Spreken 1.1 en 1.2

Spreken 1.1 en 1.2
Voorbereiding en opbouw van een presentatie
Aantrekkelijk presenteren
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Spreken 1.1 en 1.2
Voorbereiding en opbouw van een presentatie
Aantrekkelijk presenteren

Slide 1 - Slide

Voorbereiding van je presentatie

Wat is het hoofddoel dat je wilt bereiken? (Bijvoorbeeld informatie geven, overtuigen, adviseren)
Bedenk wat je publiek wel en niet weet van het onderwerp
Verzamel informatie en denk na over de opbouw
Bepaal de manier waarop je je informatie wilt presenteren. 

Slide 2 - Slide

Inleiding
- Stel jezelf voor
- Introduceer je onderwerp of maak het publiek nieuwsgierig (anekdote, afbeelding, prikkelende zin).
- Leg uit wat je gaat vertellen en waarom
- Geef aan wanneer het publiek vragen kan stellen

Slide 3 - Slide

Middenstuk
- Behandel verschillende deelonderwerpen in een logische volgorde. 
- Met signaalwoorden maak je verbanden duidelijk; gebruik bijvoorbeeld 'ten eerste' en 'ten tweede' als je een opsomming geeft. 

Slide 4 - Slide

Slot
- Geef bijvoorbeeld een korte samenvatting of conclusie, doe een opvallende uitspraak of kom terug op iets uit je inleiding.
- Bedank het publiek

Slide 5 - Slide

Inhoud van een aantrekkelijke presentatie
- Stem de inhoud af op je doel en publiek
- Gebruik de juiste woorden (wel of geen vaktaal)
- Gebruik de juiste toon (formeel, officieel, zakelijk, enthousiast)
- Gebruik de juiste aanspreekvorm (je/jullie/u)
- Zorg voor een prikkelende opening (vraag, stelling, anekdote)
- Geef pakkende voorbeelden
- Zorg voor een goede afsluiting (tip, opvallende laatste opmerking)

Slide 6 - Slide

Non-verbale communicatie
Let op je houding: rechtop, handen uit je zakken.
Maak contact met je publiek: kijk rond en kijk je publiek aan (ook online, kijk in de camera en niet op je scherm)
Spreek duidelijk en rustig.
Zorg voor variatie in je intonatie. 
Zorg dat je ontspannen voor de groep staat. 

Slide 7 - Slide

Digitale presentatie
- Presentatieprogramma zoals Powerpoint, Prezi, Canva, Sway
- Lees niet voor wat er op je scherm staat. 
- Maximaal 5 regels tekst per slide.
- Duidelijk lettertype en lettergrootte.
- Alleen afbeeldingen die iets verduidelijken of toevoegen. 
- Let op je spelling. 

Slide 8 - Slide

Spreken 1e kans 2F
Je werkt bij een bedrijf. Een goed doel dat jij belangrijk vindt, organiseert een sponsorevenement waarmee
bedrijven geld op kunnen halen voor een goed doel. Jij wilt meedoen aan dit evenement en je vindt het
belangrijk dat je collega’s ook meedoen. Je geeft een presentatie op je werk aan je collega’s over het
evenement.

Slide 9 - Slide

De presentatie moet tussen de 4 en 6 minuten duren. De volgende punten moeten tijdens de presentatie aan
bod komen:
1. Je vertelt waar je presentatie over gaat.
2. Je legt uit waarom je dit goede doel belangrijk vindt. Geef minimaal twee redenen.
3. Je vertelt wat het evenement inhoudt (denk aan: beschrijving en het doel van het evenement, locatie,
datum, duur etc.).
4. Je noemt minimaal twee redenen waarom jij het belangrijk vindt dat jullie bedrijf meedoet.
5. Je vertelt wat jij en je deelnemende collega’s gaan doen ter voorbereiding van het evenement.
6. Je legt uit hoe je collega’s zich kunnen aanmelden.
7. Je eindigt met een enthousiaste afsluiting om je collega’s te overtuigen zich aan te melden.
Je beantwoordt ook vragen vanuit het publiek na je presentatie. Dit hoort niet bij de spreektijd.

De presentatie moet tussen de 4 en 6 minuten duren. De volgende punten moeten tijdens de presentatie aan bod komen:
1. Je vertelt waar je presentatie over gaat.
2. Je legt uit waarom je dit goede doel belangrijk vindt. Geef minimaal twee redenen.
3. Je vertelt wat het evenement inhoudt (denk aan: beschrijving en het doel van het evenement, locatie, datum, duur etc.).
4. Je noemt minimaal twee redenen waarom jij het belangrijk vindt dat jullie bedrijf meedoet.
5. Je vertelt wat jij en je deelnemende collega’s gaan doen ter voorbereiding van het evenement.
6. Je legt uit hoe je collega’s zich kunnen aanmelden.
7. Je eindigt met een enthousiaste afsluiting om je collega’s te overtuigen zich aan te melden.
Je beantwoordt ook vragen vanuit het publiek na je presentatie. Dit hoort niet bij de spreektijd.

Slide 10 - Slide

Spreken 1e kans 3F
Je geeft een presentatie aan je klasgenoten en docent over een actuele politieke kwestie (denk aan: milieu, klimaat, onderwijs, privacy, etc.) in Nederland of een ander land. 
Je verzamelt van te voren informatie over de kwestie die je hebt gekozen. 
Je bedenkt wat jouw mening is ten opzichte van de kwestie en je zorgt dat je argumenten hebt om jouw mening te onderbouwen.
Het doel van je presentatie is je publiek te informeren over de kwestie en te overtuigen van jouw mening ten opzichte van de kwestie.

Slide 11 - Slide

De presentatie moet tussen de 6 en 8 minuten duren. De volgende punten moeten tijdens de presentatie aan bod komen:
1. Je introduceert het onderwerp van je presentatie.
2. Je legt uit waarom je dit onderwerp hebt gekozen.
3. Je legt uit hoe lang deze kwestie al speelt en wat de recente ontwikkelingen zijn op dit gebied.
4. Je geeft jouw mening ten opzichte van de kwestie. Je onderbouwt je mening met minimaal drie argumenten.
5. Je noemt minimaal één argument dat jouw mening tegenspreekt. Je legt ook uit waarom jij het niet eens bent met dit tegenargument.
6. Je legt uit welke ontwikkelingen jij in de nabije toekomst verwacht ten opzichte van de kwestie.
7. Je sluit je presentatie passend af.
Je beantwoordt ook vragen vanuit het publiek na je presentatie. Dit hoort niet bij de spreektijd.

Slide 12 - Slide

Vul het spreekschema in op it's learning ter voorbereiding op je presentatie

Slide 13 - Slide