tener havo/vwo 2

¡Bienvenidos a tu clase de español!
Hoy es miércoles
22 de noviembre de 2023
1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos a tu clase de español!
Hoy es miércoles
22 de noviembre de 2023

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

El programa
  • Revisión/Vocabulario
  • El verbo tener
  • Quarteto

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

FORMATIEF SO UNIDAD 3
Voca Unidad 3 1-90 (NL-SP) (pág 106)
Ser
Llamarse (en andere wederkerende ww)
Bijvoeglijk naamwoord
Getallen tot 100 NL-SP
Klokkijken
Tener
Regelmatige ww
Bezittelijk voornaamwoord

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Oefenen met regelmatige werkwoorden op -AR
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
HABLÁIS
COMPRA
BUSCAN
HABLAMOS
COMPRAN
BUSCO
HABLO
COMPRAMOS
HABLAS
BUSCA

Slide 4 - Drag question

Hulp nodig ?  kijk op bladzijde 24 van de tekstboek.
Alle regelmatige werkwoorden die in -ar einden hebben dezelfde vervoeging. Bijvoorbeeld: cantar (zingen) en hablar (spreken).

cantar
hablar
yo (ik)
hablo
tu (jij)
cantas
él/ella/usted (hij,zij, u)
hablas
nosotros/nosotras (wij)
cantamos
vosotros/vosotras (jullie)
habláis
ellos/ellas/ustedes (zij/u)
cantan
hablas
hablamos
hablan
canto
canta
cantáis

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

comer
vivir
yo
como
o
comes
es
él/ella/usted
come
nosotros/nostras
vosotros/vosotras
ellos/ellas/ustedes
en
vive
comemos
comen
vivimos
coméis
vivís

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

persoonlijk vnw.
tener
yo
tengo
tienes
el/ella/usted
tiene
nosotros/as
tenemos
vosotros/as
tenéis
ellos/ellas/ ustedes
tienen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Tener:hebben
Tener: hebben
Yo
Él, ella, usted
 Nosotros
Vosotros
Ellos, ellas, ustedes
Tengo
Tienes
Tiene
Tenemos
Tenéis
Tienen

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de vervoeging van TENER 
Lars y Thijs _____ (tener) un perro
Quirine y yo______(tener) amigas en Argentina.
Tú________ (tener) un perro muy bonito.
Yo _______ (tener) un apartamento en Madrid
Peter y tú _____(tener-vosotros) familia en España.

 tienen

tenemos
tienes

tengo

tenéis 

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Hacer: página 34, ej 3
timer
5:00
persoonlijk vnw.
tener
yo
tengo
tienes
el/ella/usted
tiene
nosotros/as
tenemos
vosotros/as
tenéis
ellos/ellas/ ustedes
tienen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

¿Cómo funciona?
  1. Iedere speler krijgt 4 kaarten. De kaarten moet je in je eigen hand nemen en nooit laten zien aan de andere deelnemers. De overige kaarten zijn de pakstapel.
  2. Vraag aan één van de andere spelers een kaart. Je moet een kaart vragen waarvan jij er al eentje hebt. Allereerst noem je het thema en vervolgens de speelkaart die je wil hebben.
  3. Heeft jouw tegenstander die kaart in zijn hand, dan moet hij/zij die geven. Je hebt dan nog steeds de beurt en mag opnieuw iemand om een kaart vragen. Heb je een set dan moet je kwartet roepen. Heeft de speler de kaart niet dan ben je de beurt kwijt.
  4. Het spel is afgelopen als alle kwartetten zijn gevonden

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

timer
20:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Deberes: 
Woordjes Unidad 3, 1 t/m 40 leren 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions