This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Herzlich wilkommen in der Deutschstunde!
Slide 1 - Slide
Ziel dieser Stunde
Aan het eind van de les:
- heb je jouw leesvaardigheid vergroot
- heb je de stof voor het proefwerk geleerd
-heb je de stof voor het proefwerk getest
Slide 2 - Slide
Lesen 10'
'Mailfreunde gesucht' - Seite 40
Schrijf 3 werkwoorden over uit de tekst
Schrijf een woord over dat je niet weet en zoek de betekenis op
Slide 3 - Slide
Klas 1B
Ga naar Lessonup en vul deze klassencode in:
oqwye
Slide 4 - Slide
Uitleg
Deze Lesson up behandelt alle onderwerpen van Kapitel 1.
Bij ieder onderwerp krijg je eerst uitleg.
Daarna kun je een schriftelijke of online oefenopdracht maken.
Je hebt dus ook een schrift nodig!
Kies aan welk onderwerp jij gaat werken. Je hoeft niet alles te doen.
Waar vind ik wat?
Persoonlijk voornaamwoord - slide 6 t/m 11
Werkwoorden - slide 12 t/m 20
Lidwoorden - slide 21 t/m 25
Getallen - slide 26 t/m 29
Vraagwoorden - slide 30 t/m 34
Hoofdletters - slide 35 t/m 38
Woordjes leren - slide 39 t/m 42
Slide 5 - Slide
Welke persoonlijk voornaamwoorden weet je?
Slide 6 - Mind map
Persoonlijke voornaamwoorden Duits
Slide 7 - Slide
welke persoonlijke voornaamwoorden staan niet op de vorige slide?
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Video
Maak de vragen
1. jij Wohnst ...... in Rheden?
2. het Im Winter regnet ..... viel.
3. hij .... spielt gerne Computerspiele.
4. jullie Kommt ..... mit in die Stadt?
5. u Frau de Graaf, woher kommen .......?
Oefenen
Maak de vragen:
1. jij Wohnst .... in Velp?
2. hij ... spielt gerne Computerspiele.
3. jullie Kommt ... mit in die Stadt?
4. u Frau de Graaf, woher kommen .....?
5. ik ..... spiele gerne Gitarre.
6. het Im Winter regnet .... viel.
7. sie (mv) ...... treffen sich im Wochenende.
Slide 10 - Slide
Antwoorden
1. du
2. er
3. ihr
4. Sie
5. ich
6. es
7. sie
Slide 11 - Slide
ZWAKKE WERKWOORDEN
Uitleg en oefenen
Slide 12 - Slide
Hoe vul je de goede vorm van een zwak werkwoord in? Welk ezelsbruggetje heb je hiervoor?
Slide 13 - Open question
wohnen
onthouden: e-st-t-en-t-en
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
Wat is er anders bij het werkwoord heißen?
Slide 17 - Open question
Werkwoorden oefenen
In de volgende twee slides kun je de werkwoorden online oefenen.
Slide 18 - Slide
www.talenwijzer.com
Slide 19 - Link
https:
Slide 20 - Link
Lidwoorden
Slide 21 - Slide
Bepaald lidwoord
Slide 22 - Slide
Onbepaald lidwoord
Slide 23 - Slide
ein
die
eine
der
das
(een) Opa
(de) Stier
(het) Pferd
(de) Kinder (mv)
(een) Tante
Slide 24 - Drag question
https:
Slide 25 - Link
Zahlen
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Video
Schrijf deze getallen in het Duits
2 5 10 16 19 20
Slide 28 - Slide
Antwoorden
zwei
fünf
zehn
sechzehn
neunzehn
zwanzig
Slide 29 - Slide
Vraagwoorden in het Duits
Slide 30 - Slide
Schrijf de vraagwoorden die je in het Duits weet in het woordweb
Slide 31 - Mind map
Slide 32 - Video
Vraagwoorden opdracht
1. hoe ..... alt sind Sie?
2. wat .... machst du morgen?
3. wanneer ...... kommst du?
4. wie ..... ist dein Lehrer?
5. waar ..... wohnt dein Vater?
6. waar vandaan ..... kommt deine Tante?
Slide 33 - Slide
Antwoorden
1. wie
2. was
3. wann
4. wer
5. wo
6. woher
Slide 34 - Slide
Hoofdletters
Wanneer schrijf je een Duits woord met een hoofdletter?
Wat is het verschil met het Nederlands?
Slide 35 - Slide
Wanneer schrijf je een Duits woord met een hoofdletter?
Slide 36 - Open question
Schrijf de woorden die met een hoofdletter moeten
over
stefanie ist neunzehn jahre alt. stefanie ist ein einzelkind. sie macht ein fernstudium und ist viel zu hause. sie hat keine geschwister. die mutter wollte kein zweites kind.
Slide 37 - Slide
check je antwoord
Stefanie ist neunzehn Jahre alt. Stefanie ist ein Einzelkind. Sie macht ein Fernstudium und ist viel zu Hause. Sie hat keine Geschwister. Die Mutter wollte kein zweites Kind.
Slide 38 - Slide
Woordjes leren met Quizlet
In Quizlet kun je met verschillende spelletjes de woordjes leren voor Duits.