Praktische Opdracht voor 3e klas


Praktische opdracht
1 / 43
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 43 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Praktische opdracht

Slide 1 - Slide

Het eindproduct
Bijvoorbeeld: 
Powerpoint

Slide 2 - Slide

Praktische informatie
  • werk alleen of in tweetallen
  • tijdens de les tijd om te werken
  • rest maak je thuis af

Slide 3 - Slide

Doelen
Doelen van de opdracht zijn:
- Gebruik maken van verschillende naslagwerken zoals de Atlas 
- Een vergelijking maken op basis van feiten
- Je zelf verdiepen in een ander land en andere cultuur
- De opzet van een werkstuk aanhouden.

Slide 4 - Slide

Opdracht in het kort
  • Voor deze opdracht hebben jullie de lestijden van Aardrijkskunde de tijd. Lees voor je aan de opdracht begint het stappenplan goed door. In het stappenplan staat duidelijk welke informatie er in je verslag moet staan.
  • Daarnaast kan je hierin ook tips vinden waar je bepaalde informatie kan/moet vinden. Je verslag bestaat straks uit 5 verschillende onderdelen:
  • Land + ligging
  • Natuurlijke omgeving
  • Culturele kenmerken
  • Politiek

Slide 5 - Slide

Verwerking
  • Bedenk waarom je deze landen wil bespreken. Want dit moet je kunnen uitleggen. De wereld is erg mooi en veel landen zijn interessant, kies dus een land dat je aanspreekt of wat je totaal nog niet kent.
  • Schrijf voor jezelf alvast op waarom je deze landen hebt gekozen, dit doe je in tenminste 5 zinnen. Dit wordt straks je inleiding van je verslag. 
  • Tip: Blijf weg bij algemeenheden zoals: lijkt me mooi.

  • Inspiratie nodig? youtubekanaal: Geography now (Wel Nederlandse ondertiteling aanzetten)



timer
10:00

Slide 6 - Slide

De opdracht
We gaan 4 landen  met elkaar vergelijken.
Minimaal :
- Een centrum land; ( rijk land)
- een semi-perifeer land; ( land dat zich sterk ontwikkeld )
- een perifeer land. ( arm land)
- je favoriete land buiten Nederland

Slide 7 - Slide

Voordat je kan beginnen:
Drie dingen die je moet weten:
1/3    Het wereldsysteem;
2/3   15e eeuwse kolonisatie;
3/3   Hoe je landen kunt vergelijken.




Slide 8 - Slide

1/3 Het wereldsysteem
Centrumland
Semi-perifeer land
Perifeer land

Slide 9 - Slide

2/3 Ontstaan wereldsysteem

eind 15e eeuw
kolonialisme
Systeem waarin vooral Europese landen (overzeese) gebieden bezetten uit economische en/of strategische overwegingen of als potentieel vestigingsgebied.

Slide 10 - Slide

3/3 Hoe vergelijk je landen?
Economisch:
BNP, Beroepsbevolking,
mate van globalisering

Politiek:
Corruptie, democratisch gehalte 

Demografisch
Geboorte- sterfte cijfer, verstedelijking

Sociaal-cultureel
Anafbetisme, Scholing, etc.  
Website
http://hdr.undp.org/en/countries
Website
https://www.gapminder.org/dollar-street

Slide 11 - Slide

Bijvoorbeeld

Slide 12 - Slide

Nederland                   China                   Noord-Korea
Dagelijks leven vergelijken (website: dollar street)
- Hoe wonen mensen in het land?
Hoe gaan mensen om met afval in het land?
- Hoe ziet een gem. familie eruit in het land?
- etc.

Slide 13 - Slide

Nederland                   China                   Noord-Korea
Economisch vergelijken
- Wat is het gemiddeld inkomen van het land?
- Wat importeert en exporteert het land?
- Met welke landen handelt het land veel?
- etc.

Slide 14 - Slide

Nederland                   China                   Noord-Korea
Politiek vergelijken
- Wat is het democratisch gehalte van het land?
- Hoe corrupt is het land?
- Met welke landen werkt het land samen?
- etc.


