bijwoord & lijd.bedr.vorm

Grammatica
Bijwoord
Lijdende vorm
Bedrijvende vorm
2 5m1
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica
Bijwoord
Lijdende vorm
Bedrijvende vorm
2 5m1

Slide 1 - Slide

Een bijwoord
Geeft extra info over: 
- een ander werkwoord
- een ander bijwoord
- een bijvoeglijk naamwoord
- de plaats
- de tijd
* vraagwoorden waar/wanneer.. ook altijd bw*
Denk aan de bijwoordelijke bepaling

Slide 2 - Slide

Hij loopt hard.

Het bijwoord is hard -> Het zegt iets over het werkwoord lopen.

(Hoe loopt hij? Hard.)

Slide 3 - Slide

Hij loopt heel hard.

Het bijwoord is heel -> het zegt iets over het andere bijwoord hard.

(Hoe hard loopt hij?)

Slide 4 - Slide

Het is een ontzettend mooi huis!

Het bijwoord is ontzettend -> het zegt iets over het bijvoeglijk naamwoord mooi.

(Hoe mooi is het huis?)

Slide 5 - Slide

's Morgens ga ik altijd naar de wc. 
Bijwoord is 's morgens -> het zegt iets over de tijd.
Wanneer?

Hier heb ik het gevonden.
Bijwoord is hier -> het zegt iets over de plaats.
Waar?

Slide 6 - Slide

Bijwoord(en)?
Ik ga altijd op tijd naar school.

Slide 7 - Open question

Bijwoord(en)?
Wij kwamen gisteren plotseling in een sneeuwstorm terecht.

Slide 8 - Open question

Bijwoord(en)?
Vandaag heb ik zeer hard gewerkt.

Slide 9 - Open question

Bijwoord(en)?
Waar is mijn boek gebleven?

Slide 10 - Open question

Bedrijvende & lijdende vorm
Bedrijvend: ow is actief bezig, het doet iets.
Ik laat de hond uit.
Ik heb de hond uitgelaten.

Lijdend, ow is niet actief bezig, er wordt iets mee gedaan:
De hond wordt door mij uitgelaten.

+ hww worden

Slide 11 - Slide

B -> L
Ik maak mijn huiswerk.

Slide 12 - Open question

B -> L
Mjin zus heeft de afwas gedaan.

Slide 13 - Open question

B -> L
Voldoe jij aan de eisen?

Slide 14 - Open question

L -> B
De som wordt door de leraar uitgelegd.

Slide 15 - Open question

L -> B
Hij wordt opgehaald door zijn ouders.

Slide 16 - Open question

Samengevat
Bijwoorden: Geven extra informatie over ww, bw, bn, plaats, tijd.

Bedrijvende vorm: Het ow is actief bezig in de zin.
Lijdende vorm: Het ow ondergaat iets in de zin.


Slide 17 - Slide