Hoofdstuk 8 paragraaf 3

1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Wat is een kenmerk van een favela?
A
Veel groen
B
Veel voorzieningen
C
Veel werkloosheid
D
Veel woningen van steen

Slide 10 - Quiz

Wat is een Favela?
A
Een stad in Brazilië .
B
Een wijk in Rio de Janeiro.
C
Een sloppenwijk in Brazilië .

Slide 11 - Quiz

Favela is Braziliaans voor krottenwijk. Wat is een krottenwijk?
A
Een zelfbouwwijk
B
Nieuwbouwwijk
C
Recyclewijk
D
Duurzamewijk

Slide 12 - Quiz

In welke situatie is er spraken van REGIONALE ongelijkheid?
A
De bevolkingsdichtheid is langs de kust hoger dan in het binnenland van Tunesië
B
De VN-ontwikkelingsindex is in Noordoost Brazilië 0,56 en in het zuidoosten 0,78
C
Het zuiden van het land is bergachtig, het noordwesten is vlak
D
In dit land verdient 10% van de bevolking ongeveer 50% van het nationaal inkomen

Slide 13 - Quiz

Sociale ongelijkheid is
A
Groot verschil in arm en rijk tussen mensen
B
Verschillen in afkomst
C
Verschillende bevolkingsgroepen leven door elkaar
D
Verschillende bevolkingsgroepen leven gescheiden

Slide 14 - Quiz

De sociale ongelijkheid in Brazilië is:
A
normaal
B
klein
C
groot
D
goed te hebben

Slide 15 - Quiz

Welke mensen wonen in gated communities?
A
De rijke mensen
B
De middenklasse
C
De arme
D
Iedereen

Slide 16 - Quiz

Welke groep profiteert niet van de toenemende welvaart in Brazilië?
A
De super rijke
B
De middenklasse
C
De armen
D
Ze profiteren allemaal

Slide 17 - Quiz

Wat is de middenklasse?
A
groep mensen met een gemiddeld inkomen
B
groep mensen met een hoog inkomen
C
groep mensen die op latere leeftijd nog naar school gaan
D
de middelste klas van de basischool

Slide 18 - Quiz

In Brazilië stijgt de welvaart dat betekent dat
A
Arme mensen armer worden
B
Het inkomen van alle mensen iets stijgt
C
Er meer armen zijn
D
De middenklasse kleiner wordt

Slide 19 - Quiz

Heb je nog vragen, zijn er onduidelijkheden?

Slide 20 - Open question