voorbereiding spreekvaardigheid week 15

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

 OPTIE A   ; Jullie vertellen allebei over je huis en je kamer. Na het gesprekje wissel je van rol. 

De volgende onderwerpen komen aan bod. 

Het dialoogje staat op de volgende slide

=> je kunt vertellen waar je woont

=> je kunt vertellen over je huis : de kamers benoemen 

-=> waar je kamer is in het huis (bijv. deuxième étage)

 => je kunt vertellen hoe groot je kamer is / welke kleur

=> je kunt vertellen welke meubels er in je kamer staan

.=> je kunt vertellen waar je bureau staat (ten opzichte van de deur of het raam)

=> je kunt vertellen waar je op zit, en waar de stoel/bank staat

=> je kunt vertellen waar je stoel staat ten opzichte van je bureau

=> je vertelt iets bijzonder (leuks) van je kamer

=> waar je schooltas is

=> noem nog wat andere spullen op je kamer

spreekvaardigheid week 15

AU PROGRAMME 

.

b. SPREEKVAARDIGHEIDOPDRACHT => vous avez le choix : je mag kiezen uit 2 opdrachten

A. Wat weet je nog? => mindmapjes om je geheugen op te frissen!

C. VOORBEREIDING: de Franse zinnen die je zou willen gebruiken! Werk alles netjes uit in je aantekeningenschrift!

D.  UITSPRAAK : prononciation : enkele regels!

E. Quand, comment, combien et pourquoi??

wanneer, hoe, hoeveel en waarom???

A. wat weet je nog? Kamers/ruimtes in je huis

A: wat weet je nog : meubels in je slaapkamer
(maak in je aantekeningenschrift een lijstje met bruikbare woorden)

B: spreekvaardigheidopdracht 

VOUS AVEZ LE CHOIX : 

JE MAG KIEZEN

optie A:

 je levert PER TWEETAL een filmpje in waarin je elkaar interviewt (zie volgende slide). Leerling A stelt eerst de vragen aan leerling B, daarna wissel je van rol. Degene die vragen stelt mag de vragen voorlezen, over je huis en kamer vertel je uit je hoofd.

optie B: 

Je maakt een vlog over je huis. Je loopt al filmend door je huis en je vertelt wat er te zien is. Zoals David dat deed aan het begin van dit hoofdstuk. Zorg dat je de punten die bij slide over optie B staan allemaal aan bod komen.

B: de opdracht OPTIE A 

ROL A 

1 Tu habites où?

3. Elle est comment ta maison?

5. Ta chambre est à quel étage?.

7. Elle est comment, ta chambre ?

9. Tu as quels meubles dans ta chambre ?

11.  Où est ton bureau ?

13  Et où est ta chaise ?

15 Qu'est-ce que tu aimes bien dans ta chambre?

17.  Et où est ton sac à dos ?

19   Tu as aussi des jeux vidéo ?

ROL B 

2. vertel waar je woont.

4. Je vertelt over de indeling van je huis.

6. zeg op welke verdieping je slaapkamer is

8. Vertel hoe je slaapkamer eruit ziet (klein/groot/licht/donker./ welke kleur de boventoon heeft).

10. vertel welke meubels er in je kamer staan.

12. vertel  waar je bureau staat (ten opzichte van de deur of het raam) en vertel waar je op zit.

14. vertel  waar je stoel staat ten opzichte van je bureau.

16. je vertelt iets bijzonder (leuks) van je kamer

18. waar je schooltas is

19. vertel welke games je op je kamer hebt, en als je geen games hebt vertel dan nog over iets anders op je kamer.

