1.1 Hoe ontstond de industrie?

Hoe ontstond de industrie?
1.1
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoe ontstond de industrie?
1.1

Slide 1 - Slide

1. Introductie
2. Leerdoelen
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Slide

Introductie
Blz. 8 en 9

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Hoe verliep de productie tijdens de 19e eeuw?
Belangrijke vragen bij 1.1
Hoe en waardoor nam de productie toe?
Hoe groeide de industrie in Nederland?
Hoe veranderde de verhouding tussen werkgevers en -nemers?

Slide 4 - Slide

Blz. 10
Lezen

Slide 5 - Slide

Markeren
Blz. 10

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Oude krachten

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Welke machine zorgde voor de start van de Industriële Revolutie?
A
De tractor
B
De katoenplukmachine
C
De Spinmachine
D
De Stoommachine

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Lezen
Blz. 11 

Slide 13 - Slide

Markeren
Blz. 11 

Slide 14 - Slide

Aan de slag
Wat:              maak van 1.1 Hoe ontstond de industrie? vraag 1 t/m 5


Wanneer:   deze les, opdrachten die niet af zijn worden je huiswerk voor volgende les

Hulp:             de theorie (lees goed!)
                        je buurman/buurvrouw
                        de docent

Klaar:           lukt het je al om blz 40 en 41 te maken?





Slide 15 - Slide

Hoe ontstond de industrie?
Les 2 
1.1

Slide 16 - Slide

Planning 
1) Leerdoelen (1 min)
2) Vorige les (2 min)
3) Industrie in Nederland (10 min)
4) Aan het werk (10 min)
5) Op de werkvloer (15 min)
6) Aan het werk (15 min)
7) Afsluiten (5 min)

Slide 17 - Slide

Leerdoelen
Hoe verliep de productie tijdens de 19e eeuw?
Belangrijke vragen bij 1.1
Hoe en waardoor nam de productie toe?
Hoe groeide de industrie in Nederland?
Hoe veranderde de verhouding tussen werkgevers en -nemers?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Welk voordeel heeft een stoommachine in vergelijking met spierkracht?
A
Stoommachines zijn groter.
B
Stoommachines kunnen overal neergezet worden.
C
Stoommachines worden minder snel moe.
D
Je hebt minder mensen nodig.

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Lezen blz. 12

Slide 24 - Slide

Markeren blz. 12

Slide 25 - Slide

Aan het werk
Werk 10 minuten aan opdracht 6, 7 en 8.
Daarna gaan we verder met de rest van de paragraaf.
timer
10:00

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Lezen blz. 13

Slide 29 - Slide

Markeren blz. 13

Slide 30 - Slide

Aan de slag
Wat: Maak paragraaf 1.1 af.


Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken.

Hulp: de theorie (lees goed!)
              buurman/buurvrouw naast je
              de docent

Klaar: maak herhaling of verdieping





Slide 31 - Slide

Hoe heb je deze les gewerkt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll