H2 Gesprekken par. 2.3 Discussie

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1,2

WELKOM

3 Kader

Welkom bij Nederlands!

Programma

• Terugblik hoofdstuk 2 tot nu toe.
• Instructie par. 2.3 discussie
• Aan de slag! 

Terugblik

• Welke gesprekken hebben we tot nu toe behandeld?
• Wat doe je tijdens een gesprek? 

Terugblik

• Klant- en cliëntgesprek
• Klachtengesprek

• Luister, zoek naar feiten, vat samen en vraag door, zodat je elkaar goed begrijpt. 
• Denk aan je taalgebruik en hoe je erbij zit (non-verbale communicatie). 

Instructie par. 2.3

• In deze les leer je hoe je deel kunt nemen aan een discussie. 

discussie

Discussie

• Discussie: een gesprek waarin je met anderen verschillende meningen en argumenten uitwisselt.

• Waarom is discussiëren een belangrijke vaardigheid als je samenwerkt met anderen? 

Omdat....

Ook al ben je het niet altijd eens met elkaar, je moet er wel samen uitkomen. Wil je dan sterk staan dan moet je je mening met argumenten ondersteunen.

Discussie

Doel: 

- het nemen van een besluit

- het oplossen van een probleem

- het vormen van een mening

Hoe doe je dat?

- uitwisseling van argumenten

Tips

• Luister goed en laat elkaar uitpraten
• Sta open voor elkaars mening en argumenten
• Weerleg argumenten op de inhoud en niet op de persoon
• Denk aan wat je non-verbaal uitstraalt
• Maak je argumenten zichtbaar door signaalwoorden te gebruiken
• Kun je je voorbereiden? Noteer alvast standpunt + argument

AUB-model

• Mening
• Feit
• Argument 

AUB-model

• Mening - argument - uitleg - bijvoorbeeld

M: Ik vind dat mensen minder koekjes zouden moeten eten.

A: Koekjes zijn ongezond, want er zit veel suiker in.

U: De meeste koekjes bestaan voor 50% uit suiker.

B: Kijk nou naar stroopwafels: per 100 gram bevatten ze 60 gram suiker.

 

Standpunt

• Lessen moeten niet voor 10 uur beginnen.

Bedenk een argument, uitleg en een voorbeeld. 

Standpunt

• Bij rampen zijn dieren even belangrijk om te redden als mensen. 

Standpunt

• De verkoop van fastfood moet worden verboden. 

Aan de slag!

• Maak groepjes van 3
• Bedenk 3 stellingen

• Ruil je stellingen met een andere groep
• Bedenk een Argument/Uitleg/Bijvoorbeeld bij iedere stelling

• We bespreken de resultaten klassikaal.