20241015 Ma VAV4HA000AK en VAV5HA000AK havo leerjaar 1 Thema's 2.5 en 2.6

VAV4HA000AK en VAV5HA000AK

Maatschappijleer
Drs. David Lindenaar

Docent burgerschap, maatschappijleer en -kunde, Nederlands en LOB bij de afdelingen:
Zorg en Vavo.

david.lindenaar@vonknh.nl

1 / 53
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 53 slides, with text slides.

Items in this lesson

VAV4HA000AK en VAV5HA000AK

Maatschappijleer
Drs. David Lindenaar

Docent burgerschap, maatschappijleer en -kunde, Nederlands en LOB bij de afdelingen:
Zorg en Vavo.

david.lindenaar@vonknh.nl

Slide 1 - Slide


Heeft iedereen het PTA per e-mail ontvangen en doorgenomen?

Slide 2 - Slide

Maatschappijleer

Slide 3 - Slide

AFSPRAKEN 
1. Kom op tijd.

2. Neem altijd jouw spullen mee. Je neemt elke les een opgeladen laptop, boek en pen mee.

3. Telefoon in de tas, dopjes uit, smartwatch verbinding uit.

4. Jas uit, tas van tafel en niet eten in de les.

5. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Gebruik de e-mail die ik elke les verstuur.

6. Sla geen vragen over en antwoord altijd met uitleg.

Slide 4 - Slide

timer
20:00

Slide 5 - Slide

VAV4HA000AK en VAV5HA000AK


Planning


10-09: 1.1: Wat is maatschappijleer?
10-09: 1.2: De maatschappij onderzoeken
17-09: 1.3 Media en nepnieuws
17-09: 1.4 Kritisch denken
24-09: 2.1 Wat is een rechtsstaat?
24-09:2.2 Voorwaarden voor een rechtsstaat
01-10:  INTRODUCTIE PRAKTISCHE OPDRACHT
08-10: 2.3 Criminaliteit en opsporing
08-10: 2.4 Rechtspraak en straffen
15-10: 2.5 Conflicten oplossen
15-10: 2.6 Blik over de grens
22-10: 2.7 Uitdagingen voor de rechtsstaat
05-11: Voorbereiding op de toetsweek
11-11 t/m 15-11: Toetsweek 1

Slide 6 - Slide

Terugblik op de les van 12-10: 


2.4 Rechtspraak en straffen

Slide 7 - Slide

2.4 Rechtspraak en straffen

Centrale vraag paragraaf:

Op welke manieren straffen we en wat willen
we daarmee bereiken?




Slide 8 - Slide

2.4 Rechtspraak en straffen

Slide 9 - Slide

2.4 Rechtspraak en straffen

Slide 10 - Slide

Dagvaarding
Voorafgaand aan een terechtzitting krijgt de verdachte een brief van de Officier van Justitie thuisgestuurd met daarin:
  
  • het feit waarvan hij verdacht wordt (tenlastelegging).
  • het tijdstip en de plaats waar de zitting plaatsvindt.

Slide 11 - Slide

Hoger beroep en cassatie

Slide 12 - Slide

Indeling rechtszaal

Slide 13 - Slide

De zitting
Stap 1. Opening
Stap 2. Aanklacht
Stap 3. Onderzoek
Stap 4. Requisitoir
Stap 5. Pleidooi
Stap 6. Laatste woord
Stap 7. Vonnis

Slide 14 - Slide

Waarom straffen we?
  1. Wraak en vergelding
  2. Afschrikking
  3. Voorkomen van eigenrichting
  4. Resocialisatie
  5. Beveiliging van de samenleving

Slide 15 - Slide

Waarom straffen we?
  1. Wraak en vergelding
  2. Afschrikking
  3. Voorkomen van eigenrichting
  4. Resocialisatie
  5. Beveiliging van de samenleving

Slide 16 - Slide

Hoofdstraf

  • Vrijheidsstraf
  • Taakstraf: werkstraf of gedragstraining (alleen bij jongeren).
  • Geldboete
  • Bijkomende straf: altijd in combinatie met een hoofdstraf. Bijvoorbeeld:
  1. Intrekking van het rijbewijs
  2. Beroepsverbod

Slide 17 - Slide

Voorwaardelijke straf
  • Een straf kan (gedeeltelijk) voorwaardelijk worden opgelegd.

  • Hier geldt altijd een proeftijd. De straf wordt alleen uitgevoerd als de veroordeelde binnen de proeftijd opnieuw in de fout gaat.

Opdracht: Leg het volgende vonnis in eigen woorden uit:
“U krijgt een gevangenisstraf van 5 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar.”

Slide 18 - Slide

Strafrechtelijke maatregelen

  • Schadevergoeding aan het slachtoffer.


  • Terbeschikkingstelling (TBS): behandeling van psychisch zieke daders waarbij de kans op herhaling groot is.

