Thema A § 2 Fictie: Wat een schitterend beest

Fijn dat je er bent!


Telefoon weg
Pak je boek, pen, schrift en Ipad.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Fijn dat je er bent!


Telefoon weg
Pak je boek, pen, schrift en Ipad.

Slide 1 - Slide

Welkom 1J1
* Dictee
* Instructie § 2 Thema A
* Zelfstandig werken




Slide 2 - Slide

Dictee!
Dictee!

Slide 3 - Slide

Luister goed naar de woorden die ik zeg! Schrijf ze op!

Slide 4 - Open question

Luister goed naar de woorden die ik zeg! Schrijf ze op!

Slide 5 - Open question

Luister goed naar de woorden die ik zeg! Schrijf ze op!

Slide 6 - Open question

Luister goed naar de woorden die ik zeg! Schrijf ze op!

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Link

Slide 9 - Slide

Lesdoel


Ik kan verbanden leggen tussen de tekst en werkelijkheid.

Slide 10 - Slide

Non-fictie en fictie
Non-fictie: Teksten waarin de schrijver je bijvoorbeeld informatie geeft over een bepaald onderwerp, je wil overtuigen van zijn mening of je wil uitleggen hoe je iets moet doen. 

Fictie: Verhalen die de schrijver heeft verzonnen. Het doel van fictie is amuseren: de schrijver wil dat jij zijn verhaal met plezier leest, bijvoorbeeld omdat je het spannend, zielig of aangrijpend vindt. 

Slide 11 - Slide

Fictie
Fantasieverhaal: Een verhaal over dingen die in het echt helemaal niet kunnen gebeuren, is een fantasieverhaal. 
Bijvoorbeeld: Harry Potter. 

Realistisch: Verhalen waarin dingen gebeuren die heel goed ook in het echt zouden kunnen gebeuren, noem je realistisch.

Slide 12 - Slide

Fictie of non-fictie?

Slide 13 - Slide

Wat gaan we doen?
We gaan samen opdrachten maken

Slide 14 - Slide

Einde les

Slide 15 - Slide