Pincode 2TL 3.1 + 3.2 (les 2)

Wat gaan we vandaag doen?

  • Herhaling vorige les
  • uitleg deel 2 van 3.1 en 3.2 
  • bespreken toets
  • opdrachten.
1 / 33
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat gaan we vandaag doen?

  • Herhaling vorige les
  • uitleg deel 2 van 3.1 en 3.2 
  • bespreken toets
  • opdrachten.

Slide 1 - Slide

In je proeftijd kun je direct ontslagen worden. Juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

Dit werk doe je als oproepkracht of uitzendkracht.
A
Parttime baan
B
Vaste baan
C
Fulltime baan
D
Flexibele baan

Slide 3 - Quiz

De leidinggevende van de afdeling vers van de supermarkt is een...
A
Werkgever
B
Werknemer

Slide 4 - Quiz

Als er een einddatum in je arbeidscontract staat dan heb je een..
A
Vaste baan
B
Tijdelijke baan
C
Flexibele baan
D
Deeltijdbaan

Slide 5 - Quiz

Wat is een arbeidsovereenkomst?
A
Een afspraak tussen werkgever en werkgever
B
Opzegtermijn
C
Proeftijd
D
Een afspraak tussen werknemer en werkgever

Slide 6 - Quiz

Kris heeft een eigen kleding winkel met personeel.
Koen is de ..
A
Werkgever
B
Werknemer

Slide 7 - Quiz

Wesley werkt bij de McDonalds achter de kassa.
A
Werkgever
B
Werknemer

Slide 8 - Quiz

Kay wil solliciteren op een baan als auto-ontwerper. Kay is...

A
aanbod van arbeid
B
vraag naar arbeid

Slide 9 - Quiz

Voor welke baan heb je scholing nodig?
Scholing 
Geen scholing

Slide 10 - Drag question

'Solliciteren' is:
A
De beëindiging van een baan
B
Solderen op je werk
C
Een werknemer laten weten dat je een bepaalde baan wilt.
D
Een werkgever laten weten dat je een bepaalde baan wilt.

Slide 11 - Quiz

Een baan waarvoor iemand wordt gezocht noem je een....
A
Werkgever
B
Sollicitatie
C
Vacature
D
Scholing

Slide 12 - Quiz

Als je 24 uur wilt werken. Wat voor baan zoek je dan?
A
Deeltijdbaan
B
Voltijdbaan
C
Duobaan
D
Vrijwilligerswerk

Slide 13 - Quiz

overige lesstof van 3.1 en 3.2

Slide 14 - Slide

De Arbeidsmarkt
  • Bedrijven 
  • (die medewerkers hebben en/of zoeken)
  • Mensen 
  • (die werken of op zoek zijn naar werk)

Slide 15 - Slide

3.1 Hoe kom je aan werk? (deel 1)
  • Ongeschoold werk
  • werk waar je geen opleiding voor nodig hebt
  • Scholing
  • beroepsopleiding of cursus waarin je leert voor een baan
  • Geschoold werk
  • werk waarvoor je een beroepsopleiding of cursus nodig hebt.

Slide 16 - Slide

3.1 Hoe kom je aan werk? (deel 1)
Cirkeldiagram

Extra uitleg!
Uitleg via RekenTube
35%
25%
20%
12%
8%
In Lisse zijn 4500 mensen lid van een sportvereniging. Bereken hoeveel leden de tennis vereniging heeft.

Voetbal
Athletiek
Tennis
Hockey
Overig

Slide 17 - Slide

Er zijn in totaal 160.000 baantjes.
Hoeveel jongeren bezorgen kranten?

Slide 18 - Open question

Grafieken lezen 
Vraag 8a.
Er zijn in totaal 150.000 baantjes.
Hoeveel jongeren bezorgen kranten?

26% van de 160.000
26% : 100 x 160.000= 41.600 jongeren

Slide 19 - Slide

Arbeidsverdeling 
Het werk bij bedrijven is verdeeld in verschillende banen, elk met zijn eigen taken. Dit noem je arbeidsverdeling.
Zo kan iedere werknemer doen waar hij of zij goed in is.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

3 formules voor procenten

Slide 22 - Slide

Aan het werk!

Lees de theorie en begrippen op bladzijde 14 t/m 17


Maak de opdrachten 17 t/m 28

 Vul de samenvatting op blz 17 in

 Oefenopgaven 10 t/m 20 blz 29


maken opdrachten

Lees de theorie en begrippen van 3.1 en 3.2

Kies uit de volgende opdrachten:
  • opdrachten 3.1 en 3.2 witte blz. kies van iedere paragraaf 7 opdrachten
  • herhalingsopdrachten 3.1 en 3.2. alle opdrachten
  • plusopdrachten 3.1 en 3.2. alle opdrachten 
  • alle rekenopdrachten (groen blz.)


Slide 23 - Slide

Proeftijd en opzegtermijn zijn twee verschillende dingen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Hoeveel maanden mag een proeftijd maximaal zijn?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 25 - Quiz



Jij als vakkenvuller in een supermarkt.
Gaat het om een werknemer of werkgever?
Jij als vakkenvuller in een supermarkt. Gaat het om een werknemer of werkgever?
A
Werknemer
B
Werkgever

Slide 26 - Quiz

Steven heeft een shoarmazaak en twee mensen in dienst.
A
Werknemer
B
Werkgever

Slide 27 - Quiz

Wat voor baan heb je als je alleen werkt op de momenten dat een bedrijf je nodig heeft?
A
Deeltijdbaan
B
Vaste baan
C
Flexibele baan
D
Tijdele baan

Slide 28 - Quiz

Sven werkt in het weekend bij de Lidl, wat is hij?
A
vaste baan
B
Tijdelijke baan
C
je bent een zzp'er

Slide 29 - Quiz

Een baan waar een bedrijf iemand voor zoekt.
A
Sollicitatie
B
Vacature
C
Vakbond
D
Arbeidsovereenkomst

Slide 30 - Quiz

'Solliciteren'
A
De beëindiging van een baan
B
Solderen op je werk
C
Een werknemer laten weten dat je een bepaalde baan wilt.

Slide 31 - Quiz

Is aardbeien plukken een voorbeeld van geschoold of ongeschoold werk?
A
Geschoold werk
B
Ongeschoold werk

Slide 32 - Quiz

Rachida is verpleegkundige
A
geschoold werk
B
ongeschoold werk
C
Kan beide

Slide 33 - Quiz