Slide 19 - Slide

Strafrecht voor jongeren
  • Niet strafbaar: daders jonger dan 12 jaar
  • Jeugdstrafrecht: daders van 12 t/m 17 jaar; bij lichte misdrijven volgen taakstraffen, bij zwaardere de kinderrechter
  • Adolescentenstrafrecht: daders tussen 16 en 23 jaar. De rechter kan kiezen tussen jeugd- en volwassenenstrafrecht

Slide 20 - Slide

Lesdoel 


2.5 Conflicten oplossen:
  • Rechtshulp bij tot 23 jaar of voor volwassenen.
  • Over mediation.
  • Geschil / eiser / gedaagde.
  • Verloop civiele rechtszaak.
  • Dwangsom opleggen.
  • Twee soorten schade.
  • Kort geding.

2.6 Blik over de grens:
  • Opsporing, rechtspraak en straffen in andere landen.
  • Uitlokking en lokmiddelen.
  • Juryrechtspraak.
  • De doodstraf.




havo:
2.5 Conflicten oplossen 
Opdracht 1 - 12
2.6 Blik over de grens
Opdracht 1 - 12

Slide 21 - Slide

2.5 Conflicten oplossen

Slide 22 - Slide

2.5 Conflicten oplossen

Slide 23 - Slide

Zelfwerktijd

havo: Les 2.5 pagina 52 - 52:
vraag 1 - 4

Ben je klaar? Werk verder.





timer
12:00
2.5

1
2
3
4
5
6




7
8
9
10
11
12
2.6

1
2
3
4
5
6




7
8
9
10
11
12

Slide 24 - Slide

2.5 Conflicten oplossen

Centrale vraag van de paragaaf:

Hoe los je een (juridisch) conflict op als je er zelf niet uitkomt?

Slide 25 - Slide

Conflicten oplossen:


  • Juridisch advies
  • Mediation
  • Naar de rechter

Slide 26 - Slide

2.5 Conflicten oplossen


Tot 23 jaar: Kinder- en Jongerenrechtswinkel
Hulp is gratis en bestaat uit o.a:
  • advies;
  • officiële brief opstellen;
  • aanschuiven bij gesprek met 'tegenpartij'.

Volwassenen: rechtswinkel of juridisch loket


Slide 27 - Slide

Mediation (bemiddeling)
Omdat rechtszaken vaak veel kosten en tijd met zich meebrengen wordt er steeds vaker gekozen voor mediation.

Mediation: wanneer partijen zelf hun conflict oplossen met hulp van een onafhankelijke bemiddelaar.

Een rechter stuurt tijdens een rechtszaak standaard aan op mediation

 

Slide 28 - Slide

Naar de rechter
Rechtsregels over de relatie tussen burgers 
(en organisaties/bedrijven) onderling.

Burgerlijk recht betekent hetzelfde als 
privaatrecht en civiel recht.

Privaatrechtelijk conflict. Kan worden 
voorgelegd aan een (onafhankelijke) rechter.


Slide 29 - Slide

Civiel recht / Burgerlijk recht

De partij die de zaak aan de rechter voorlegt.

De partij van wie iets wordt geëist en daarom voor 
de rechter wordt gedaagd.

Slide 30 - Slide

Zelfwerktijd

havo: Les 2.5 pagina 52 - 53:
vraag 6 - 9

Ben je klaar? Werk verder.





timer
12:00
2.5

1
2
3
4
5
6




7
8
9
10
11
12
2.6

1
2
3
4
5
6




7
8
9
10
11
12

Slide 31 - Slide

Verloop civiele rechtszaak /
burgerlijke rechtszaak
  • De gedaagde ontvangt een dagvaarding.


  • De rechter beoordeelt de eis en het verweer.


  • De rechter stuurt aan op mediation.


  • Als partijen zelf niet tot een oplossing komen, dan spreekt de rechter een vonnis uit.


  • In het vonnis staat hoe volgens de rechter het geschil moet worden opgelost.


  • Hierna is meestal nog hoger beroep mogelijk.

Slide 32 - Slide

Een dwangsom opleggen
Wanneer een eiser wil dat de gedaagde zijn gedrag aanpast, kan de rechter een dwangsom opleggen. Bijvoorbeeld: een buurman wordt verboden om zijn auto op jouw erf te parkeren. Elke keer dat hij dit doet, kan een directe dwangsom van €50 worden opgelegd.

Dwangsom: een bedrag dat een van de partijen moet betalen 
wanneer hij nogmaals in de fout gaat.

Slide 33 - Slide

Twee soorten schade
De rechter kan vonnissen dat een van de partijen een schadevergoeding betaalt. Er zijn twee soorten schadevergoedingen:
  • Immateriële schade: emotionele en lichamelijke schade. (Bijv. geleden pijn door een auto-ongeluk). 
  • Vermogensschade: schade aan spullen (Bijv. schade aan een auto na een auto-ongeluk).

