhaal het doel van de les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 21 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 22 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 23 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.