3B-Drone- 3 (de film)

Welkom!
Ga lesklaar zitten:

- tas op de grond
- laptop dichtgeklapt op tafel
- telefoon uit zicht (ook van jezelf)
- aandacht naar mij

1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom!
Ga lesklaar zitten:

- tas op de grond
- laptop dichtgeklapt op tafel
- telefoon uit zicht (ook van jezelf)
- aandacht naar mij

Slide 1 - Slide

Lezen in Plotify
timer
12:00

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Wat is een drone?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Ga naar les 4 bij Drone in Plot26
  • Maak opdracht 1  (1.1  t/m  1.12) zelfstandig en in rust
  • Als je klaar bent, mag je iets voor jezelf doen
  • We bespreken de beantwoorden na de gegeven tijd
timer
12:00

Slide 7 - Slide

timer
1:00
Wat weet je nog van een zakelijke brief?

Slide 8 - Mind map

Wie is de geadresseerde?
A
Degene aan wie je de brief schrijft.
B
Degene die de brief schrijft.

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Kies de juiste schrijfwijze voor de plaats en de datum in een zakelijke
brief
timer
0:30
A
Amsterdam 2 november 2016
B
Amsterdam, 2 November 2016
C
Amsterdam, 2 november 2016
D
Amsterdam, 2-11-2016

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Kies de juiste aanhef als je de geadresseerde niet kent
A
Hallo heer mevrouw,
B
Geachte heren en mevrouwen
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Geachte heer/mevrouw,

Slide 13 - Quiz

De eerste zin van de brief begint
met een hoofdletter.
A
Niet waar, de aanhef eindigt met een komma en daarna krijg je nooit een hoofdletter.
B
Waar. In de zakelijke brief begint de eerste zin toch met een hoofdletter.

Slide 14 - Quiz

In de tekst van een zakelijke brief gebruik je geen alinea’s.
A
Waar: je schrijft alles achter elkaar zonder witregels.
B
Niet waar: je gebruikt 3 alinea’s (of meer): inleiding , kern en een slot
C
Niet waar: je gebruikt 2 alinea's: inleiding en kern

Slide 15 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze voor
de afsluiting
A
Met Vriendelijke Groet,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet
D
Met vriendelijke groetjes,

Slide 16 - Quiz

In een zakelijke e-mail gebruik
je formele taal.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 17 - Quiz

Kies de juiste slotgroet (let ook op witregels):
A
Met vriendelijke groet Naam Achternaam
B
Met vriendelijke groet, Naam
C
Met vriendelijke groet, Naam Achternaam
D
Met vriendelijke groet, Naam Achternaam

Slide 18 - Quiz

Aan de slag!
  • Wat?
  • We bekijken zomenteen een filmpje. Over dat filmpje ga je straks een zakelijke e-mail schrijven.
  • Hoe?
  • We bekijken het filmpje in stilte.
  • Probeer je te verplaatsen in de jongens.
  • Hoelang?
  • 10 minuten
  • En daarna?
  • We beantwoorden een vraag over wat we gezien hebben.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Stel je voor; jij bent één van deze jongens. Je gaat nu een brief schrijven aan GOGO reizen om een schadevergoeding aan te vragen.

Waarom zou je schadevergoeding kunnen vragen
(wat was er niet goed aan het hotel?)
timer
3:00

Slide 21 - Open question

Wat?
Schrijfplan invullen voor jouw zakelijke brief. 
Hoe?
Eerste 5 minuten in stilte en voor jezelf.
Daarna mag je 5 minuten overleggen met elkaar.
Hoelang?
15 minuten in totaal:
- 10 min in stilte 
- 5 min rustig overleggen
En daarna?
Schrijfplan bespreken met elkaar.
Hulp?
Eerste 10 min. zelf proberen, daarna kun je je buur of mij vragen stellen



Je schrijft de brief namens jezelf aan:
GOGO reizen 
Postbus 1234 
1001 AA Amsterdam
timer
5:00
timer
5:00

Slide 22 - Slide


Schrijfplan bespreken
Wat?
Schrijfplan bespreken.
Hoe?
Je vergelijkt wat jij opgeschreven hebt met wat er op het bord staat. 
Na elke vraag geef je aan; dit heb ik hetzelfde, een beetje anders, dit heb ik niet.
Hoelang?
10 min. 
En daarna?
Schrijfplan bespreken en stof herhalen met elkaar.

Slide 23 - Slide

De zakelijke brief start je met jouw eigen adres.
Dat heb ik ook
Dat heb ik niet

Slide 24 - Poll

Ik ben de aanhef begonnen met ...

Slide 25 - Open question

In de inleiding heb ik mijzelf voorgesteld en genoemd waarom ik een brief schrijf.
Dat heb ik ook
Dat heb ik niet
Dat heb ik anders

Slide 26 - Poll

Hoeveel verschillende alinea's heeft deze brief?
A
Drie
B
Vier
C
Twee

Slide 27 - Quiz

Hoeveel argumenten heb je opgeschreven in jouw schrijfplan?

Slide 28 - Mind map