hfdst 5 Integratie

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

hfdst 5 Integratie

Deze les:

• Welke fasen volgt het integratieproces? 
• Welke problemen en botsingen komen we in dit proces tegen?

Integratie

Subculturen passen zich aan aan de dominante cultuur.

Fasen van integratie

1) Vermijding 

Aan beide kanten is een gevoel van verlies. 

Verlies van cultuur / verlies van het thuisland 

2) Conflict 

Er ontstaan conflicten over cultuurverschillen. (Moskee in de wijk, dragen van een hoofddoek, kinderen die nog laat buitenspelen) 

3) Aanvaarding 

Moet van twee kanten komen. 

Respect en tolerantie voor elkaars cultuur 

1. vermijding

nieuwkomers en de autochtone bevolking vermijden elkaar.

 Beiden ervaren een gevoel van verlies. 

• nieuwkomers zijn hun thuisland kwijt en moeten wennen aan de Nederlandse taal en cultuur
• Autochtone bevolking krijg nieuwe inwoners die anders leven. Dingen die ze kennen veranderen. 

2. conflict 

Je kan elkaar niet blijven vermijden. Door cultuurverschillen ontstaan conflicten. Mensen begrijpen elkaar niet. 

3. aanvaarding

Mensen wennen aan en accepteren de veranderingen. Daarvoor is wederzijds respect en tolerantie nodig. 
Tolerantie is dat je mensen met andere waarden en normen accepteert. 

3 generaties

• Generatie 1: Hebben gekozen om naar Nederland te verhuizen. -> Wordt sterk vastgehouden aan eigen cultuur.

• Generatie 2: Kinderen van 1e generatie. Soms wel in land van herkomst geboren. -> Groeien op in 2 culturen. -> wrijving
• Generatie 3: Kinderen van de kinderen. Zijn in NL opgegroeid en voelen zich dus meer Nederlander.

Verschillen per generatie

Generaties van migrantenfamilies: 

1) Eerste generatie: De generatie die naar Nederland is gekomen. Hebben hun eigen tradities. Vasthouden aan eigen cultuur

2) Tweede generatie: Opgroeien in twee culturen. Die van de ouders en in de Nederlandse cultuur. 

3) Derde generatie: Voelen zich meer Nederlands, zij zijn hier opgegroeid en kennen het land van herkomst niet. 

kenmerken discriminatie

Discriminatie heeft vaak te maken met stereotypen en vooroordelen. 

Een stereotype is een overdreven beeld van een groep mensen. 

Bijvoorbeeld: blondjes zijn dom, Surinamers zijn lui etc 

Een vooroordeel is een oordeel over iets of iemand zonder dat de feiten kent 

vormen van discriminatie

• racisme: discriminatie op grond van afkomst of huidskleur 
• uiterlijk (dik/dun/tatoeage etc.) 
• seksisme: discriminatie op grond van geslacht 
• seksuele geaardheid 
• leeftijd
• geloof
• fysieke conditie (bijv. een ziekte of rolstoel)  

oorzaken van discriminatie

• zondebok zoeken: een groep of persoon ergens de schuld van kunnen geven  
• de ene groep vindt zichzelf beter dan de andere groep 
• angst voor vreemdelingen 

Wat doet de overheid tegen discriminatie?

Wet gelijke behandeling

Klacht indienen bij College voor de rechten van de Mens. 

Wat kan jij doen tegen discriminatie? 

• Laten zien dat je het afkeurt. 
• Aangifte of melding doen 

Wet gelijke behandeling

Afgeleid van Art 1 van de Grondwet.

Verbod op discriminatie op de werkvloer.

Als het toch voorkomt, kun je naar het College voor de Rechten van de Mens.

Wat doet de overheid? 

•  Wet gelijke behandeling --> NIET DISCRIMINEREN! 
• Kinderopvangtoeslag 
• Extra taalonderwijs 
• Controle op discriminatie 
• Overleg met vakbonden 
• Helpen zoeken naar werk 
• Volwassenenonderwijs 
• PARTICIPATIEWET: Werkgevers krijgen subsidie voor mensen met een beperking 

Discriminatie: 

persoonlijke ervaringen van kinderen

en

wat is discriminatie nu eigenlijk?