H1: LessonUp

De koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland


1. De VOC-tijd (1596-1799)
1 / 38
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland


1. De VOC-tijd (1596-1799)

Slide 1 - Slide

Bloei van de Republiek
Intro

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 
Leerdoelen
Aan het einde van deze lessen kan je uitleggen:
1. Het begin van de Europese expansie;

2. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie;

3. Enkele voorbeelden geven en beschrijven van de bescherming van monopoliepositie:


Slide 3 - Slide

Ontdekkingsreizen

Slide 4 - Slide

Republiek wordt handelscentrum van Europa

Slide 5 - Slide

De rijke Republiek
  • 1568-1648: Tachtigjarige oorlog (Nederlandse Opstand)

  • Oorlog is in principe slecht voor de handel, maar de oorlog werd vooral in de Zuidelijke Nederlanden uitgevochten (huidige België)

  • Haven van Antwerpen werd afgesloten: handelsschepen wijken uit naar Amsterdam

Slide 6 - Slide

Oostzeehandel
  • Te veel mensen, te weinig voedsel
    - Graan importeren uit Oostzeegebied en verhandeld op stapelmarkt



Slide 7 - Slide

Hoe wordt de Republiek zo welvarend? 
  • Nederland heeft niet heel veel producten/grondstoffen

  • Oplossing: stapelmarkt.

  • Amsterdam wordt één grote marktplaats voor Europese producent

  • Het doel was geld verdienen door middel van handel: handelskapitalisme
Op de dam

Slide 8 - Slide

Eerste Nederlanders in Azië
  • Cornelis de Houtman komt in 1596 als eerste Nederlander in Oost-Indië aan


  • Toch is het doel bereikt: een route via Kaap de Goede Hoop is bewezen
Cornelis de Houtman

Slide 9 - Slide

Specerijen
  • Erg interessant, meer smaak, langere houdbaarheid, medicijn.

  • Groeit alleen in Zuidoost-Azië.

  • Door lange route, met veel tussenhandel zijn specerijen peperduur.

Slide 10 - Slide

Welke (tijds)volgorde is juist?
A
VOC - WIC - Oostzeehandel
B
Oostzeehandel - VOC - WIC
C
Oostzeehandel - WIC - VOC
D
VOC - Oostzeehandel - WIC

Slide 11 - Quiz

Waar staat de afkorting VOC voor?

Slide 12 - Open question

Opdracht
Maak opdracht: verwerking H1
In classroom en lever het in . 

Slide 13 - Slide

De koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland


1. De VOC-tijd (1596-1799)

Slide 14 - Slide

Bloei van de Republiek

Slide 15 - Slide

Leerdoelen 
Leerdoelen
Aan het einde van deze lessen kan je uitleggen:
1. Het begin van de Europese expansie;

2. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie;

3. Enkele voorbeelden geven en beschrijven van de bescherming van monopoliepositie:


Slide 16 - Slide

Welke (tijds)volgorde is juist?
A
VOC - WIC - Oostzeehandel
B
Oostzeehandel - VOC - WIC
C
Oostzeehandel - WIC - VOC
D
VOC - Oostzeehandel - WIC

Slide 17 - Quiz

Waar staat de afkorting VOC voor?

Slide 18 - Open question

Nieuw probleem!
  • Steeds meer Nederlandse (compagnieën) bedrijven gaan naar Indië varen.

  • Hierdoor ontstaat veel concurrentie tussen Nederlanders onderling

  • De prijs van de specerijen daalt hierdoor snel, de winst dus ook

Slide 19 - Slide

Verenigde Oostindische Compagnie (1602)
  • Nederlandse regering (Staten-Generaal) grijpt in.

  • Compagnieën moeten samengaan in één bedrijf.

  • Hierdoor gaan ze concurrentie tegen en kunnen de winsten ook gebruikt worden in de oorlog tegen Spanje

Slide 20 - Slide

Handelsmonopolie
  • Uitschakelen van concurenten

  • Bouwen van handelposten

  • Contracten met inheemse vorsten

  • Opbouwen van handelsnetwerk in Azië

  • Indien nodig: veel geweld

Slide 21 - Slide

Jan Pieterszoon Coen
  • Berucht vanwege het gebruik van geweld

  • Vermoorden of verbannen van de bevolking van de Banda-eilanden

  • Hongitochten, speciale strafexpedities om smokkelen tegen te gaan

Slide 22 - Slide

1799: Einde VOC
  • Engeland krijgt steeds sterkere vloot

  • Minder vraag naar producten van de VOC

  • Vierde Nederlands-Engelse oorlog (1780-1784)

  • Slecht bestuur en corruptie

Slide 23 - Slide

Opdracht
Maak opdracht: verwerking H1
In classroom en lever het in . 

Slide 24 - Slide

De koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland


1. De VOC-tijd (1596-1799)

Slide 25 - Slide

Wat gaan we doen?
Kort terugblikken
HB blz. 8- 9 en 12-13 lezen + bronnen bekijken
Verwerkingsopdrachten H1 maken
Check: wat geleerd?

Slide 26 - Slide

Leerdoelen 
Leerdoelen
Aan het einde van deze lessen kan je uitleggen:
1. Het begin van de Europese expansie;

2. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie;

3. Enkele voorbeelden geven en beschrijven van de bescherming van monopoliepositie:


Slide 27 - Slide

Even terugblikken....

Slide 28 - Slide

Wie was J.P. Coen?
A
stadhouder van Holland
B
landsadvocaat
C
gouverneur-generaal van de VOC in Azië
D
veroveraar van de Zilvervloot

Slide 29 - Quiz

J.P. Coen wilde het monopolie op
A
Specerijen
B
Thee
C
Koffie
D
Slaven

Slide 30 - Quiz

Het standbeeld van J.P. Coen moet verwijderd worden
A
Ja, hij was een massamoordenaar
B
Nee, hij was in die tijd een held.
C
Nee, ook onaangename geschiedenis is belangrijk
D
Ja, het is allemaal zo lang geleden.

Slide 31 - Quiz

Waarom is er altijd veel gedoe over dit standbeeld van J.P. Coen?
A
Coen heeft hele steden vernietigd en de bevolking vermoord in Azië.
B
Het standbeeld staat langs een gevaarlijke weg.
C
Coen had de Republiek verraden toen het werd aangevallen door Frankrijk.
D
Coen heeft stadhouder Willem III vermoord.

Slide 32 - Quiz

Wat is handelskapitalisme?
A
Handel drijven
B
Handel drijven met als doel de wereld veroveren
C
Handel drijven met als doel geld verdienen
D
Handel drijven met als doel winst maken

Slide 33 - Quiz

Handelsmonopolie betekent:
A
privilege
B
alleenrecht om te handelen
C
vermeerderen van kapitaal
D
goederen verkopen.

Slide 34 - Quiz

Aan de slag!
Lees blz. 8-9 en maak de bijbehorende verwerkingsopdrachten
Lees blz. 12-13 en maak de bijbehorende verwerkingsopdrachten --> huiswerk
Klaar?
Bekijk de volgende video. 

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Noem drie dingen die je deze les hebt geleerd

Slide 37 - Open question

huiswerk:
Verwerkingsopdrachten H1

Slide 38 - Slide