- Je weet wat een kasteel is en waarom deze werden gebouwd.
- Je weet de kenmerken van een kasteel.
- Je kunt uitleggen waarom een kasteel moeilijk te veroveren was.
- Je weet wat horigen zijn.
- Je kunt het leven van horigen omschrijven.
- Je weet wat herendiensten zijn.
- Je kent de rechten en plichten van de drie standen die zijn ontstaan tijdens de middeleeuwen.
- Je weet wat het drieslagstelsel is.
- Je kent de volgende begrippen: horige, standen, kasteel, drieslagstelsel.