Slide 15 - Slide

Nederland                   China                   Noord-Korea
Demografisch vergelijken
- Wat is de levensverwachting in het land?
- Hoe zit de bevolkingsdiagram van het land eruit?
- Hoe verstedelijkt is het land?
- etc.


Slide 16 - Slide

Nederland                   China                   Noord-Korea
Sociaal-cultureel vergelijken
- Tot welk cultuurgebied hoort het land?
- Hoe hoog is de analfabetisme graad in het land?
- Hoeveel jaar gaan mensen gem. naar school?
- etc.


Slide 17 - Slide

Een voorbeeld: De afwas
Burkina Faso
Inkomen is 24 euro per maand
Vietnam
Inkomen 230 Euro per maand
Oostenrijk

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link

De planning
Vandaag:        Je kiest één centrum-, semi-perifeer en een perifeer land
                            uit verschillende werelddelen en je favoriete land.

Deze week:    Je gaat deze vier landen met elkaar vergelijken
                           




Slide 21 - Slide

Een voorbeeld: BNP
Maak het ook visueel: Foto's, kaarten, grafieken, etc.
Welk land is een centrum land? Semi-perifeer land? Perifeer land?
Centrum = Nederland
Semi-periferie = Brazilie
Periferie = Mali

Slide 22 - Slide

Wat moet er in staan!
- Ga op zoek naar zoveel mogelijk informatie over het land. Denk aan taal, godsdienst, gewoontes bij trouwen en begrafenissen, kleding, muziek, eten en drinken, omgangsvormen tussen ouderen en kinderen of tussen vrouwen en mannen, kunst, sport en wonen.

- Zorg voor een kaart van het door jou onderzochte land. Geef een beschrijving van het leefgebied en het landschap. Zijn er bergen, rivieren, grote steden, klimaat? Welke vormen van landbouw kent men? Is er visserij? Komen er delfstoffen voor in de bodem van het gebied?
-Hoe wordt het leefgebied van het land bestuurd? Is er een democratie? 

Slide 23 - Slide

Concreet vandaag...
Een Powerpoint met daarin:
  • de namen van de vier landen
  • De hoofdstad , welk werelddeel, vlag, kaart, taal, bijzonderheden, gezin uit dollarstreet, hdi, bnp, Bigmac index

  • Minimaal 3 van de onderstaande dimensies die je gaat vergelijken
  • bewijs voor economische dimensie
  • bewijs voor demografische dimensie
  • bewijs voor politieke dimensie
  • bewijs voor sociaalculturele dimensie 

Slide 24 - Slide

Voorbeelden economische dimensie
Dit zijn maar voorbeelden...
natuurlijk mag je het anders doen!

Slide 25 - Slide

Voorbeeld 1
BNP
Bruto Nationaal Product = totale productie van goederen en diensten in een land in een jaar, uitgedrukt in geld. Het is een enorm groot geldbedrag (miljarden euro’s) dat alle inwoners van een land samen verdienen. We rekenen dit meestal per inwoner. 
Nederland
34.789
Brazilië
11.608
Mali
1.214
Uit deze gegevens kan je de centrum-periferie verhoudingen goed zien!
Zoek deze gegevens op in de statistieken in de atlas maak een staafdiagram.

Slide 26 - Slide

Voorbeeld 2
Primaire, secundaire en tertiaire sector
Wat zijn manieren om een inkomen te verkrijgen in een land? 
We maken een verdeling tussen primaire, secundaire en tertiaire sector.
Primair = landbouw, visserij en mijnbouw
Secundair = industrie
Tertiair = diensten 


Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Nederland
2.5 %
15.3 %
82.2 %
Brazilië
15.3 %
21.9 %
62%
Mali
85.8 %
2 %
12.2 %
Zoek deze gegevens op in de statistieken in de atlas
en maak per land een taartdiagram.  

Slide 27 - Slide

Voorbeeld 3
Burkina Faso
Inkomen is 24 euro per maand
Vietnam
Inkomen 230 Euro per maand
Oostenrijk

Slide 28 - Slide

Voorbeelden Demografische dimensie
Dit zijn maar voorbeelden...
natuurlijk mag je het anders doen!

