1. Log in via GPL (schoolmail en wachtwoord office 365/wifi)
2. Klik op + (rechtsboven)
3. Voer hier de lesgroepcode in: bqb46
4. Gelukt? Help je klasgenoten als het nog niet lukt.
Slide 3 - Slide
Toetsweek 2
Lees eerst de vraag voordat je het invult (Nederlands)
Son las = het is A las = om 25 = veinticinco
Mi hermana = ella Mis amigos y yo = nosotros
G: uit de toets gehaald. Denk bij het vervoegen aan me/te/se/nos/os/se
H: Vervoeg de werkwoorden (!!), alles in de ik-vorm. A las = om.
Dagdeel na een tijd = de la tarde.
13:30 = A la una y media
12:50 = A la una menos diez
16:40 = A las cinco menos veinte
Slide 4 - Slide
De hele klas staat een voldoende voor Spaans!
Slide 5 - Slide
Tips voor periode 3
Zorg dat je altijd je schrift bij je hebt voor Spaans. Schrijf niet in schriften van een ander vak. Als je tijdens de periode alles netjes bij elkaar schrijft dan maak je het overzichtelijker voor jezelf tijdens het leren.
Leer de woordenschat tussentijds, herhalen is het allerbelangrijkste bij het leren van talen.
Slide 6 - Slide
Módulo 6 - Aquí vivo yo
1. Open de magister app
2. Ga naar studiewijzers
3. Klik op Spaans
4. Klik op Modules
5. Download: Aquí vivo yo
6. Als het boek geopend is voeg je het toe aan de boeken app.
7. Gelukt? Neem de leerdoelen van periode 3 alvast door.
Slide 7 - Slide
El objetivo - het leerdoel
"Ik kan zeggen waar voorwerpen of personen zich bevinden"
Las preposiciones - de voorzetsels
Wat zijn voorzetsels?
Slide 8 - Slide
las preposiciones - de voorzetsels
In onderstaande tekst staan een aantal voorzetsels dikgedrukt.
Wat betekenen deze woorden? Vul ze in in je woordenlijst van tarea 1.1.
página
noventa y nueve
Slide 9 - Slide
Lista de vocabulario 1.1
detrás de - achter
lejos de - ver weg van
debajo de - onder
a la derecha de - rechts van
¡IMPORTANTE! Veel voorzetsels eindigen op 'de'. Als er na het woord 'de' het lidwoord 'el' komt dan moet je het samenvoegen tot 'del'
voorbeeld: La casa está lejos de la playa. - La casa está lejos del supermercado.
tip
Noteer deze info eventueel bij de voorzetsels op je woordenlijst.
Slide 10 - Slide
Maak nu opdracht 3
verdadero
o
falso
tip!
In woordenlijst 1.1 staan de betekenissen van een aantal nieuwe woorden uit de tekst.
Slide 11 - Slide
tip!
In woordenlijst 1.1 staan de betekenissen van een aantal nieuwe woorden uit de tekst.
x
x
x
x
x
x
Slide 12 - Slide
Deze informatie heb je nodig om de volgende opdracht te kunnen maken. Bekijk in het schema hoe je kan uitleggen waar een voorwerp zich bevindt.
Het is belangrijk dat je het werkwoord estar gebruikt, want je beschrijft waar iets zich bevindt.
Slide 13 - Slide
Haz el ejercicio 1
en la página cien
Slide 14 - Slide
Luister naar het fragment waarin Maria haar kamer beschrijft.
Één voorwerp omschrijft ze niet juist, welke is dat?