OPTIE B

Deze opdracht maak je alleen. Je maakt een vlog over je huis en je kamer. Je wandelt met je telefoon door het huis en je legt in het Frans uit wat je laat zien. Zorg dat je zelf ook af en toe in beeld bent (net zoals David doet in zijn Vlogs)

Je benoemt telkens : 

a) de ruimte die je filmt  (tenminste 3 verschillende ruimtes, tuin mag ook)

b) de functie van de ruimte/ wat je er doet

c) je benoemt de meubels die in de ruimte staan, en je benoemt ook de plek van die meubels. 

d) je mag ook de mensen beschrijven die zich op dat moment in de ruimte bevinden.

e)  laat iets leuks/bijzonders zien in je huis en vertel waarom dat voor jou bijzonder is.

préparation: OPTIE A 

de Franse zinnen die je zou willen gebruiken! Werk alles netjes uit in je aantekeningenschrift!

• met wie ga je het interview voorbereiden? Ga naast elkaar zitten en pak er een plattegrond van je slaapkamer bij. Help elkaar met het benoemen van alle meubeltjes/kleuren en andere dingen die je zou willen vertellen.
• Als je klaar bent met het verzamelen van alle info over je kamer ga je terug naar slide 6. Werk allebei rol B uit, help elkaar gerust!
• gebruik de voorzetsels uit slide 9!

préparation optie B: 

de Franse zinnen die je zou willen gebruiken! Werk alles netjes uit in je aantekeningenschrift!

• je mag - maar dat hoeft niet- naast iemand gaan zitten die ook voor optie B kiest om samen te beginnen met de voorbereidingen van jullie VLOG.
• bepaal welke drie ruimtes je wil gaan filmen thuis en maak mindmapjes (in het Frans) per ruimte. Zorg dat de volgende zaken erin staan :          => de functie van de ruimte                                                                     => de meubels die in de ruimte staan                              =>  waar de meubels staan.    
• Bedenk hoe je het gaat vertellen, maak korte zinnetjes bij je mindmapjes. Gebruik woorden als voici (zie hier), voilà (zie daar) en herhaal de voorzetsels (slide 9)

les prépositions

De voorzetsels heb je nodig bij het voorbereiden van je zinnetjes. Herhaal de voorzetsels uit UNITÉ 4 (apprendre 10)

D. la prononciation

attention : 

1. over het algemeen wordt de - e- aan het eind van een woord niet uitgesproken : l'école => [ l'ekol]

2. over het algemeen wordt de - s - (meervoud) aan het eind van het woord niet uitgesproken : livres => [ livre] enfants=>[ enfan]

3. over het algemeen worden de medeklinkers aan het eind van een woord niet uitgesproken : grand => [gran] , deux => [deuj] 

    nez => [ nej]

on dit : suuur ( on ne dit pas soer) => sur

on dit  : soe / soes (on ne dit pas saus) => sous

on dit : derjèer (on ne dit pas derjiere) => derriere

on dit : dã ( on ne dit pas dans) =>  dans 

on dit : devã ( on ne dit pas dûhvant ) =>  devant

on dit : ee ( on ne dit pas et ) => et

on dit : saluu ( on ne dit pas saloet) => salut

Koppel de Franse klanken met de Nederlandse klanken

OU

bonjour

OI

trois

AU

jaune

AI

maison

EU/OEU

jeu/oeuf

UI

suis

OE

WA

OO

È

EU

U van duf

WIE

• ou --> bonjour --> oe
• oi --> trois --> wa
• au --> jaune --> oo
• ai --> maison --> è
• oeu/eu --> oeuf/jeu --> eu
• ui --> suis --> wie

Le G / C

hard voor  AUTO 

zacht voor e/i/y

 G doux = [j]    e, i, y

Giraffe

C doux = S

Célébrer

G dur =[g]

Garderobe

C dur = [k] 

caca

a, o, u

let op : wil je de c na een AUO toch uitspreken als een s? Dan staat er een cédille onder : ç (altgr en komma)

t + ion --> s

Ex: information, exception...

Sauf: question

qu --> k

Ex: que, question...

Sauf : quiz (kw)

ch --> sh

Ex: chien, chat...

en laatste tip : als een woord begint met een klinker en het woord ervoor eindigt op een 's' dan is worden de twee woorden verbonden => z

des amis --> dezaamie