Haarverzorging

Haarverzorging
doel van deze les:
  • Leerling kent verschillende haartypes
  • leerling kent verschillende haarproducten
  • leerling kent de basisverzorging van het haar
1 / 12
next
Slide 1: Slide
VerzorgingPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Haarverzorging
doel van deze les:
  • Leerling kent verschillende haartypes
  • leerling kent verschillende haarproducten
  • leerling kent de basisverzorging van het haar

Slide 1 - Slide

Wat weten jullie van het verzorgen van je haar

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Video

vroeger hadden ook mensen veel haar op hun lijf net als dieren, waarom?
A
dat stond mooier
B
voor bescherming
C
dan hoefden ze geen kleding te dragen
D
Ze konden niet daar de kapper

Slide 4 - Quiz

hoeveel groeit een haar gemiddeld per week
A
2.5milimeter
B
2.5centimeter
C
2,5 meter
D
2.5 decimeter

Slide 5 - Quiz

hoe houd je je haar gezond?
A
1 keer per maand wassen en kammen
B
Regelmatig wassen en elke dag kammen.
C
2 keer per dag wassen en kammen.
D
Niet wassen alleen kammen.

Slide 6 - Quiz


Haartypen

  • Steil, krullend, golvend, kroes.
  • Droog, vet, beschadigd.

Slide 7 - Slide

Iedereen heeft verschillend haar. 
Hoe vaak je je haar moet wassen verschilt per persoon. Het ligt eraan wat voor werk je doet.
Als je veel sport of werkt, wordt je haar sneller vies door zweet en stof die in je haar komt.
Bij sommige kan het haar sneller vet worden omdat je een vettere huid hebt.

Slide 8 - Slide

Je haren wassen
Ook je hoofdhuid maakt talg aan. 
Dit zorgt ervoor dat je huid soepel blijft, maar ook dat je haar vet wordt.
 
Om dit vet te verwijderen kun je jou haren wassen. Tijdens het wassen verwijder je ook meteen gel, haarlak en zweet wat door de dag in je haar zat

Slide 9 - Slide

verzorgingsproducten voor je haar.

Slide 10 - Mind map

Welke stylingsproducten heb je voor je haar?

Slide 11 - Mind map

Opdracht
  • het haar wassen en verzorgen van de pop.
Je wordt beoordeeld op gedrag, zelfstandigheid, hygiënisch werken en het afmaken van je werk.

Slide 12 - Slide