Slide 34 - Slide

Kort geding

Slide 35 - Slide

Zelfwerktijd

havo: Les 2.5 pagina 54 - 55:
vraag 10 - 12

Ben je klaar? Werk verder.





timer
12:00
2.5

1
2
3
4
5
6




7
8
9
10
11
12
2.6

1
2
3
4
5
6




7
8
9
10
11
12

Slide 36 - Slide

Kort geding
Is er veel haast bij de zaak?
De eiser kan dan een kort geding aanspannen.

Kort geding: versnelde en vereenvoudigde procedure voor spoedeisende zaken.

Later kan er nog een bodemprocedure (uitgebreidere rechtszaak) volgen.




Slide 37 - Slide

2.5 Conflicten oplossen
  1. Bedenk twee voorbeelden van burgerlijke zaken. Geef bij elke zaak aan wie de eiser en wie de gedaagde is.

  2. Bedenk twee andere situaties waarin een rechter een dwangsom oplegt.

  3. Bedenk twee situaties waarin een eiser een kort geding aanspant.

  4. Benoem een voordeel en een nadeel van een kort geding.







  • HOE: schrijf alle zaken uit.

  • WIE: een notulist, een voorzitter, een of twee algemene leden.

  • WAT: benoem alle partijen in de zaak
timer
20:00

Slide 38 - Slide

2.6 Blik over de grens

Slide 39 - Slide

2.6 Blik over de grens

Slide 40 - Slide

2.6 Blik over de grens

Centrale vraag paragraaf:

Ben je er voorstander van om rechtspraak uit andere
landen ook in Nederland in te voeren?

Slide 41 - Slide

Zelfwerktijd

havo: Les 2.6 pagina 56:
vraag 1 - 6

Ben je klaar? Werk verder.





timer
12:00
2.5

1
2
3
4
5
6




7
8
9
10
11
12
2.6

1
2
3
4
5
6




7
8
9
10
11
12

Slide 42 - Slide

2.6 Blik over de grens
Hoe zijn de opsporing, rechtspraak en straffen in andere landen georganiseerd?


We zoomen in op de volgende deelonderwerpen:
  • Opsporing: opsporingsmethode ‘uitlokking’
  • Rechtspraak: juryrechtspraak
  • Straffen: doodstraf

Slide 43 - Slide

Opsporing: opsporingsmethode ‘uitlokking’
Een verdachte verleiden tot het plegen van een misdrijf waarvan niet vaststaat
dat hij dat anders ook had gedaan.


Uitlokking is verboden in Nederland; toegestaan in VS.

Slide 44 - Slide

Lokmiddelen

In Nederland mag de politie wel lokmiddelen inzetten als:
  
  • In een gebied bepaalde criminaliteit veel voorkomt;
  • Gewone opsporing geen verdachte oplevert. Voorbeeld: grooming



Slide 45 - Slide

Rechtspraak: juryrechtspraak

  • In Nederland in 1813 afgeschaft.
  • Wel juryrechtspraak in België, Frankrijk, VS.
  • Jury beslist of verdachte schuldig is;
    rechter bepaalt in de meeste landen de straf.

Slide 46 - Slide

Zelfwerktijd

havo: Les 2.6 pagina 57-59:
vraag 7 - 12

Ben je klaar? Werk verder.





timer
12:00
2.5

1
2
3
4
5
6




7
8
9
10
11
12
2.6

1
2
3
4
5
6




7
8
9
10
11
12

Slide 47 - Slide

2.6 Blik over de grens


https://schooltv.nl/video/juryrechtspraak-de-jury-bepaalt-de-schuld-de-rechter-de-straf/#q=jury 

Slide 48 - Slide

2.6 Blik over de grens


Opdracht: Benoem een voordeel en een nadeel van juryrechtspraak.

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Slide



Voorstanders:

  • Schrikt af.
  • Dader kan niet recidiveren.
  • Goedkoper dan langdurige celstraf.



Tegenstanders:

  • Schrikt niet of nauwelijks af.
  • Staat mag zich niet verlagen tot moordenaar.
  • Bij vergissing is straf niet terug te draaien.



Slide 51 - Slide

2.6 Blik over de grens


“De doodstraf kan niet worden opgelegd”
(Grondwet, artikel 114)

Zwaarste straf: levenslange gevangenisstraf 



Panopticum (koepelgevangenis in Breda)

Slide 52 - Slide

Lesdoel 


2.5 Conflicten oplossen:
  • Rechtshulp bij tot 23 jaar of voor volwassenen.
  • Over mediation.
  • Geschil / eiser / gedaagde.
  • Verloop civiele rechtszaak.
  • Dwangsom opleggen.
  • Twee soorten schade.
  • Kort geding.

2.6 Blik over de grens:
  • Opsporing, rechtspraak en straffen in andere landen.
  • Uitlokking en lokmiddelen.
  • Juryrechtspraak.
  • De doodstraf.




havo:
2.5 Conflicten oplossen 
Opdracht 1 - 12
2.6 Blik over de grens
Opdracht 1 - 12

Slide 53 - Slide