Slide 29 - Slide

Voorbeeld 1

In een perifeer land zijn de sterftecijfers vaak veel hoger dan in een centrum land. 
Sterftecijfer
Dit is hoeveel mensen er overlijden per jaar
Zoek deze gegevens op in de statistieken in de atlas maak een staafdiagram.

Slide 30 - Slide

Voorbeeld 2
Bevolkingsopbouw
Bevolkingsdiagrammen laten de bevolkingsopbouw van een land zien. Hoeveel vrouwen van elke leeftijd zijn er? En hoeveel mannen? 
Perifere landen = piramide vorm
Semi-periferie = granaat
Centrum landen = urn
Zoek bevolkingsdiagrammen op van je landen op internet. 

Slide 31 - Slide

Voorbeeld 3 (deel 1)
Verstedelijkingstempo- en graad
Verstedelijkingsgraad = hoeveel mensen wonen er in een stad
Verstedelijkingstempo = hoe snel verhuizen mensen van het platteland naar de stad. 
Gebruik bijv. deze kaart: op hoeveel procent zitten jouw landen?
In arme landen is de urbanisatiegraad laag, maar de steden groeien er snel, veel sneller dan in de rijke landen.

Slide 32 - Slide

Voorbeeld 3 (deel 2)
Verstedelijkingstempo- en graad
Verstedelijkingsgraad = hoeveel mensen wonen er in een stad
Verstedelijkingstempo = hoe snel verhuizen mensen van het platteland naar de stad. 
Gebruik bijv. deze kaart: op hoeveel procent zitten jouw landen?
 In de rijke landen woont gemiddeld bijna 80% van de mensen in een stad.

In de minder ontwikkelde gebieden is dat 47%. 

In de minst ontwikkelde landen 32%.

Slide 33 - Slide

Voorbeelden Politieke dimensie
Dit zijn maar voorbeelden...
natuurlijk mag je het anders doen!

Slide 34 - Slide

Voorbeeld 1 
Corruptie
Corruptie = 
Gebruik bijv. deze kaart: op hoeveel procent zitten jouw landen?
 In de rijke landen woont gemiddeld bijna 80% van de mensen in een stad.

In de minder ontwikkelde gebieden is dat 47%. 

In de minst ontwikkelde landen 32%.

Slide 35 - Slide

Voorbeeld 2
Sterke en zwakke staten
Sterke staten zijn bestuurlijk goed georganiseerd en spelen een grote rol in de politiek, de economie en de cultuur in de wereld.
Gebruik bijv. deze kaart: op hoeveel procent zitten jouw landen?

Slide 36 - Slide

Voorbeelden Sociaal-culturele dimensie
Dit zijn maar voorbeelden...
natuurlijk mag je het anders doen!

Slide 37 - Slide

Voorbeeld 1
Analfabetisme
Dat mensen niet kunnen lezen of schrijven. 
Zoek deze kaart in de atlas: op hoeveel procent zitten jouw landen?

Slide 38 - Slide

Rijtje indicatoren die je kan bekijken:
Economisch:
BNP, Beroepsbevolking, globaliseringsindex

 Politiek:
Corruptie, democratisch gehalte, zwakke en sterke staten

Demografisch
Geboorte- sterfte cijfer, verstedelijking

Sociaal-cultureel
Anafbetisme, hoeveel meisjes naar school gaan,  

Slide 39 - Slide

Bonus:
Een hele gave indicator is de Human Development Index (HDI)

Deze bekijkt verschillende dimensies samen!

Zoals:
- inkomen
- analfabetisme
- sterftecijfer

Je kan hier kaarten over vinden in de atlas of kijk eens op:
http://hdr.undp.org/en/countries

Slide 40 - Slide

Bonus:
Zegt geld en een lang leven nou alles over geluk?

Bekijk eens hoe jouw landen scoren op de World Happiness Index! 


 

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Link

Slide 43 - Link