Grotere & negatieve getallen

grotere & negatieve getallen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

grotere & negatieve getallen

Slide 1 - Slide

Wat is het verschil in aantal inwoners tussen Amsterdam en Parijs?
2.000.000
   200.000
2.200.000
__________

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil in aantal inwoners tussen Amsterdam en Parijs?

Slide 3 - Slide

3280000
Schrijf dit getal met de spaties op de juiste plaats.

Slide 4 - Open question


Schrijf op in getallen met spaties:
één miljard honderdnegenzestigduizend tweehonderd één en veertig 

Slide 5 - Open question

één miljard honderdnegenzestigduizend tweehonderd één en veertig 

1.000.000.000
          169.000
                 241
1.000.169.241
_______________

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide


Hoeveel kilometer is er in 2017 met deze auto gereden?

Slide 8 - Open question

51 436
34 251
_________
             

Slide 9 - Slide

Schrijf in cijfers:

drie komma vijf miljoen

Slide 10 - Open question

Schrijf op in cijfers:

Het huis kost 4 ton

Slide 11 - Open question


Slide 12 - Open question

45 - 85 =

Slide 13 - Open question

-45 - 85 =

Slide 14 - Open question


Slide 15 - Open question


Een duiker zit op 15 meter diepte. Hij wil nog 6 meter dieper. Hoeveel minuten mag hij dan maximaal op die diepte blijven

Slide 16 - Open question


Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

kader
kader

Slide 19 - Slide

8 maart - 12 maart     SE2
- grotere getallen
-negatieve getallen
- procenten (10 feb. ingeleverd)
- verhoudingen (24 feb. ingeleverd)

3 maart Proeftoets alle vier de onderdelen



Slide 20 - Slide