This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Quizzzz
H4 Bevolking en ruimte in Nederland
Succes!
Slide 1 - Slide
Waar is in Nederland sprake van?
A
Vertrekoverschot/ Geboorteoverschot
B
Vestigingsoverschot/ Sterfteoverschot
C
Vertrekoverschot/ Sterfteoverschot
D
Vestigingsoverschot/ Geboorteoverschot
Slide 2 - Quiz
In Oost-Europa worden minder baby's geboren dan er mensen sterven. Welk begrip past hierbij?
A
geboorteoverschot
B
een sterfteoverschot
C
natuurlijke groei
D
een laag sterftecijfer
Slide 3 - Quiz
In krimpgebieden is er sprake van vergrijzing
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
Er is vergrijzing in de grensgebieden door migratie van de jongeren.
A
goed
B
fout
Slide 5 - Quiz
Bekijk bron 1 Wat is de gemiddelde natuurlijke bevolkingsgroei per dag in Nederland?
A
50
B
205
C
255
D
1125
Slide 6 - Quiz
Op de kaart in bron 2 zijn vier regio’s aangegeven. Twee van deze regio’s zijn krimpgebieden en in twee regio’s groeit de bevolking. Wat is de juiste combinatie van cijfer en soort gebied?
A
Krimp 1 en 2
Groei 3 en 4
B
Krimp 1 en 4
Groei 2 en 3
C
Krimp 2 en 3
Groei 1 en 4
D
Krimp 3 en 4
Groei 1 en 2
Slide 7 - Quiz
Welke bevolkingsgrafiek hoort bij Nederland (2019)?
A
bevolkingsgrafiek A
B
bevolkingsgrafiek B
C
bevolkingsgrafiek C
D
bevolkingsgrafiek D
Slide 8 - Quiz
wat is mobiliteit?
A
de mogelijkheid om je ter verplaatsen
B
alle vervoersmiddelen
C
het verkeer
D
telefoons
Slide 9 - Quiz
Wanneer mensen van de stad naar het platteland verhuizen noemen we dit:
A
urbanisatiegraad
B
suburbanisatie
C
mobiliteit
D
verstedelijking
Slide 10 - Quiz
In welk deel van Nederland is de bevolking het sterkst gegroeid?
A
Noorden
B
Oosten
C
Westen
D
Zuiden
Slide 11 - Quiz
Veel mensen verlieten de stad na 1960 door de volgende oorzaken / redenen: te kleine woning, nauwe straten zonder groen, te weinig parkeer- en speelgelegenheid, de stad is vies en vol en ook konden de kinderen niet veilig buiten spelen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Welk begrip?
A
Stad
B
Agglomeratie
C
Stadsgewest
D
Stedelijk gebied
Slide 13 - Quiz
Welk begrip?
A
Stad
B
Agglomeratie
C
Stadsgewest
D
Stedelijk gebied
Slide 14 - Quiz
De regio Rotterdam is een voorbeeld van een
A
meerkernen groeimodel
B
concentrisch groeimodel
Slide 15 - Quiz
Waarom gingen steden groeien tijdens de industrialisatie?
A
Er kwam meer werkgelegenheid.
B
Er kwamen meer machines.
C
De industrie nam af.
D
Het werd te vol op het platteland.
Slide 16 - Quiz
Welke ontwikkeling heeft het meerkernengroeimodel gestimuleerd?
A
Urbanisatie
B
Toename forensisme
C
Suburbanisatie
D
Toename congesties
Slide 17 - Quiz
Welk van de onderstaande woorden heeft niets te maken met leefbaarheid
A
Veiligheid
B
Voorzieningen
C
Onderhoud
D
Mobiliteit
Slide 18 - Quiz
Welke stad ligt niet in de randstad?
A
Rotterdam
B
Den haag
C
Eindhoven
D
Utrecht
Slide 19 - Quiz
Hoe noemen we het 'open midden' van de Randstad (wat wordt bedreigd)