Les 5: alineaverbanden

Les 5: alineverbanden
Vandaag: opdr 224 (extra 223)
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Les 5: alineverbanden
Vandaag: opdr 224 (extra 223)

Slide 1 - Slide

Opbouw van een tekst
Inleiding 

Kern 

Slot

Slide 2 - Slide

Welke functie heeft een inleiding?

Slide 3 - Open question

functies inleiding
  • aandacht trekken
  • onderwerp benoemen
  • aanleiding geven, waarom tekst is geschreven
  • centrale vraag stellen
  • mening schrijver geven
  • samenvatting geven


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Je ziet zo een aantal zinnen.

Geef eerst aan wat de signaalwoorden zijn.
Typ in wat het signaalwoord is.  

Slide 9 - Slide

In de eerste plaats ben ik een verzamelaar van schilderijen van Mondriaan.
Wat is het signaalwoord?

Slide 10 - Open question

In de zomervakantie had ik een bijzonder aardig baantje, maar daar heb ik nu geen tijd meer voor.
Wat is het signaalwoord?

Slide 11 - Open question

Het sneeuwde al enige dagen hevig waardoor de skipistes gesloten werden.
Wat is het signaalwoord?

Slide 12 - Open question

Vervolgens werden de passagiers naar hun plaats gebracht door de stewardess.
Wat is het signaalwoord?

Slide 13 - Open question

Zij werkte hard om te kunnen winnen.
Wat is het signaalwoord?

Slide 14 - Open question

De redactie zal nog één nummer uitbrengen, mits er voldoende vraag naar is.

Wat is het signaalwoord?

Slide 15 - Open question

Signaalwoord: TEN EERSTE........TEN TWEEDE
A
middel-doel
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling

Slide 16 - Quiz

Tekstverband: SAMENVATTING
A
hierdoor
B
concluderend
C
om
D
kortom

Slide 17 - Quiz

Wat is het verband tussen alinea 5 en 6?

Slide 18 - Open question

"Het leerbedrijf waar je stage gaat lopen, is niet verplicht je een vergoeding te betalen. Maar in de praktijk doen leerbedrijven dit meestal wel.

Welk verband kom je hierboven tegen?
A
Opsomming
B
tegenstelling
C
geen verband
D
voorbeeld

Slide 19 - Quiz

Vandaag leer je verschillende vormen van migratie. Denk bijvoorbeeld aan emigratie.

Welk signaalwoord kom je hierboven tegen?
A
migratie
B
verschillende
C
denk....aan
D
bijvoorbeeld

Slide 20 - Quiz

Zelf maken
- opdr 224 (extra 223)

Slide 21 - Slide