Voorbereiding voor je toets

Voorbereiding voor je toets
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Voorbereiding voor je toets

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leesstrategieën

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je verschillende leesstrategieën onderscheiden.
  • Aan het einde van de les kun je bepalen welke leesstrategie het best past bij je leesdoel.
  • Aan het einde van de les kun je de aanpak van elke leesstrategie uitleggen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leesstrategieën
  • Beschrijving van verschillende leesstrategieën: globaal, zoekend, grondig, verkennend.
  • Het doel van elke leesstrategie.
  • De aanpak die bij elke leesstrategie hoort.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Globaal lezen
  • Het vinden van de hoofdzaken, zonder de details te kennen.
  • Je leest steeds de eerste, 2e en laatste zin van iedere alinea.
  • Je vindt de deelonderwerpen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Zoekend lezen
  • Het vinden van specifieke informatie.
  • Je zoekt in de tekst naar een bepaald woord.
  • Je scant de tekst op dat wat je wil weten.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

grondig lezen
  • Het volledig begrijpen van de tekst, inclusief details.
  • Je wil de hoofdgedachte weten van de tekst.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Verkennend lezen
  • Het vinden van het onderwerp om snel te bepalen of de tekst bruikbaar is.
  • Je leest de titel, tussenkopjes, schuin- en dikgedrukte woorden. Je bekijkt de plaatjes en kijkt waar de tekst vandaan komt (bron).

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Studerend lezen
Je wil onthouden wat er in de tekst staat en het kunnen toepassen. Bijvoorbeeld voor een toets.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Leesstrategieën
  • Globaal lezen: het vinden van de hoofdzaken, zonder de details te kennen. Deelonderwerpen
  • Zoekend lezen: het vinden van specifieke informatie.
  • Grondig lezen: het volledig begrijpen van de tekst, inclusief details. Hoofdgedachte
  • Verkennend lezen: het vinden van het onderwerp om snel te bepalen of de tekst bruikbaar is.
  • Studerend lezen: Je wil de tekst echt kennen en begrijpen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

LEZEN

doel van een tekst


De bedoeling noemen we het doel van een tekst.


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

DOEL: informatie geven
Door de tekst kun je iets leren.

Voorbeelden:
uitleg in een schoolboek, 
een nieuwsbericht in de krant, 
een boek over het verzorgen van een konijn

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

DOEL: amuseren
Je leest een tekst voor je plezier.


Voorbeelden:
een stripverhaal, 
een spannend boek
Een ander woord voor amuseren is vermaken.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Lees de tekst.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat is het
doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Leg uit waarom dit een amuserende tekst is.

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Lees de tekst.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Leg uit waarom dit een amuserende tekst is.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Lees de tekst.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Leg uit waarom dit een amuserende tekst is.

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Lees de tekst.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat kun je van deze informatie leren?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Lees de tekst.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat kun je van deze informatie leren?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Tekstdoel - activeren 
Bij het tekstdoel activeren wil de schrijver de lezer iets laten doen; de lezer moet in actie komen.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Welk tekstdoel?
  • Activeren

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

tekstdoel: activeren
tekstdoel: informeren

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Overtuigend
Overtuigende tekst:
de schrijver wil je overtuigen van zijn/haar mening.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Overtuigen: recensie
Overtuigen: ingezonden brief

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Tekstdoel - overtuigen

Als een schrijver van een tekst zijn mening geeft en vertelt waarom hij dit vindt, is het tekstdoel overtuigen.
Voorbeelden van overtuigende teksten (tekstvormen) zijn:
  • review
  • ingezonden brief
  • betoog
  • aanbeveling
5.14

Slide 34 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.


Wat moet je als schrijver doen als je tekstdoel overtuigen is?
A
Je legt uit en geeft vooral feiten
B
Je probeert een mening te geven met argumenten.
C
Je probeert lezers te overtuigen iets te gaan doen.
D
Je schrijft een tekst die je voor de gezelligheid kunt lezen.

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Tekstdoel: overtuigen

De schrijver wil:
A
dat je leert hoe je iets moet doen
B
dat je iets te weten komt
C
dat je zijn mening overneemt
D
dat je iets gaat doen

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Een tekstsoort bij het tekstdoel 'overtuigen' is:
A
gebruiksaanwijzing
B
advertentie
C
ingezonden brief
D
mop

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions