H3.2 en M3.2 II

timer
2:00
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

timer
2:00

Slide 1 - Slide

Verdeling tijd.
  • Elk deel heeft een half uur.
  • Wo start Havo, Di start Mavo.
  • Als ik uitleg aan één deel van de klas werkt de andere groep zelfstandig. Je overlegt dus ook niet! 
  • Havo start nu met H3.2 1 tm 10.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Herhalen 3.1.
  • Huiswerk nakijken.
  • Uitleg 3.2.
  • Werken.

Slide 3 - Slide

Vul de juiste woorden in:
Er zijn vier oorzaken voor de Eerste Wereldoorlog. De eerste heeft te maken met hoe landen over zichzelf dachten. Elk land was trots op zichzelf, dit heet nationalisme. De tweede oorzaak heet het modern imperialisme. Europese landen willen een zo groot mogelijk rijk, dus veroveren ze kolonieën op andere continenten. De derde oorzaak heeft te maken met de industrialisatie. In fabrieken konden veel wapens snel gemaakt worden door massaproductie. Ook was er een soort wedstrijd om de meeste en beste wapens te krijgen, de wapenwedloop. Het laatste probleem was dat er twee grote bondgenootschappen ontstonden, de geallieerden en de centralen.  
timer
3:00
1
2
3
4
5
6
7
8

Slide 4 - Slide

Vul de juiste woorden in:
Er zijn vier oorzaken voor de Eerste Wereldoorlog. De eerste heeft te maken met hoe landen over zichzelf dachten. Elk land was trots op zichzelf, dit heet nationalisme. De tweede oorzaak heet het modern imperialisme. Europese landen willen een zo groot mogelijk rijk, dus veroveren ze kolonieën op andere continenten. De derde oorzaak heeft te maken met de industrialisatie. In fabrieken konden veel wapens snel gemaakt worden door massaproductie. Ook was er een soort wedstrijd om de meeste en beste wapens te krijgen, de wapenwedloop. Het laatste probleem was dat er twee grote bondgenootschappen ontstonden, de geallieerden en de centralen.  

Slide 5 - Slide

Nakijken.
  • Paragraaf 3.1 vraag 6 tm 10 .
  • Eén persoon leest de vraag voor.
  • Heb je iets anders? Steek je vinger op en zeg het, soms is meer dan één antwoord goed.
  •  Zorg ervoor dat je de juiste antwoorden overneemt.

Slide 6 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt drie redenen noemen waarom mensen in Rusland in opstand kwamen.
  • Je kunt uitleggen wat de communisten veranderden aan het bestuur, de economie en in de samenleving.
  • Je kunt met twee voorbeelden uitleggen dat de Sovjet Unie onder het communisme een dictatuur werd. 

Slide 7 - Slide

Rusland
  • Rond 1900 ongelijk:
  • De Tsaar heeft de absolute macht.
  • Bezit en macht waten oneerlijk verdeeld.
  • De meeste Russen waren arme boeren zonder grond. 

Slide 8 - Slide

Communisme
  • Het communisme is een politiek idee.
  • Macht en bezit moeten eerlijk verdeeld worden.
  • Zo is iedereen in de sameleving gelijk.

Slide 9 - Slide

Revolutie
  • De oorlog ging niet goed voor Rusland.
  • Veel mannen vochten, dus er kon niet op het land gewerkt worden.
  • Er ontstond honger.
  • De bevolking kwam in opstand tegen de Tsaar. 
  • De Tsaar werd gevangen gezet in februari 1917.
  • De communisten grepen de macht in oktover 1917. Er werd gestopt met de oorlog. 

Slide 10 - Slide

Sovjet Unie
4 grote veranderingen:
  • Er was maar één politieke partij toegestaan. De communistische partij. Een kleine groep bestuurden het land.
  • Iedereen werd gelijk. Mannen en vrouwen verdienden hetzelfde. Onderwijs en zorg werden gratis.

Slide 11 - Slide

Sovjet Unie
4 grote veranderingen:
  • Fabrieken en landbouwgrond waren van de Sovjet Unie, dus van de staat. Boeren gaven hun opbrengsten aan de Sovjet Unie. Fabrieken moesten maken wat, en hoeveel  de partij wilde. Er komt een planeconomie. 

Slide 12 - Slide

Sovjet Unie
4 grote veranderingen:
  • De partij zorgden dat ze via massamedia zoals kranten en de radio snel, veel mensen konden bereiken. De communisten lieten alleen horen hoe goed het communisme was, en dat iedereen hard moest werken. Die politieke reclame heet propaganda.

Slide 13 - Slide

Aan het werk
ZELFSTANDIG!

  • Huiswerk:
  • 3.2 vraag 1 tm 8 af.

Slide 14 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Herhalen 3.1.
  • Uitleg 3.2.
  • Werken.

Slide 15 - Slide

Tekst
Tekst

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe de Franse Revolutie begon en wat daarvan de oorzaken waren. 
  • Je kunt uitleggen welke politieke en sociale veranderingen het gevolg waren van de Franse Revolutie.
  • Je kunt uitleggen hoe de Franse Revolutie uitliep op een schrikbewind.

Slide 18 - Slide

1789
  • De 3e stand organiseert een eigen volksvertegenwoordiging: de Nationale Vergadering. Na een tijdje sluiten de 1e en 2e stand ook aan.
  • Op 14 juli bestormen boze burgers de Bastille in Parijs, op zoek naar munitie. 
  • Start Franse Revolutie!

Slide 19 - Slide

grondrechten en grondwet
1789 verklaring van de rechten van de mens en de burger.
  • Vrijheid, gelijkheid en broederschap.
  • Iedereen is gelijk. Alle speciale rechten van de adel en de geestelijkheid verdwijnen. 
  • Iedereen krijgt dezelfde rechten en plichten.

Slide 20 - Slide

Grondwet
1791 Franse Grondwet.
Hierin staat:
  • Dat de koning wetten moet uitvoeren.
  • De Nationale Vergadering maakt de wetten.
  • Rijke burgers kiezen de leden van de Nationale Vergadering.

Slide 21 - Slide

Joseph-Ignace Guillotin
Guillontine

Slide 22 - Slide

Terreur
de Revolutie wordt gewelddadiger.
  • De adel vluchtte, en de Koning probeerde dat ook.
  • De Koning werd gearresteerd en ter dood veroordeeld.
  • De Gematigden verliezen de meerderheid in de Nationale Vergadering, de Radicalen krijgen de macht.
  • De Radicalen willen iedereen die tegen de revolutie is uitmoorden. Er worden 40.000 mensen vermoord.

Slide 23 - Slide

Aan het werk
ZELFSTANDIG!

  • Huiswerk:
  • 3.2 vraag 1 tm 8 af.

Slide 24 - Slide