De Arabieren deden het, Karel de Grote deed het, de kruisvaarders deden het: ze vochten allemaal voor hun geloof. Je noemt zulke gevechten ook wel 'heilige oorlogen'. De strijders wilden mensen overhalen om in hun god te geloven. Soms waren de strijders zo fanatiek dat er duizenden mensen voor dood moesten worden gemaakt. Ze vonden dat dat mocht (of misschien wel moest), want het was de opdracht van de profeet of van God of van de paus. Het is niet alleen iets van vroeger, ook in onze tijd wordt er gevochten en gedood voor het geloof.