Les 2 Tekstdoel en tekstsoort

Let op!
Niet de code invoeren.
Inloggen met je e-mailadres en wachtwoord.
Wachten tot de les start.

LessonUp.app
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Let op!
Niet de code invoeren.
Inloggen met je e-mailadres en wachtwoord.
Wachten tot de les start.

LessonUp.app

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welkom!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les...
...kun je verschillende tekstsoorten benoemen.
...kun je eigenschappen van een tekstsoort vinden in een tekst.
...kun je de bedoeling van de schrijver verwoorden.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waarom ga ik schrijven?
Om de lezer te vermaken.
Om de lezer iets te weten te laten komen (te leren).
Om de lezer iets te laten doen
(of juist niet).
Om de lezer mijn mening te laten overnemen.

Slide 4 - Slide

Voordat een schrijver zich afvraagt wat hij gaat schrijven of waarover heeft hij voor zichzelf al een andere vraag beantwoord.
Waarom ga ik schrijven?
Wat wil ik bereiken met mijn tekst?

Copyright afbeelding: <a href='https://www.freepik.com/vectors/woman'>Woman vector created by macrovector - www.freepik.com</a>
Het 'waarom' bepaalt allerlei
eigenschappen van de tekst.
structuur
taalgebruik
inhoud
publicatie
(bron)
tekstsoort

Slide 5 - Slide

Informeren: zakelijk taalgebruik en feiten

Overtuigen: meningen en subjectief taalgebruik

Amuseren: subjectief taalgebruik, iets 'mooi willen zeggen'.
Welke tekstsoorten
ken je? Noem er zoveel mogelijk.

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Informeren

-nieuwsbericht

-handleiding

-gebruiksaanwijzing

-schoolboek

-bijsluiter

-kookboek

-weerbericht

-rouwadvertentie
Activeren

-advertentie

-verkiezingsaffiche

-reclamefolder

-poster in bushokje

-uitnodiging
Amuseren

-roman (fictie)

-stripboek (fictie)

-gedicht (fictie)

-column

-cartoon
Overtuigen

-betoog

-ingezonden brief

-recensie

-column

-commentaar
  redactie

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Publicatie
(bron)
  • (digitale)krant
  • (digitaal) tijdschrift
  • website
  • boeken / uitgeverij
  • sociale media
  • openbare ruimte
  • ...

Slide 9 - Slide

Structuur en tekstindeling naar Nieuw Nederlands, 6e editie.
Schrijfdoel en tekstsoort hangen dus nauw samen. 
Er is echter ook een verband tussen tekstsoort, publiek en de plaats van publiceren (bron) en taalgebruik.

Nieuwbericht: krant, nieuwswebsite, social-mediakanaal van de NOS
(breed publiek) Keuze: landelijke of regionaal? Taalgebruik is objectief en de toon is zakelijk. Structuur passend bij informerende tekst.

Interview met een jong, aanstormend zangtalent: jongerentijdschrift, jongerenwebsite, social media (jongeren in het algemeen)
of (digitaal)muziektijdschrijft, websites van radiostations, websites als musicmeter.nl (muziekliefhebbers evt. op genre). Taalgebruik is informeler, subjectiever en de toon is amicaler (voorzien van jongerentaal wellicht).

Slide 10 - Slide

Structuur en tekstindeling naar Nieuw Nederlands, 6e editie.
Opdracht
Op tafel liggen kranten. Pak er per persoon één.
Pak ook een werkblad. 
Je gaat in de krant op zoek naar vier verschillende tekstsoorten.

Leesdoel 1: bepaal de tekstsoort.
Leesdoel 2: bepaal de bedoeling van de schrijver.

Volg de stappen op het werkblad.



timer
20:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting en vooruitblik
structuur
taalgebruik
inhoud
publicatie
(bron)
tekstsoort
De bedoeling van de schrijver

Slide 12 - Slide

Relatie leggen tussen kenmerken.

Samenhang benadrukken.


Afsluiting en vooruitblik
  • Lezen met de leessandwich
  • Inhoud centraal
  • Chromebook en schrift mee.
  • Lesboek mag thuisblijven.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions