present simple

present simple
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

present simple

Slide 1 - Slide

ik ga een onderdeel engels les aan jullie geven. de rgeels die bij meneer mkala gelden gelden ook bij mij. als je een vraag heb steek je hand op, dont be shy, en wanneer iemand  aan het woord is luisterd de rest aandachtig. YES. en ikken jullie namen nog niet so help me out with that!  Oke ikga het grammtica onderdeel present simple met jullie behandelen, dit hebben jullie vorig jaar ook gehad maar dat is al weer een tijdje geleden, so lets refresh our memories! wie weet nog iets te vertellen over de present simple? Wat is het? wanneer gebruik je het? en hoe? 
Present simple
Wat is het? 
Wanneer gebruik je het?

Hoe gebruik je het?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Present simple
Wat is het? Grammatica onderdeel: De tegenwoordige tijd.
Wanneer gebruik je het? Als je het hebt over gewoontes, regelmaat en feiten. Als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurd. 
Hoe gebruik je het? Hele ww (bij I, you, we, they)
                                          Hele ww + s (bij he, she, it) 
Vb: ww to walk 
I always ..... to school                                She never .... to school 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Present simple
Wat is het? Grammatica onderdeel: De tegenwoordige tijd.
Wanneer gebruik je het? Als je het hebt over gewoontes, regelmaat en feiten. Als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurd. 
Hoe gebruik je het? Hele ww (bij I, you, we, they)
                                          Hele ww + s (bij he, she, it) 
Vb: ww to walk 
I always walk to school                                She never walks to school 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Bevestigend + --------->


Ontkennend - --------->


Vragend ? ------------->
+ hele ww/hele ww+s
I/we/you/they .... school.
He/she/it .... school.
- Do'nt/Doesn't (not)
I/we/you/they ....  school
He/she/it ......  school.
? Do/Does 
..... I/we/you/they like school? 
..... he/she/it like school?

Slide 5 - Slide

nu heb je verschillende zinnen. bevestigend )wordt aangeggeven als plus in je werkboek) ontkennend en vragend. 
zoals jullie kunnen zien hebben he she it zijn eigen regels, 
Bevestigend + --------->


Ontkennend - --------->


Vragend ? ------------->
+ hele ww/hele ww+s
I/we/you/they like school.
He/she/it likes school.
- Do'nt/Doesn't (not)
I/we/you/they don't like school
He/she/it doesn't like school.
? Do/Does 
Do I/we/you/they like school?Does he/she/it like school?

Slide 6 - Slide

he she it heeft zijn eigen regels, 
S/H/IT rule --> She hit 

1. ww --> +s

2. ww eindigd op een klinker -y --> +s


3. ww eindigd op een 
medeklinker-y --> -ies

4. ww eindigd op een S klank --> +es

Slide 7 - Slide

voorbeelden geven per onderdeel: 
- normale ww: walk; he she it walk + s
- eindigd op s klank dan voegen we ES toe bij de ww., eentje voor doen en drna een leerling. bv Kiss - es 
- Medeklinker y:  kruis door de y en inplaats daarvan ies: cry-- shit cries. 

Let's practice!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Present simple:

Wat is de regel van de present simple?
A
SHIT-regel
B
hele ww (bij I, you, we, they) hele ww + s (bij he, she, it)
C
Hele werkwoord
D
Werkwoord + -ed

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn signaalwoorden voor de present simple?
A
now, at the moment
B
already, yet, since, for, just
C
last week, in 1962, three years ago
D
always, ever, never, often, usually, every day

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

(to cry) Present simple:
I .... everytime I watch a sad movie
A
cries
B
crys
C
cry

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Present simple -s of -ies:
Carry
A
carrys
B
carries

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Present simple -s of -ies:
Play
A
plays
B
plaies

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Present simple:
She ...(to teach) english.
A
teachs
B
teachies
C
teaches

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Fill in the gap & Use Present Simple (negative)

Sara ... (watch) the news. She thinks it's boring.
A
doesn't watch
B
doesn't watches
C
don't watch
D
not watches

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Fill in the gap & Use Present Simple (question)

(like) ..... sara .... to watch the news? She thinks it's boring.
A
Do sara likes
B
does sara likes
C
Does sara like
D
Do sara like

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Present simple:
She .... (to fix) computers.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Present simple:

He always ... to do the right thing
A
trys
B
try
C
tries
D
trie

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Present simple:

My nephew ... in the UK.
A
livs
B
lives
C
live
D
living

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat geef je aan met de
Present Simple?
A
Gewoonten
B
Feiten
C
Dingen die regelmatig gebeuren
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Present Simple is ...
A
tegenwoordige tijd
B
precies nu
C
verleden tijd
D
toekomst

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions