Herhalingsles

Thema 2: Organen en cellen
Herhalingsles
1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Thema 2: Organen en cellen
Herhalingsles

Slide 1 - Slide

Organen & orgaanstelsels
Orgaan = onderdeel van een organisme met een eigen taak 


Orgaanstelsel = groep organen die samenwerken aan een bepaalde taak

Slide 2 - Slide

Orgaanstelsels  

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Organen van planten
De organen van planten zijn:
  • bloem
  • blad
  • stengel
  • wortel

Slide 5 - Slide

Wortelstelsel
Wortelstelsel (orgaanstelsel) = de wortels van een plant samen.
Functies wortelstelsel:
  • Water en mineralen opnemen.
  • Plant stevig vastzetten.
  • Reservestoffen opslaan.

Slide 6 - Slide

Stengels
De stengels zitten tussen de bladeren en de wortels.

Stengels hebben 2 taken:
  • dragen de bladeren en bloemen (stevigheid)
  • vervoeren van water en voedingsstoffen (transport)


Slide 7 - Slide

Bladeren
Onderdelen blad: 
  • bladsteel
  • bladschijf -> nerven (stevigheid en transport)

Functie: voedsel maken voor de plant (fotosynthese).


Slide 8 - Slide

Vaatbundel
Alle vaten samen → vatenstelsel

Groepje vaten → vaatbundel

Slide 9 - Slide

Vatenstelsel (alle vaten van een plant)
Functie vatenstelsel is transport.

Water en voedingsstoffen gaan van de wortels naar andere delen.

Glucose (voedsel) gaat van de bladeren naar andere delen.

Slide 10 - Slide

Cellen
Cellen zijn kleine bouwstenen van organismen.
  • alles wat leeft bestaat uit cellen.
  • er zijn veel verschillende cellen.

Slide 11 - Slide

Dierlijke cellen
Celmembraan: dun vliesje dat inhoud cel scheidt van omgeving

Cytoplasma: water met opgeloste stoffen, waarin organellen zweven

Celkern: organel, regelcentrum van cel, bevat DNA

Slide 12 - Slide

Plantaardige cel
Vacuole: blaasje met vocht (water en opgeloste stoffen, kleurstoffen)

Bladgroenkorrelsvoor fotosynthese

Celwand: stevig laagje om cel heen.

Slide 13 - Slide

Soorten cellen
De vorm van de cel heeft te maken met de functie van de cel

Slide 14 - Slide

Cellen delen
Je lichaam bestaat uit miljarden cellen.
  • Al die cellen zijn ontstaan uit één cel.

Slide 15 - Slide

Nieuwe cellen
Cellen gaan dood en worden vervangen door nieuwe cellen: 
  • nieuwe cellen ontstaan door celdeling = één cel zich in twee.
  • functie: groeien 

Slide 16 - Slide

Celdeling
Uit een moedercel ontstaan 2 dochtercellen.
  • Na de celdeling gaan de dochtercellen groeien = plasmagroei.
  • De dochtercellen worden daardoor even groot als de moedercel.

Slide 17 - Slide