This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Even herhalen...
Slide 2 - Slide
Om te kunnen produceren heeft een bedrijf productiefactoren nodig.
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Slide 3 - Drag question
3. Het vervangen van arbeidskrachten door machines.
Wat hoort bij elkaar:
1. Het vervangen van menselijke arbeid door computers en computerprogramma’s.
Mechanisering
Automatisering
Slide 4 - Drag question
Slide 5 - Slide
Opdracht 8A: je koopt armbandjes in voor €2,80. Je verkoopt ze voor €4,90. Bereken de brutowinstopslag in euro's.
Slide 6 - Open question
Opdracht 8B: bereken de brutowinstopslag in procenten van de inkoopprijs.
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Opdracht 9: Vul de volgende zinnen in.
Een winkelier moet bij zijn verkoopprijs ...... .......... optellen. Voor de belasting is het gewone tarief ..................%. Voor levensmiddelen en voor bepaalde diensten is het tarief .................%. De prijs is inclusief btw noem je de ................. of winkelprijs.
21
btw
9
consumentenprijs
Slide 11 - Drag question
Maken opdracht 10 A, B + 11 A, B
timer
5:00
Slide 12 - Slide
Antwoord opdracht 10 + 11
10A. 47 : 100 x 21 = €9,87
10B. 47 + 9,87 = €56,87
11A. 1,80 : 100 x 9 = €0,16
11B. 1,80 + 0,16 = €1,96
Slide 13 - Slide
Maken opdracht 12 A, B
timer
3:00
Slide 14 - Slide
Opdracht 12A: De inkoopprijs van een bloesje is €8. Nadia verkoopt het met een brutowinstopslag van 75%. Daarna komt er nog 21% btw bovenop. Bereken de verkoopprijs (exclusief btw) van een bloesje.